Enkele tientallen activisten van in België wonende gevluchte West Saharanen en Belgische Solidariteitsorganisaties met deze grotendeels vergeten problematiek, voerden op 6 augustus een korte actie aan het Schuman Rondpunt in Brussel om te protesteren tegen de sinds 1975 voortdurende bezetting van de Westelijke Sahara door Marokko en de brutale onderdrukking van de mensen in dit gebied met de medeplichtigheid van Frankrijk, Spanje en de Europese Unie. Wij herinneren kort aan deze vergeten koloniale geschiedenis en de recente gebeurtenissen en tonen u enkele foto’s van deze symbolische actie.
Korte geschiedenis (bron Wikipedia)
Van 1884 tot 1975 was het gebied, bestaand uit de regio's Saguia el Hamra en Rio de Oro, in het Noord Westen van Africa, een kolonie van Spanje onder de naam Spaanse Sahara. Sindsdien is de status van het gebied omstreden. In 1975 werd de Westelijke Sahara ingelijfd door Marokko, maar op 27 februari 1976 werd met steun van Algerije de "Arabische Democratische Republiek Sahara" (ADRS) uitgeroepen als een onafhankelijke staat. Het grootste gedeelte van het gebied wordt bestuurd door Marokko als de Zuidelijke Provincies; ongeveer één vijfde van de oppervlakte is in handen van Polisario, die het zijn 'vrije zone' noemt.
In 1973 was reeds het Frente Popular para la Liberación de Saguia el Hamra y Rio de Oro – kortweg Polisario – opgericht, dat een gewapende strijd voerde tegen de Spaanse kolonisator voor onafhankelijkheid van de Westelijke Sahara. De beweging wilde een eigen staat creëren voor de oorspronkelijke bevolking van het gebied, veelal aangeduid als de Sahrawi. Bovendien maakte ook buurland Mauritanië aanspraak op de woestijnregio.
In 1975 werd de betwisting voorgelegd aan het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Het Hof deed vervolgens een ondubbelzinnige uitspraak: het erkende dat er reeds vóór de Spaanse kolonisatie banden hadden bestaan tussen de Westelijke Sahara enerzijds en Marokko en Mauritanië anderzijds maar dat beide staten nooit daadwerkelijk gezag hadden uitgeoefend over het gebied. Het Hof kwam dan ook tot de conclusie dat de Westelijke Sahara gedekoloniseerd diende te worden, waarbij het zelfbeschikkingsrecht van de lokale bevolking voorop stond. Polisario beschouwde de uitspraak als een overwinning, omdat het de weg leek te effenen naar een onafhankelijke staat voor de Sahrawi.
Koning Hassan II van Marokko legde de uitspraak echter in zijn voordeel uit. Immers, het Hof had bevestigd dat er historische banden tussen de sultan en de Westelijke Sahara bestonden, en in Hassans ogen rechtvaardigden deze banden een aanspraak op het gebied. Op 6 november 1975 organiseerde de vorst een Groene Mars, waarbij 350.000 Marokkanen naar het grensgebied werden gezonden.
De daaropvolgende inlijving van de Westelijke Sahara door Marokko en Mauritanië deed een felle strijd met Polisario ontbranden. De strijd tegen de guerrillabeweging had echter grote negatieve economische en sociale gevolgen voor Mauritanië: het land stond aan de rand van een financiële instorting en er dreigde een burgeroorlog. Het land gaf in 1979 alle aanspraken op de Westelijke Sahara op.
Marokko nam vervolgens ook het zuidelijk deel van de regio over van Mauritanië en zette de strijd tegen Polisario voort. De beweging werd gesteund door Algerije, dat het expansionisme van Hassan II met argusogen bekeek. De guerrilla die Polisario eind jaren zeventig voerde bleek al gauw succesvol doordat de beweging militaire steun kreeg van Algerije en Libië. Ook waren de troepen gewend aan de extreme weersomstandigheden in het woestijngebied en kenden zij het gebied beter dan het Marokkaanse leger. Uiteindelijk slaagde de beweging erin een groot deel van de Westelijke Sahara te veroveren. Tevens riep Polisario in 1976 de Arabische Democratische Republiek Sahara uit, die als de politieke tak van de beweging ging fungeren en die echter tot op heden slechts uit een regering in ballingschap bestaat, verblijvend in Algerije.
Marokko slaagde er uiteindelijk in het overwicht te krijgen in de strijd. Polisario verloor echter niet alleen fysiek terrein, maar zag ook de internationale steun langzaam afbrokkelen. Het linkse klimaat van de jaren zeventig maakte plaats voor dat van de jaren tachtig en negentig, waarin steun aan communistische bewegingen minder populair werd. De steun van de Arabische Liga en de Organisatie van Afrikaanse Eenheid (OAE) viel weg. Ook Libië heeft begin jaren tachtig een punt gezet achter zijn steun voor Polisario en verbeterde zijn banden met Marokko. Daarnaast bleek ook Algerije niet langer prioriteit te geven aan het slepende conflict met buurland Marokko. Door de binnenlandse problemen waar het land vervolgens tijdens de jaren negentig mee te maken kreeg, boette de Saharakwestie aan belang in bij de Algerijnse machthebbers.
Ook zag de republiek het aantal landen dat haar erkende dalen van 81 naar 41 landen, daardoor slaagde Marokko niet alleen in de gewapende strijd het overwicht te krijgen in het gebied maar ook in de politiek. Als gevolg hiervan zijn er veel Polisario-leden naar Marokko overgelopen, vooral nadat koning Hassan II in de jaren negentig had beloofd dat ze amnestie zouden krijgen. Intussen had Marokko vrij spel om de Westelijke Sahara volledig te integreren in het koninkrijk: een omvangrijk leger, forse economische investeringen en vestigingspremies voor Marokkanen werden ingezet om de regio tot een volwaardige Marokkaanse provincie om te vormen. De oorlog tussen Marokko en Polisario eindigde uiteindelijk in 1991 nadat beide partijen een akkoord inzake een staakt-het-vuren hadden ondertekend.
Belgische Solidariteitsbeweging
Het Belgische Comité voor Steun aan met het Saharwi volk (https://comitebelgesaharaoccidental.wordpress.com/a-propos/) bestaat sinds 1976 en probeert met zeer beperkte middelen de belangstelling voor deze vergeten strijd levendig te houden.
Dit Comité protesteerde onlangs tegen de gewelddadige repressie van een betoging in het bezet gebied Westelijke Sahara waarbij een studente verpletterd werd door een militair voertuig. Deze betoging was vreedzaam begonnen als een optocht om de overwinning van Algerije in de Afrikaanse voetbalbeker te vieren.
Actie in Brussel
Dit gewelddadig incident was de directe aanleiding voor een korte actie aan het Schumanplein om de aandacht van het Belgische publiek en de Europese instanties te vragen voor deze weinig gekende problematiek. Onze reporter-supporter was erbij om de solidariteit van LEF te betuigen en enkele foto”s te maken.
Zie https://photos.app.goo.gl/UfTatdF4Q3xY9XQM8