Brussel, 13 maart 2019; Vandaag debatteerde en stemde de Kamercommissie sociale zaken over het wetsvoorstel dat uitzendkrachten toelaat hun stem uit te brengen tijdens de sociale verkiezingen van 2020 in de onderneming waar ze langdurig aan het werk zijn. Dat recht op inspraak voor uitzendkrachten is belangrijk. Want afspraken over loon, vakantie, veiligheid, uurregelingen enzovoort worden gemaakt in het bedrijf waar ze werken. Nadat deze discussie in 2016 nog uitliep op een sisser, kwam er vandaag wel een heel ruime meerderheid in de Kamercommissie. Alle fracties in de commissie steunden het stemrecht voor uitzendkrachten. Enkel de MR onthield zich bij de stemming.
“We zijn hier heel erg tevreden mee”, zegt Herman Fonck van het ACV. “Vaste of tijdelijke werknemers krijgen vanaf drie maanden anciënniteit stemrecht. Maar uitzendkrachten, die daar vaak veel langer werker, kregen dat tot nu toe niet. Dat was fundamenteel onrechtvaardig en discriminerend. Het was niet vol te houden om deze mensen te blijven beschouwen als onmondige tweederangs werknemers die niets te zeggen hebben in de onderneming waar ze werken. Het is goed dat onze volksvertegenwoordigers dat nu ook hebben ingezien. In landen als Nederland, Frankrijk en Duitsland is dit trouwens al lang netjes geregeld.”