Op 23 april werden belangrijke collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) ondertekend in de Nationale Arbeidsraad. De ondertekening van de collectieve arbeidsovereenkomsten in de NAR toont nogmaals het belang van het sociaal overleg in ons land aan. Dankzij het sociaal overleg en de inspanningen van het ACV zal het dagelijkse leven van elke werknemer (met of zonder werk), gepensioneerde, zieke of persoon met een beperking erop vooruitgaan. Tegelijk kunnen nu ook de loononderhandelingen in de sectoren starten. De maximale marge voor de loonkostontwikkeling is 1,1 %, bovenop de verwachte indexering van 3,4 % en uiteraard bovenop de bestaande baremaverhogingen. Op een loonmassa in de privésector van 170 miljard betekent dat 1,87 miljard om over te onderhandelen in sectoren en bedrijven.
In de vandaag ondertekende cao’s onder andere:
- Voor zware beroepen, lange loopbanen, bedrijven in moeilijkheden en herstructurering blijven landingsbanen en SWT beneden de 60 jaar mogelijk: 4/5 landingsbanen vanaf 55 jaar, halftijdse landingsbanen vanaf 57 jaar en SWT vanaf 58 of 59 jaar.
- De tussenkomst van de werkgever in het woon-werkverkeer met het openbaar vervoer gaat omhoog. Ook de eerste 5 km worden voortaan vergoed.
In het interprofessioneel akkoord (IPA) werd ook afgesproken om de pensioenen, ziekte- en werkloosheidsuitkeringen flink te verhogen, bovenop de index.
Er is ook een ontwerp van cao klaar om op 1 juli 2019 het minimumloon met 1,1 % te verhogen. Tegen 30 september willen de sociale partners tot verdere voorstellen komen voor meer verhogingen van het minimumloon. In de sectorale onderhandelingen zal ook worden ingezet op nieuwe stappen in de harmonisering van de aanvullende pensioenen van arbeiders en bedienden.