INTERVIEW Omar Barghouti, Palestijns activist en oprichter van boycotbeweging BDS
‘De EU nam sancties tegen elk land dat je maar kunt bedenken, maar nooit tegen Israël’
De internationale boycotbeweging BDS voert al meer dan achttien jaar vreedzaam verzet tegen de Israëlische bezetting. Palestijns activist Omar Barghouti maakt de balans op. ‘Het is goed om op straat te komen en slogans te roepen. Maar dat is niet genoeg.’
Honderdduizenden mensen gingen de voorbije weken in alle uithoeken van de wereld de straat op om een staakt-het-vuren in Gaza te eisen. Toch woedt de oorlog onverminderd voort. Het hoge dodentol lokt verontwaardiging en woede uit. Niet alleen gericht aan het adres van Israël, maar ook aan alle landen die Israël in deze oorlog steunen.
n heel wat Arabische landen gingen mensen over tot een boycot van ketens en bedrijven die de oorlog openlijk hebben gesteund.
Onder meer McDonald’s, dat aan het begin van de oorlog gratis maaltijden uitdeelde aan de Israëlische soldaten. Of Starbucks, dat zijn eigen werknemersbond aanklaagde, nadat die zich in een inmiddels verwijderde tweet solidair had verklaard met de Palestijnen.
‘Hoe kunnen landen wapens blijven leveren wanneer ze zien dat ziekenhuizen worden gebombardeerd en burgers worden gedood?’
Op sociale media beloven veel mensen dat ze de geviseerde bedrijven voor het leven zullen boycotten. Maar niets zegt dat dit ook het geval zal zijn als de oorlog eenmaal achter de rug is.
Boycotten is voor de Palestijnen al lang een strategie om zich te verzetten tegen de bezetting. Ze putten daarbij inspiratie uit het vreedzame verzet tegen het apartheidsregime in Zuid-Afrika (1948-1990).
De BDS-beweging (boycot, desinvesteringen en sancties) ontstond in 2005, en heeft overal in de wereld aanhangers. In ons land is ze vooral bekend in de academische wereld en de culturele sector.
Omar Barghouti, Palestijns activist en medeoprichter van de BDS-beweging, was aanwezig op de betoging in Brussel van 11 november voor een staakt-het vuren in Gaza. Hij vindt het goed dat mensen op straat komen en hun woede uiten. Maar die moet gekanaliseerd worden om vruchten af te werpen, zegt hij. En ook: boycots moeten strategisch zijn.
Waarop leggen jullie de klemtoon in jullie acties?
Omar Barghouti: Sinds het begin van de genocidale oorlog tegen Gaza willen we politici tot actie aansporen. We willen ze aanzetten om een onmiddellijk staakt-het-vuren af te dwingen, om humanitaire hulp toe te laten en de blokkade te beëindigen.
Daarnaast zetten we onze boycot- en desinvesteringscampagnes voort en roepen we op tot een wapenembargo. Want hoe kunnen landen wapens blijven leveren wanneer ze zien dat ziekenhuizen, bakkerijen, waterreservoirs worden gebombardeerd en burgers worden gedood? Wat nu gebeurt, is een totale genocide.
We boycotten bedrijven en instellingen, die we strategisch selecteren op basis van bepaalde criteria. Het niveau van medeplichtigheid van de betrokken bedrijven is cruciaal, evenals de slaagkansen van de boycot.
Mikken jullie alleen op bedrijven in de door Israël bezette gebieden of op bedrijven in het hele land?
Omar Barghouti: Israël is, niet alleen in mijn ogen maar ook volgens mensenrechtenorganisaties als Amnesty International en Human Rights Watch, een apartheidsstaat. Volgens het internationaal recht is apartheid een misdaad tegen de mensheid. Alle bedrijven die zakendoen met Israël zijn dus medeplichtig aan misdaden tegen de mensheid. We richten ons vooral op de bedrijven waarvan we die medeplichtigheid kunnen aantonen. Jullie zijn al achttien jaar bezig met de BDS-beweging. Wat hebben jullie al gerealiseerd?
