KLIMAATBELEID MOET AMBITIEUZER: 55% BROEIKASGASREDUCTIE STELT EUROPEES PARLEMENT
Europa moet echt een tandje bijsteken als het gaat over EU-ambitie in klimaatbeleid, en concreet betekent dat een daling van de uitstoot van broeikasgassen van ten minste 55 procent in 2030. Dat is de positie die het Europees Parlement vandaag innam, in de aanloop naar de VN-klimaattop (COP24) in het Poolse Katowice in december. Europees parlementslid Bart Staes (Groen): "De groene fractie heeft ervoor gestreden om het EP mee te krijgen in een ambitieuze stellingname. We moeten in Polen absoluut laten zien dat de EU de daad bij het woord wil voegen om het klimaat te beschermen."
Het Europees Parlement stelt in de goedgekeurde resolutie dat de Europese uitstoot van broeikasgassen met ten minste 55 procent moet zijn gedaald in 2030. Het huidige EU-doel van 40 procent minder broeikasgassen in 2030 is veel te laag om de temperatuurstijging ruim onder de twee graden te houden, laat staan anderhalve graden. Onlangs werd dat weer pijnlijk duidelijk toen het anderhalve graden-rapport van de IPCC uitkwam.
Staes: "Het parlement luistert hiermee naar de alarmbel die het IPCC nog heel recent liet klinken. We hopen dat de alarmbel de Europese Commissie en de lidstaten zal wakker schudden. De eis van een daling van broeikasgassen van ten minste 55 procent in 2030 is een noodzakelijke aanscherping van wat de Europese Commissie wil. Als we beloven om de doelstellingen van het akkoord van Parijs te halen, dan moeten we natuurlijk ook het beleid daarop aanpassen."
Staes: "De klimaatwetenschap stelt dat de EU minimaal naar min 55 procent in 2030 moet. Het is goed om te zien dat het in de politiek, al is het met hangen en wurgen, mogelijk is om die klimaatwetenschap te volgen. Nu is het zaak om ook de Europese regeringsleiders ook zo ver te krijgen, zij hebben zich tot dusver nog niet aan een ophoging verbonden. Het Europarlement voert de druk nu gelukkig op."
Staes: "Wereldleiders komen in december in Polen bij elkaar om de regels van het Parijsakkoord verder uit te werken, en om hun nationale klimaatplannen tegen het licht te houden. Dat is hét moment om Europa en de wereld meer in lijn te brengen met de doelen van het klimaatakkoord. De volgende officiële gezamenlijke herziening van de nationale klimaatplannen is pas gepland in 2023. Het is te hopen dat de Belgische regering dezelfde soort besluitvaardigheid over klimaatbeleid aan de dag legt over nationale klimaatplannen, ais over de miljarden aankoop van Amerikaanse wapens en niet wacht tot 2023."
Het parlement ging vandaag ook akkoord met een mandaat voor onderhandelingen met de Commissie en de Raad over een eurovignet voor zwaar vervoer zoals vrachtwagens en bussen. "Dit past ook in het kader van klimaatbeleid en schonere lucht, vanuit het principe 'de vervuiler betaalt'. Bedoeling is ook om de oneerlijke concurrentie van vervuilend en belastend wegvervoer ten opzichte van spoor en watertransport te verminderen. Het IPCC stelde heel duidelijk dat om 1,5 graad te halen de transportsector een grote rol zal moeten spelen," aldus nog Staes.