Koopkrachtplakkaat

EnergieplakkaatC

173646265 10222054268599783 1356797931624160070 n

Delen van artikels

Toen de VS in 1996 met de Wet Helms-Burton ook niet-VS bedrijven en burgers die met Cuba economische transacties onderhouden, met sancties bedreigde, toonde de Europese Unie zich erg verontwaardigd. Meteen keurde de Europese Raad een wetgevend kader goed dat verbiedt om toe te geven aan de blokkade. Daarna bleef de EU héél stil. Een kort overzicht.

De Wet Helms-Burton
De wet Helms-Burton uit 1996 bevestigt de blokkade tegen Cuba en verruimde de toepassing ervan naar alle bedrijven en personen waar ook in de wereld die commerciële of financiële relaties met Cuba onderhouden. Met andere woorden, op een eenzijdige manier beslissen de VS dat niet-VS onderdanen gebonden zijn aan de VS-wetgeving. Met andere woorden, deze blokkade is ook extra-territoriaal.

Art. 1 herbevestigt de Cuban Democracy Act van 1992, dat de economische en financiële blokkade oplegt niet alleen aan VS-bedrijven, maar ook aan hun dochterondernemingen of die nu in de VS of in het buitenland gevestigd zijn en tevens aan en alle buitenlandse personen en bedrijven die in de VS opereren.
Art. 3 bepaalt dat geen enkele fysieke of juridische persoon van welk land ook handel mag drijven met een Cubaans bedrijf dat gevestigd is op gronden die vóór de revolutie van 1959 eigendom was van een VS-burger of -bedrijf.
Art . 4 bepaalt dat niet-VS-burgers die de blokkade niet respecteren, de toegang tot de VS geweigerd kunnen worden en juridisch vervolgd.

Enkele voorbeelden:
De extra-territoriale blokkadewetten hebben een impact op:
1. Internationaal bankieren: De VS verbieden Cuba om transacties in VS-dollar aan te gaan en verbieden alle banken, inclusief buitenlandse banken, om handelstransacties van Cuba in VS-dollar te faciliteren.
Voorbeeld: de Belgische banken weigeren geld over te schrijven naar een Cubaanse rekening.
2. Internationale fusies van ondernemingen: Wanneer een niet-Amerikaans bedrijf fuseert met een VS-bedrijf, wordt deze ook onderhevig aan blokkade-wetten.
Voorbeeld: De verkoop van pacemakers voor Cubaanse hartpatiënten werd plotseling stilgelegd toen Siemens van Zweden en Teletronics Pacing System van Australië de productie en eigendom overdroegen aan een Noord-Amerikaans bedrijf .
3. Niet-VS bedrijven mogen geen producten naar de Cuba uitvoeren, als ook maar één minuscuul onderdeel van VS-makelij is; omgekeerd, mag geen enkel product de VS bereiken, als een onderdeel uit Cuba komt.
Voorbeeld: Er mag geen Belgische chocolade in de Verenigde Staten worden verkocht, tenzij de Belgische regering de Amerikaanse regering de verzekering geeft dat de chocolade geen Cubaanse suiker bevat.

Reactie van de EU op de Wet Helms-Burton
Wereldwijd lokte de Wet Helms-Burton erg negatieve reacties uit; immers de wet kan op geen enkele manier terugvallen op een bepaling in het internationaal recht dat ook de VS onderschrijft.
Ook de Europese Unie heeft zich onmiddellijk verzet. Op de eerste plaats pikt de EU het niet dat de VS eenzijdig en zonder overleg hun internationaal beleid opleggen aan alle andere landen. Ten tweede is het voor de EU onaanvaardbaar dat de Wet Helms-Burton negatieve gevolgen kan hebben voor de samenwerking van Europese bedrijven, ontwikkelingsorganisaties en burgers met Cuba (de zogenaamde extraterritoriale effecten van de blokkade).

Na de goedkeuring van de Wet Helms-Burton overwoog de Europese Unie drie mogelijke opties:
- de zaak aanhangig maken bij de Wereldhandeslorganisatie WHO, omdat het principe van de vrije handel is geschonden
- visa-plicht opleggen aan VS-burgers die naar de EU wllen reizen
- sancties nemen tegen VS-bedrijven die in EU investeren/importeren.

De EU koos voor de eerste optie gekozen en legde klacht neer bij het OMS.
De VS reageerde dat de WHO niet bevoegd is, want het gaat hier niet om een economische maatregel, wel om een politieke. Door de weigering van de VS om het thema te behandelen, kwam de klacht van EU niet op de agenda van de WHO.

Het VS-Congres verruimde via latere amendementen de Wet Helms-Burton naar Libië en Iran. Gezien de belangrijke EU-handelsbelangen met deze landen, verhoogde de EU de druk op de VS. President Clinton deed een kleine toegeving en schortte een deel van artikel III van de Wet Helms-Burton op. Verder spraken de VS en de EU af om in onderling overleg een oplossing te vinden voor artikel IV. De latere presidenten Bush, Obama en zelfs Trump hebben deze gedeeltelijke opschorting van artikel III verlengd. Maar van een definitieve oplossing tussen de EU en de VS is nooit werk gemaakt.

1996 is ook het jaar waarin de EU een heel kritische houding tav Cuba innam. In wat bekend staat als het 'Gezamenlijk Standpunt / Posición Común' stelde de EU de mensenrechten centraal als voorwaarde voor de normalisatie van de betrekkingen met Cuba. Dit harde standpunt belette niet dat de EU de extraterritoriale effecten van de VS-blokkade bleef veroordelen.

