Brussel, 24 juli 2018
Akkoord in Nationale Arbeidsraad over beteugelen aantal dagcontracten
De sociale partners hebben in de Nationale Arbeidsraad (NAR) een akkoord gesloten om het gebruik van opeenvolgende dagcontracten te beteugelen.
"Dagcontracten zorgen voor een verpletterende onzekerheid bij mensen. Je weet nooit of en wanneer je zal werken. Je bent nooit zeker van je inkomen. En je kan niets plannen, zelfs het zoeken naar een betere baan is uiterst moeilijk want je moet altijd klaar staan", zegt Mathieu Verjans, nationaal secretaris van het ACV. "Daarom is dit akkoord een belangrijke stap voorwaarts. Uiteraard was het ACV nog veel verder willen gaan. Maar dit is een eerste, belangrijke doorbraak."
"De sterk verbeterde informatieverplichting over het aantal dagcontracten en de verplichting voor de ondernemingen om het gebruik van dagcontracten cijfermatig te onderbouwen, maken dat onze vertegenwoordigers het debat over het gebruik van dagcontracten voluit kunnen aangaan", vervolgt Mathieu Verjans. "Ondernemingen die een debat hierover weigeren, kunnen we dagvaarden voor de arbeidsrechtbank. Tegelijkertijd beseffen we dat onze vertegenwoordigers hiermee een zware taak op hun schouders nemen. Een logisch vervolg op dit akkoord is dan ook stemrecht bij de sociale verkiezingen voor uitzendkrachten. Het is niet meer dan logisch dat ook uitzendkrachten hun stem kunnen uitbrengen op de vertegenwoordigers die hun belangen het best kunnen vertolken in de ondernemingen. Het ACV zet dan ook voluit in op stemrecht voor uitzendkrachten bij de sociale verkiezingen van 2020".
Het akkoord bevat drie luiken.
1. Verbeterde informatie en overleg
Het akkoord verplicht een gebruiker semestrieel volgende informatie mee te delen aan de ondernemingsraad/vakbondsafvaardiging of - voor ondernemingen zonder ondernemingsraad/vakbondsafvaardiging - via het uitzendkantoor aan het Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten:
· Aantal opeenvolgende dagcontracten
· Aantal uitzendkrachten dat gewerkt heeft met opeenvolgende dagcontracten.
Daarnaast krijgt de ondernemingsraad/vakbondsafvaardiging/vakbonden in de Commissie Goede Diensten op eenvoudig verzoek gegevens over het aantal uitzendkrachten per schijf van dagcontracten.
Hieraan wordt een jaarlijkse bespreking gekoppeld met de evaluatie van het gebruik van opeenvolgende dagcontracten gekoppeld aan de nood aan flexibiliteit zoals deze zich voordoet in de onderneming.
2. Beperking van de nood aan flexibiliteit
Daarnaast beperkt het akkoord het aantal dagcontracten dat gebruikt mag worden, zelfs al kan de nood aan flexibiliteit om dagcontracten te gebruiken aangetoond worden. Dagcontracten mogen gebruikt mogen worden in de mate dat hiervoor een rechtvaardiging kan gegeven worden, die cijfermatig onderbouwd moet kunnen worden door de onderneming. Samen met de gedetailleerdere informatie (punt 1.) moet dit maken dat een onderneming het veelvuldig gebruik van opeenvolgende dagcontracten niet onder mat kan vegen met passe-partout verklaringen zoals 'wisselende bestellingen'.
De sanctie voor de gebruiker die deze nood aan flexibiliteit niet kan aantonen voor de ingezette uitzendkrachten met opeenvolgende dagcontracten, blijft ongewijzigd op 2 weken loon. ACV bekwam reeds een eerste sanctie bij misbruik van opeenvolgende dagcontracten. De scherpere regels moeten het bekomen van deze sanctie in de toekomst vergemakkelijken.
3. Engagement tot 20% vermindering opeenvolgende dagcontracten
Ten slotte wordt in de cao een engagement opgenomen om het aantal opeenvolgende dagcontracten met 20% te verminderen over 2 jaar, in de verhouding ten opzichte van het totale aantal uitzendarbeidscontracten. Grosso modo komt dit neer op een vermindering van 800.000 dagcontracten op het totaal van 4 miljoen opeenvolgende dagcontracten (cijfers RSZ).
De cao treedt in werking op 1 oktober dit jaar. De Nationale Arbeidsraad voorziet een evaluatie in 2020, in het bijzonder van de 20 % vermindering.