Omar Barghouti: We hebben al veel dingen gerealiseerd. BDS wordt geleid door de grootste coalitie van het Palestijnse maatschappelijke middenveld. De beweging heeft partners over de hele wereld: boerenbonden, vakbonden, vrouwenorganisaties, studenten, academici of kunstenaars. Tientallen miljoenen mensen in deze organisaties maken deel uit van ons netwerk.EES OOK
Onze partners in Noorwegen bleven druk uitoefenen op het Noorse investeringsfonds, het grootste soevereine fonds ter wereld. Dat trok zich terug uit Israëlische en andere bedrijven, en zelfs uit banken die betrokken zijn bij de bezetting. Dat geldt ook voor de pensioenfondsen in Nederland, Nieuw Zeeland, Luxemburg en in andere landen.
De United Methodist Church in de Verenigde Staten, een van de grootste protestantse kerken en een van de rijkste pensioenfondsen, werd door haar leden die de BDS steunen aangezet om te desinvesteren. Dat gebeurde met G4S, het beveiligingsbedrijf dat betrokken was bij Israëlische gevangenissen.
‘De Israëlische economie is erg sterk dankzij de Verenigde Staten en Europa. Zij financieren de Israëlische onderdrukking.’
Na al die verliezen heeft G4S nu Israël verlaten. De United Methodist Church heeft afstand genomen van alle Israëlische banken, omdat ze betrokken zijn bij de financiering van de nederzettingen en de apartheidsinfrastructuur.
Ook Orange Telecommunications verliet Israël onder druk. Veolia, een Frans conglomeraat, vertrok ook. Veolia is een heel goed voorbeeld, omdat het een zeven jaar durende campagne was. Het concern verloor meer dan 20 miljard dollar.
Onlangs nog keurde de invloedrijke Amerikaanse Antropologische Vereniging de academische en culturele boycot van Israël goed. Ze werkt niet samen met academische instellingen in Israël die medeplichtig zijn aan apartheid en aan mensenrechtenschendingen. Veel andere academische verenigingen volgden dat voorbeeld.
Ook artiesten roeren zich. Shakira en Lorde annuleerden bijvoorbeeld hun optreden in Tel Aviv, nadat we hen hadden benaderd. Voor Israël is dat een klap, want de staat heeft precies zulke internationale artiesten nodig om Tel Aviv dat mooie, glamoureuze imago te geven.
Hebben al deze bedrijven en artiesten die Israël de rug toekeerden werkelijk een effect gehad op de bezetting?
Omar Barghouti: Ja, want hoe komt het dat Israël vandaag wordt erkend als een apartheidsstaat? We zeggen dat al sinds 2004, maar het heeft jaren geduurd voordat mensenrechtenorganisaties als Amnesty International of Human Rights Watch dat ook zouden erkennen.
Volgens de VN-conventie over apartheid moeten derde partijen, andere staten dus, actie ondernemen om apartheid te stoppen. Je moet sancties nemen om apartheid te stoppen, zoals destijds met Zuid-Afrika gebeurde. Dat is niet niks.
Ook economisch heeft die stap een impact. De Israëlische economie is erg sterk dankzij de Verenigde Staten en Europa. Door Israël als een apartheidsstaat te bestempelen, wordt het voor buitenlandse bedrijven moeilijker om er zaken mee te doen.
Het wordt ook lastiger voor Belgische universiteiten om onderzoeksprojecten voort te zetten met Israëlische universiteiten die betrokken zijn bij de bezetting. Het is dus een geleidelijke opbouw van burgerlijk verzet.
Inderdaad, steeds meer stemmen uit de academische wereld in België roepen op om de samenwerking met Israëlische universiteiten stop te zetten. Hoe maken deze universiteiten zich schuldig aan apartheid of oorlogsmisdaden?
Omar Barghouti: Sinds de Israëlisch-Libanese oorlog in 2006 gelooft Israël dat je ongeregelde paramilitaire strijdkrachten en verzetsgroepen niet gemakkelijk kunt verslaan met een regulier, traditioneel leger. Om het verzet de kop in te drukken, moet je de burgers hard treffen. Wat neerkomt op een collectieve straf, een misdaad tegen de menselijkheid.
‘Als het leger een belangrijke pijler is voor Israël, dan is de academische wereld een andere pijler.’
Dat is wat Israël in elke oorlog doet. Het gaat achter burgers aan, vernietigt telecommunicatie, wegen, ziekenhuizen, waterleidingen, noem maar op. Alles wordt heel systematisch verwoest.