Verordening N° 2271/96 van de Europese Raad
(Ndl en Fr versie:
https://publications.europa.eu/nl/publication-detail/-/publication/1c1b11bd-c209-4b4a-b139-081abe8160ad/language-nl)
De Commissie heeft ook prompt een toepasselijk wettelijk kader gecreëerd, met een toepasselijke verordening ("blocking statute") waardoor bedrijven en personen in de gehele Europese Unie de wet Helms-Burton niet hoeven na te leven; tevens voorziet de verordening in de mogelijkheid om schadevergoeding te krijgen voor geleden schade omwille van VS-sancties.

De Verordening 2271/96 verklaart de extraterritoriale effecten van de blokkade illegaal.
Artikel 5 van Verordening 2271/96 verbiedt privépersonen en bedrijven om bevelen of regels op te volgen die voortvloeien uit de illegale blokkadewetten;
Artikel 9 verplicht elke lidstaat ertoe om in het geval van overtredingen sancties te bepalen.
Artikel 2 bepaalt dat wie schade ondervindt, binnen de 30 dagen klacht kan indienen bij de Europese Commissie, die verplicht is de betrokken nationale regering op de hoogte te stellen.


Artikel 2: Wanneer de economische en/of financiële belangen van een in artikel 11 bedoelde persoon rechtstreeks of onrechtstreeks worden geschaad door de in de bijlage
opgenomen wetten of de daarop gebaseerde of daaruit voortvloeiende handelingen, stelt die persoon de Commissie daarvan in kennis binnen 30 dagen vanaf de datum waarop de informatie is verkregen; indien de belangen van een rechtspersoon zijn geschaad, geldt deze verplichting voor directieleden, managers en andere personen met bestuursverantwoordelijkheden.
Artikel 5: Geen van de in artikel 11 bedoelde personen mag, hetzij rechtstreeks, hetzij via een dochteronderneming of tussenpersoon, actief dan wel door opzettelijke nalatigheid, gevolg geven aan eisen of verboden, met inbegrip van verzoeken van buitenlandse rechters, die rechtstreeks of onrechtstreeks gebaseerd zijn op of voortvloeien uit de in de bijlage opgenomen wetten of de daarop gebaseerde of daaruit voortvloeiende handelingen.
Artikel 9: De Lidstaten stellen de sancties vast die bij overtredingen van relevante bepalingen van deze verordening van toepassing zijn. Deze sancties moeten doeltreffend en evenredig zijn, alsmede een preventieve werking hebben.


Maar in de praktijk bleef deze verordening dode letter, op één uitzondering na (zie verder). De Europese Unie toont zich sindsdien vrij laks, deels omdat de druk vanuit de economische wereld op onze politici uitbleef. Maar belangrijker is wellicht dat de EU beste maatjes wil blijven met de grote broer aan de overkant van de oceaan. Alleszins, de Europese politici getuigen hier alleszins van weinig politieke moed en verantwoordelijkheidszin.

De banken passen de blokkade nog strenger toe dan de VS!
Maar zelfs nadat PNB-Paribas in 2014 een monsterboete van 8,9 miljard dollar kreeg voor de overtreding van de blokkade tegen Cuba, Iran, Myamar en Soedan, reageerde de politieke wereld amper. Sindsdien zit de schrik er bij de banken zeker in. Uit voorzorg weigeren de banken in België en andere landen financiële verrichtingen te doen die met Cuba te maken hebben. Bedrijven, ontwikkelingsorganisaties en personen ondervinden de grootste moeilijkheden om nog geld over te schrijven naar een Cubaanse rekening. Maar de overreactie van de banken gaat nog verder: we kennen voorbeelden waarbij banken weigeren een Europese betaling uit te voeren, enkel en alleen omdat in de mededeling het woord 'Cuba' vermeld stond. Vorig jaar werd zelfs de rekening van een solidariteitsorganisatie door de bank opgezegd, evenwel zonder opgave van een reden.

Slechts één concrete actie!
Er is op Europees vlak slechts één concreet voorbeeld van succesvol verzet. In Oostenrijk kwam een meerderheid van de aandelen van de Bank Bawag in handen van het VS consortium Cerberus. In april 2007 gooide de bank een 200-tal Cubaanse klanten buiten met als argument de VS-blokkadewetten. De Oostenrijkse regering verklaarde dat dit illegaal was en de voormalige buitenlandminister Ursula Plassnik leidde een proces in tegen Bawag die onder die druk de maatregel introk.
De geest van de EU-verordening kan dus wel degelijk waargemaakt worden.

Mogen we van F. Mogherini concrete acties verwachten?
De huidige Europese secretaris voor buitenlandse aangelegenheden, Federica Mogherini, heeft sinds haar aantreden het voortouw genomen om de relaties tussen de Europese Unie en Cuba te verbeteren. Zij heeft de Europese Unie weten te bewegen om het vermanende vingertje naar Cuba (Posición Común) op te geven en te vervangen door een dialoog op basis van wederzijds respect (Samenwerkingsverdrag EU-Cuba). Herhaaldelijk heeft zij de VS-blokkade tegen Cuba veroordeeld als zijnde onwettig en achterhaald. Wat betreft de extraterritoriale effecten van de blokkade, verklaarde Mogherini begin 2018: "De EU kan niet toestaan dat Europese bedrijven schade ondervinden van dergelijke unilaterale maatregelen. De Europese landen zullen zich verder inzetten om hieraan een einde te stellen". Maar voorlopig blijven concrete stappen uit.

Bron: https://stopdeblokkade.be/artikel/de-lakse-houding-van-de-eu-tegenover-de-vs-blokkade-tegen-cuba