MODERNISERING SO
Zet de scholen op 1 september 2019 niet op zijn kop!
Leraren vragen inspraak
Meer dan 200 leraren namen gisterenavond in Antwerpen deel aan de informatieavond over de implementatie van de modernisering van het secundair onderwijs. Als blijkt dat er nog een toenemende vraag is voor informatie over de op stapel staande vernieuwingen in het secundair onderwijs, zal COC bijkomende provinciale informatieavonden organiseren.
COC stelt een groeiende onrust in het onderwijsveld vast. Die onrust is er omdat niet alleen de structuur van het secundair onderwijs grondig aangepakt wordt. Er is ook de beslissing van de Vlaamse Regering om de basisvorming niet langer in vakken vast te leggen maar aan de schoolbesturen de vrijheid te geven om de leerdoelen voortaan aan te bieden volgens een organisatievorm die zij zelf bepalen. Dit kan via een clustering van vakken, projectwerk, themaweken... Het gevolg is dat de leraar niet enkel onzeker is over het verder bestaan van de studierichting waarin hij nu lesgeeft maar ook over het voortbestaan van zijn vak.
Daarnaast is er onrust over de inhoud van de nieuwe eindtermen en leerplannen en de tijd die voor de voorbereiding nog resteert. De doelen voor de eerste graad zijn momenteel zelfs nog niet helemaal definitief, die voor de tweede en derde graad en voor de Se-n-Se studierichtingen moeten zelfs nog opgemaakt worden. De leraar en de leerlingen moeten op 1 september samen aan een inhoudelijk traject beginnen waarvan zij niet weten waar dat naartoe loopt. In veel scholen blijkt tot op vandaag zelfs nog geen informatie gegeven te zijn aan de leraren over de hervorming.
Tot slot leidt de communicatie – voor zover die dus al de leraarskamer bereikt heeft - van de onderwijsverstrekkers over de wijzigingen in de concrete organisatie van het lesgebeuren en de vrijheid inzake didactische aanpak door de scholen tot zeer veel vragen. Vakken worden misschien samengevoegd in een cluster maar welke leraar moet die cluster dan voor zijn rekening nemen? Of gaan scholen nog verder en schaffen ze de lessenroosters met vakken af en schakelen ze over naar thema's en projecten op week- of maandbasis? Op dit ogenblik heeft de leraar nog geen antwoord gekregen op deze vragen. Maar er zal van hem wel verwacht worden dat hij op 1 september met alles klaar is om op kwaliteitsvolle wijze les te geven aan zijn leerlingen.
Het is duidelijk dat de hervormingen een grote invloed hebben op de arbeidsinhouden maar ook op de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden van de leraar. Met welk bekwaamheidsbewijs zal welke vakleraar welk vak (of beter gezegd welke leerinhoud want er is geen garantie meer dat het vak blijft bestaan) in de toekomst nog onderwijzen? Welke impact zal het loslaten van de koppeling van het diploma van de leraar en zijn opgebouwde expertise enerzijds en zijn vakdomein anderzijds hebben op de kwaliteit van zijn onderwijs? En hoe zal de concrete schoolorganisatie er morgen uitzien? Zal er nog een wekelijks lessenrooster zijn, zitten leerlingen nog samen in een klasgroep in hetzelfde leslokaal?
COC pleit in de eerste plaats dan ook voor realistische keuzes door schoolbesturen en directies om de leerdoelen in de praktijk te brengen. Het kan niet de bedoeling zijn dat bepaalde methodieken nu gerealiseerd moeten worden op de kap van de man en vrouw in de klas en op de kap van de leerling. Zij mogen geen proefkonijnen worden van onderwijskundige experimenten.
COC pleit er ook voor dat er op alle niveaus – van schoolbestuur en scholengemeenschap tot school, graad, vakwerkgroep enz. – voldoende tijd genomen wordt voor echt overleg en dat de regelgeving inzake het sociaal overleg correct nageleefd wordt. Een school bouw je samen mét de stem van de leraar. Deze hervorming van structuur én inhouden heeft maar kans op slagen wanneer er een breed draagvlak is bij de mensen die instaan voor de concrete uitvoering. We eisen dan ook dat – mocht dat nog niet gebeurd zijn – morgen in elke school het overleg opgestart wordt. En met overleg bedoelen we dat de tekening van de nieuwe school samen met het personeel gemaakt wordt, zowel het profiel en het studieaanbod van de school als de organisatie van de lessentabellen, vakken enz. We eisen ook dat leraars zelf in hun vakwerk- en andere overleggroepen mogen overleggen over hoe de nieuwe leerinhouden een pedagogisch-didactische vertaling krijgen. Enkel op die manier zullen zij met passie hun vak blijven onderwijzen en de kwaliteit van het onderwijs kunnen blijven garanderen. Daar waar nodig zal COC het overleg ondersteunen.
Koen Van Kerkhoven
secretaris-generaal COC