Het federaal bureau van het ABVV maakte vandaag een analyse van het recente zomerakkoord van de regering-Michel.
De aangekondigde maatregelen zijn een zoveelste stap in de afbraak van onze sociale verworvenheden en onze sociale bescherming:
- aanval op de koopkracht van werknemers, nu door het in vraag stellen van collectieve afspraken over ervaringslonen;
- aanval op sociale uitkeringen, nu door de versnelde daling van de werkloosheidsuitkeringen, het opleggen van de gemeenschapsdienst (zonder verloning ) en door het verminderen van de enveloppe voor de aanpassing van de uitkeringen aan de welvaart-stijging;
- aanval op een fatsoenlijk kader voor de eindeloopbaan van werknemers, nu door het verhogen van de instapleeftijd voor landingsbanen én van het SWT (vroegere brugpensioen) voor werknemers die het slachtoffer zijn van een herstructurering of bedrijfssluiting.
De regering getuigt opnieuw van een totale miskenning van het sociaal overleg terwijl collectief sociaal overleg net zorgt voor meer welvaart voor iedereen.
Het federaal bureau van het ABVV roept al zijn militanten, leden en werknemers daarom op om massaal deel te nemen aan de actiedag van de 3 vakbonden voor waardige pensioenen op 2 oktober. Een actiedag die de vorm zal aannemen van diverse manifestaties en sensibiliseringsacties op regionaal niveau.
Het ABVV zal de werkgevers ook direct interpelleren. Delegaties van de sectoren van het ABVV zullen de komende weken een bezoek brengen aan de verantwoordelijken van de bedrijfsfederaties om hen duidelijk te maken dat het hoog tijd wordt dat het sociaal overleg een eerlijke kans krijgt, onder meer over de pensioenen van werknemers met belastend werk.
De komende dagen zal, na overleg met de andere vakbonden, een krachtig actieplan worden voorgelegd aan onze achterban, met als doel een radicale koersverandering te bekomen in het regeringsbeleid en in de houding van de werkgevers.
Daarom eist het ABVV:
- dat er een billijke pensioenregeling komt voor werknemers met belastend werk, zodat ze vervroegd met pensioen kunnen gaan zonder pensioenverlies;
- dat er ruimte komt voor reële loonsverhogingen waaronder de minimumlonen, en er niet wordt geraakt aan de baremieke verhogingen;
- dat de sociale uitkeringen evolueren met de gestegen welvaart, dat alle minima gevoelig boven de armoedegrens worden getild en dat er geen sprake kan zijn van een verlaging van de werkloosheidsuitkeringen;
- dat werknemers meer rechtszekerheid en werkzekerheid genieten, met respect voor het statuut van werknemers in openbare dienst.