Beleidsmedewerkster Nadia Nsayi was in juni 2017 in Burundi. Dat land zag na de politieke crisis in 2015 de vredesinspanningen eroderen.
Eind 2014 reisde ik door Burundi. Ik keerde toen met weinig hoopvolle verhalen naar België terug. 2015 zou een belangrijk jaar worden. President Pierre Nkurunziza (foto boven, Creative Commons), aan de macht sinds 2005, moest nog beslissen of hij, tegen de grondwet in, voor een derde ambtstermijn zou gaan. Het middenveld tekende verzet aan en eiste respect voor de grondwet. In april 2015 droeg de partij CNDD-FDD Nkurunziza voor als kandidaat. Als antwoord daarop trokken manifestaties door de hoofdstad Bujumbura in wijken waar de oppositie sterk staat. Drie weken lang kwamen jongeren op straat. De politie reageerde brutaal. In mei 2015 kwam het keerpunt. Dissidente militairen deden een poging tot een staatsgreep. Het regime verhardde en de repressie nam nog toe. In een paar weken tijd evolueerde Burundi weer naar een conflictsituatie. De vrede die het land sinds het vredesakkoord van 2000 stap voor stap had opgebouwd, lag aan scherven. Honderden burgers kwamen om, duizenden verdwenen of werden aangehouden. Ongeveer 400.000 Burundezen vluchtten het land uit.
Verdoken geweld
In juni 2017 keerde ik terug naar Burundi met de vraag: hoe stelt het land het twee jaar na de crisis? Het regime heeft de manifestaties, de staatsgreep en de sancties overleefd. De rust lijkt teruggekeerd. Maar het land beleeft een malaise. Vandaag is het geweld verdoken. De VN en organisaties uit het Burundese middenveld spreken van dagelijkse verdwijningen. Ik bezocht de persgroep IWACU/Les voix du Burundi. In juli 2016 verdween de jonge journalist Jean Bigirimana. Tot op vandaag weet niemand waar hij is. De overheid regeert met harde hand: niet alleen de veiligheidsdiensten, maar ook de jongerenliga van de presidentspartij, ook wel de 'Imbonerakure' genoemd, gebruiken geweld. Bij de tegenstanders van het regime namen sommigen de wapens op om rebellengroepen op te richten. (foto; Nadia Nsayi)
Westerse sancties
De malaise is ook zichtbaar op socio-economisch vlak. De werkloosheid nam toe. Kennissen die in instellingen werkten rond Belgisch-Burundese samenwerking verloren hun job. Het hotelwezen, een florerende sector, zit in het slop. De relatie tussen Burundi en het Westen verzuurde enorm. Ik sprak met diplomaten van België en de EU. België, de grootste bilaterale donor, heeft de steun aan de politie stopgezet en een aantal programma's met directe hulp aan de overheid opgeschort. De EU, de grootste multilaterale donor, heeft de begrotingshulp opgeschort zolang Burundi geen vooruitgang boekt op het vlak van mensenrechten. De programma's rond landbouw, onderwijs en gezondheid blijven wel grotendeels doorlopen. Maar de regering heeft zeker minder inkomsten en kampt met een groot tekort aan buitenlandse deviezen. Besparen en zoeken naar nieuwe donoren: zo probeert Burundi de crisis te overwinnen.
Monddood
Burundi kende tot een drietal jaar geleden een zeer dynamisch middenveld en mediasector. Vandaag is de ruimte voor mensenrechtenactivisten en journalisten sterk ingekrompen. Veel geëngageerde burgers zijn in ballingschap (vooral in Rwanda, maar ook in België), opgepakt of vermoord. Sommigen proberen vanuit het buitenland hun activiteiten verder te zetten, anderen werken voort in Burundi, onder zware druk. De hoofdredacteur van de persgroep IWACU woont momenteel in Antwerpen, maar zijn ploeg blijft op een moedige manier de bevolking informeren, ondanks de gevaren. Ook voor de partners van Broederlijk Delen en 11.11.11 is het zoeken naar de juiste werkwijze. Een nieuwe ngo-wet dreigt het werk van (buitenlandse) ngo's te dwarsbomen of zelfs onmogelijk te maken. Meer en meer lijkt het autoritair bestuur van Burundi op dat van buurland Rwanda. Op politiek vlak is Burundi een de facto eenpartijstaat. De partij van de president, een vroegere rebellengroep, is almachtig en in handen van generaals die de president omringen. De oppositie staat erg zwak. Een deel ervan is in ballingschap, een ander deel heeft geen bewegingsruimte in Burundi en houdt zich stil. Ik sprak met Agathon Rwasa, voormalig rebellenleider en de belangrijkste tegenstander van Nkurunziza bij de voorbije verkiezingen. Hij kreeg het vicevoorzitterschap van het parlement, maar heeft in de realiteit weinig macht. De man koestert nog altijd presidentiële ambities, maar het is erg waarschijnlijk dat het regime alles zal doen om hem buiten de verkiezingskoers te houden.
Dialoog over grondwet
Om gesprekken op te starten tussen meerderheid en oppositie en een uitweg te vinden uit de crisis werden twee initiatieven genomen. Op regionaal niveau bemiddelt politicus Benjamin Mkapa, voormalig president van buurland Tanzania, maar hij boekte tot nog toe weinig vooruitgang. In Burundi zelf vond een dialoog plaats die vanuit het regime gestuurd werd. In beide onderhandelingen speelt de grondwet een belangrijke rol. De oppositie wil koste wat het kost vermijden dat de meerderheid de grondwet aanpast zodat Nkurunziza zich in 2020 opnieuw kandidaat stelt. De oppositie en het middenveld zijn echter te zwak om te mobiliseren en de grondwetsherziening tegen te houden. Die herziening is overigens alleen mogelijk als daar binnen de partij van de president consensus over bestaat. Het is immers niet zeker dat de harde kern van het regime een vierde ambtstermijn toelaat. Uitdagingen voor de komende jaren zijn: democratische heropening, verbetering van de socio-economische situatie én het redden van de grondwet. Alleen op die manier kan Burundi de verloren vrede terugvinden.
Nadia Nsayi sprak over de sitatie in Burundi in 'Bureau Buitenland 'op VPRO-radio. Beluister het programma (het Burundi-gedeelte begint op 02:20)
Bron: https://www.paxchristi.be/nieuws/de-verloren-vrede-burundi