Deze aanpak heeft een naam: de Dahiya-doctrine. Dahiya verwijst naar de zuidelijke buitenwijk van de Libanese hoofdstad Beiroet. De doctrine werd door het leger, militaire bedrijven en de universiteiten ontwikkeld. Dat is veelvuldig gedocumenteerd.
Veel van de wapens die Israël in Gaza gebruikt, werden ontwikkeld door de Technion Universiteit, de technische universiteit van Israël en door het Weitzman Instituut. De Hebreeuwse universiteit is deels in een nederzetting in bezet Oost-Jeruzalem gevestigd. Ze confisqueert land van Palestijnen en bouwt slaapzalen voor joodse studenten.
Als het leger een belangrijke pijler is voor Israël, dan is de academische wereld een andere pijler.
Waarnemers zeggen dat Israël Gaza wil ontruimen en de bevolking naar de buurlanden wil verdrijven. Aan de andere kant neemt de solidariteit met de Palestijnen overal in de wereld toe. Denkt u dat die op termijn iets zal opleveren?
Omar Barghouti: Er is duidelijk iets aan het veranderen. Neem België, een typisch EU-land. Jullie vicepremier Petra De Sutter (Groen) pleitte al voor sancties. Ze zei dat, omdat ze op televisie ziet hoe Israël Palestijnse burgers en duizenden kinderen doodt. Het is de eerste genocide die op televisie wordt uitgezonden.
Politici lezen altijd de straat en de peilingen. Ze willen weten hoeveel stemmen een beslissing zal opleveren of kosten. Sommige politici hebben een moreel kompas, maar velen hebben dat niet.
Die laatsten moeten onder druk worden gezet. België heeft twee ministers (De Sutter en minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez (Vooruit), red.) die zich inzetten voor sancties tegen Israël. Dus het werkt. De EU heeft sancties opgelegd aan elk land dat je maar kunt bedenken. Maar nooit heeft ze dat gedaan aan Israël.
‘Als geweldloze beweging zijn we antiracistisch.’
Jewish Voice for Peace (JVP), een van onze belangrijkste partners in de Verenigde Staten, krijgt steeds meer steun. Duizenden jonge joodse Amerikanen sluiten zich aan bij JVP. Ze hebben het Congresgebouw bezet, het Grand Central Station in New York en het Vrijheidsbeeld. Dat was in de internationale media te zien.
Veel jonge joodse Amerikanen zeggen nu: ‘Niet in onze naam! Wij steunen geen genocide. Wij steunen geen apartheid.’ Palestijnse solidariteitsgroepen hielden een demonstratie in Washington waaraan 200.000 mensen deelnamen.
Als we erin slagen om de genocide te stoppen, zoals ik hoop, kan veel van die energie verloren gaan. Tenzij je die kunt kanaliseren in organisaties die met een langetermijnstrategie werken. Het is goed om je woede te uiten, om op straat te komen en slogans te roepen. Maar dat is niet genoeg.
Als geweldloze beweging zijn we antiracistisch. Soms zie je in de Arabische wereld demonstraties die verkeerde slogans gebruiken. Maar wij zeggen altijd: neen, je moet je houden aan de antiracistische agenda.
Wat zou er volgens u op korte termijn moeten gebeuren?
Omar Barghouti: In een land als België heb je nu een vicepremier die aandringt op sancties. Petra De Sutter noemde heel specifiek een militair embargo, een verbod op goederen uit de nederzettingen en een opschorting van de associatieovereenkomst tussen de EU en Israël (een overeenkomst voor een betere economische en politieke samenwerking, red.).p
Een militair embargo betekent niet alleen geen wapens meer kopen van of verkopen aan Israël, maar ook geen wapens laten doorreizen via België. Drie grote Belgische vakbonden hebben zich al aangesloten bij de campagne om te voorkomen dat wapens via Belgische havens en luchthavens naar luchthavens in Israël gaan.
Israël moet die hete adem in de nek voelen. Dat zet een kettingreactie in gang, want zulke campagnes beïnvloeden de Israëlische politiek. En die beïnvloedt dan weer de economie. Israël profiteert van de enorme Europese markt. Laat het een deel van die markt verliezen, dan zal het de druk voelen om te stoppen. Pas dan kunnen we dit systeem van vestigingskolonialisme en apartheid ontmantelen.
SAMIRA BENDADI . 25 NOVEMBER 2023