Het Europees Parlement in Straatsburg keurde vandaag (15 februari 2017) ondanks het brede protest het controversiële handels- en investeringsakkoord met Canada goed met 58,7% van de stemmen. De voorlopige uitvoering van het grootste deel van akkoord kan nu beginnen ook al hebben 38 nationale en regionale parlementen zich nog niet kunnen uitspreken. Ook het Europese Hof van Justitie moet zich nog over de wettelijkheid van CETA buigen. Bovendien stelt zich de vraag hoe de uitvoering van het akkoord kan gemonitord worden.
Geen grote meerderheid
Meer dan 3,5 miljoen mensen tekenden de petitie tegen TTIP en CETA en honderdduizenden mensen betoogden de afgelopen jaren in alle uithoeken van de Europese Unie en Canada. Ze verzetten zich tegen CETA en TTIP omdat dit soort akkoorden achter gesloten deuren tot stand komt en de belangen van buitenlandse investeerders en bedrijven laat voorgaan op democratische besluitvorming en sociale en milieudoelstellingen.
Toch was de goedkeuring van CETA te verwachten gezien de posities van de fracties in het Europese Parlement. Niettemin bleef de uitslag spannend omdat een aantal partijen, en in het bijzonder de sociaaldemocraten verdeeld waren. 58,7 % is zeker geen grote meerderheid.
In de komende dagen zal bekend worden hoe individuele parlementsleden hebben gestemd. Dat geeft een inzicht in de stemmingen die nog moeten volgen in de lidstaten en het zal zeker ook nog aan bod komen bij verkiezingen.
Voorlopige uitvoering begint op 1 maart
Met de stemming in het Europese Parlement kan de voorlopige uitvoering aan de Europese kant beginnen op 1 maart. Dat zal dan vooral betrekking hebben op de afschaffing van de invoertaksen op Canadese producten. Eenmaal ook het Canadese parlement CETA heeft goedgekeurd (na maar liefst vier lezingen) worden de gemeenschappelijke uitvoeringsorganen opgezet die het akkoord stap voor stap zullen uitvoeren.
Daaronder het "Regulatory Cooperation Forum" dat er moet voor zorgen dat de toekomstige regelgeving in Canada en Europa op elkaar afgestemd wordt en zo weinig mogelijk belastend is voor de bedrijven en de handel.
Het belangrijkste orgaan is het "Joint Committee" dat de gehele uitvoering van CETA overziet. Het kan ook bindende interpretaties ervan aannemen en bepaalde aanpassingen maken, bv. aan invoertaksen, de lijst van geografische benamingen of de definitie van intellectuele eigendomsrechten
Uitvoering moeilijk te volgen
Een van de organen die CETA opricht is het "Civil Society Forum" dat zich kan zich kan uitspreken over alle aspecten van de uitvoering. 11.11.11 zetelt in zo'n forum voor de Caraïbische EPA en het handelsakkoord met Colombia en Peru. De ervaring leert ons dat het zeer moeilijk is, zelfs voor parlementen, om te weten te komen wie er in de uitvoeringsorganen zit, wanneer ze samenkomen, en wat er in gebeurt laat staan om er enige invloed op te hebben.
In het geval van CETA betekent dit een groot democratische deficit omdat de gemeenschappelijke uitvoeringsorganen veel te zeggen hebben en zich ook kunnen uitspreken over onze toekomstige regelgeving. Dat is precies één van de reden van ons verzet tegen CETA.
Stop CETA strijd nog niet verloren noch voorbij
Dankzij het protest tegen TTIP en CETA is het meest controversiële deel van CETA uit de voorlopige uitvoering gehaald: de investeerder-staat geschillenregeling (ISDS/ICS). Dit gedeelte kan pas in uitvoering gaan als alle 38 bevoegde nationale en regionale parlementen CETA hebben goedgekeurd. De ervaring leert dat dit gemakkelijk 4-5 jaar kan duren. Bovendien gaat CETA in zijn geheel niet door als ook maar één van die parlementen tegenstemt.
De Stop CETA acties zullen zich vanaf nu concentreren op de nationale/regionale ratificatie én op de komende verkiezingen in Frankrijk, Duitsland en Nederland.
In België hebben alvast vier regeringen en hun parlementaire meerderheid aangekondigd CETA niet goed te keuren als ISDS in CETA niet wordt aangepast.
Steekt het Hof een spaak in de wielen?
En dan zijn er ook nog twee juridische kwesties. Welke is de juiste bevoegdheidsverdeling tussen de Europese Unie en de lidstaten en is de investeerder-staat geschillenregeling wel in overeenstemming met het Europese Verdrag?
Wat de eerste vraag betreft: het Europese Hof van Justitie moet zich binnenkort uitspreken over de bevoegdheidsverdeling tussen de EU en haar lidstaten in verband met het Europese handels- en investeringsakkoord met Singapore. Deze uitspraak zal ook bindend zijn voor CETA. Het ziet er naar uit dat het Hof zal besluiten dat er in het Singapore-akkoord en CETA wel meer onderwerpen zijn dan enkel de investeerder-staat geschillenregeling waarvoor de lidstaten bevoegd zijn. En misschien mogen ook die niet in voorlopige uitvoering gaan.
Wat de tweede vraag betreft: volgens juristen is de investeerder-staat geschillenregeling zoals die in CETA is opgenomen in tegenspraak met de Europese Verdragen en biedt deze regeling te weinig garanties op eerlijke en onafhankelijke uitspraken. Onder Waalse druk heeft de Belgische regering in oktober toegezegd om deze kwestie aan het Hof voor te leggen. Een beslissing van het Hof dat de geschillenregeling niet wettelijk is legt een bom onder CETA en andere EU-akkoorden met ISDS.
Marc Maes
Beleidsmedewerker handelsbeleid