We zijn aan het eind van ons Congres. Ik kijk terug op drie dagen boeiende debatten. En ik kijk geboeid vooruit. Want dit congres keek naar de toekomst. Niet om die lijdzaam te ondergaan. Wel om die toekomst te maken. Om transities mee te sturen.
Maar voor ik dat aansnijd eerst iets anders. Dank, aan de vele handen achter de schermen. Ik kan er slechts enkele vernoemen: Chris Venstermans en Jochen Mettlen, die het congres praktisch organiseerden. Mathieu Verjans en Marc Becker die samen coördineerden. Chris Serroyen, Herman Fonck en Stijn Sintubin die de werkteksten schreven. Dank aan vertalers en tolken, om ons uit de toren van Babel te houden. De collega’s van diverse diensten van de confederatie. Dank aan wie hier op het podium passeerde. Zeer veel dank aan onze internationale gasten, jullie maken ons beter, omdat jullie ons helpen de vele zorgen van een klein land in groot perspectief te zien. En tot slot… ontzettend veel dank aan elke congressist. Dit was jullie congres, over de transities waar we allen doorheen moeten.
We vatten de vele besluiten steeds samen in enkele speerpunten. De Transitiemakers. Ik heb er tien. Tel mee.
Eén, technologie onderga je niet, die stuur je
Technologische keuzes zijn maatschappelijke keuzes. Net zoals technologie zaak moet zijn van overleg. Zoals we op dit Congres het Pia-principe lanceerden. Uit verontwaardiging. Over het schandaal rond baby Pia, die maar gered kan worden met een peperduur medicijn. Of over een farmabedrijf dat de terugbetaling van een type oogdruppels blokkeert zodat het zelf 0,5 miljard méér incasseert ten koste van onze sociale zekerheid. De overheid moet stoppen met het betalen van technologische ontwikkeling om nadien toe te laten dat bedrijven die enkel voor eigen gewin commercialiseren. Steun aan O&O moet wettelijk gekoppeld worden aan duidelijke voorwaarden: onze samenleving en economie moeten er de vruchten van plukken.
Twee, technologie op zich is geen probleem, wel de winstverdeling
Verlies van jobs op de ene plaats kan men compenseren door nieuwe jobs elders. Dat geldt natuurlijk in het algemeen. Met steeds bijzondere aandacht voor de specifieke situaties. En het geldt op voorwaarde dat je technologiewinsten kan herverdelen. Daarin zijn we in het verleden redelijk geslaagd. Maar dat is geen garantie naar de toekomst. Omdat men wereldwijd mechanismen van herverdeling afbreekt. Omdat men vakbonden, dé garantie voor herverdeling, permanent aanvalt op hun recht van sociaal overleg. Daarom is het zo essentieel om de mechanismen tot herverdeling te vrijwaren en te versterken. Het is niet normaal dat men miljardenwinst uit één nanoseconde speculatie onbelast laat en een gewoon inkomen uit een loopbaan transpiratie overbelast. Een euro, hoe je die ook verdient, moet gelijk belast worden.
Drie, werknemers door de transities loodsen
Technologie biedt kansen om de kwaliteit van werk te verbeteren. Door werk veiliger of minder zwaar te maken. Door anders of minder te gaan werken.
Natuurlijk zorgt de transitie ook voor jobverlies in bedrijven. We hebben al een kader voor herstructureringen. Het beste ter wereld, beweren de werkgevers. Eigenlijk bedoelen ze dat het voor hen gerust wat minder kan. Voor het ACV moet het méér zijn. Bedrijven moeten proactief investeren in levenslang leren, om ontslagen juist te voorkomen. Uit zichzelf doen ze dat niet. Daarom willen we tegen 2020 een recht op 5 dagen opleiding voor elke werknemer. Voor iedereen en overal, dus ook in kmo’s.
Quatre, la technologie peut également alourdir le travail.
Ce n’est pas lié à la technologie mais au fait que des modèles économiques «low cost» réalisent des bénéfices sur le dos de leurs collaborateurs, avec le soutien des lobbies qui éliminent toute forme de protection, sous prétexte que «personne ne doit entraver l’innovation». Mais le progrès peut également être synonyme de régression. Ici en Belgique, les plateformes numériques telles qu’Uber et Deliveroo ont reçu ce qu’elles ont voulu comme un «duty free»: elles ne paient ni impôts ni cotisations. Elles ne contribuent aucunement à la protection des travailleurs et à la sécurité sociale. A ma connaissance, c’est un cas unique au monde. Même nos employeurs estiment que ce système dépasse les bornes. Avec des classes moyennes, nous demandons que la Cour constitutionnelle annule cette décision. Notre dossier est solide.
Nous espérons que les juges rendront un verdict éclairé.
Par ailleurs, les travailleurs des plateformes doivent être couverts par une assurance accident du travail et des règles en matière de durée du travail, d’horaire de travail et de sécurité et santé et ils doivent recevoir un salaire au moins égal au salaire minimum.
Mais nous devons également mettre un terme à toute forme de flexibilité excessive. Des contrats ultra précaires plongent les travailleurs dans une grande insécurité. Les entreprises qui travaillent malgré tout avec ce type de contrat, doivent en subir les conséquences: une augmentation des cotisations doit rendre ces contrats plus onéreux.
Cinq, le patron ne doit pas tout savoir!
Il fut un temps où nous renoncions volontiers à notre droit à la vie privée pour se balader sur la toile. Ce temps est révolu. Nous sommes maintenant conscients des risques. Nous avons recommencé à préserver un peu plus notre vie privée. Alors que les employeurs sont avides de «scanner» les travailleurs au moyen des dernières technologies. Le droit à la vie privée ne doit pas cesser lorsque vous cherchez un emploi ou que vous entrez dans votre entreprise. C’est un droit humain et les entreprises doivent s’y conformer. Toute personne qui travaille ou postule à un emploi doit avoir le droit absolu de consulter et de corriger toutes ses données personnelles détenues par l’entreprise. Dossiers du personnel, évaluations, prestations, résultats de tests,...
Six, rappelons les multinationales à l’ordre!
Souvenez-vous du drame du Rana Plaza: 1.556 morts dans l’effondrement d’une usine au Bangladesh il y a six ans. Ces travailleurs y confectionnaient des vêtements à très bas coût pour des marques internationales onéreuses.
Ce fut un tournant car cette catastrophe a fait voler en éclat le discours non contraignant sur l’entreprenariat durable. Ce qu’il faut, ce sont de nouvelles règles et de nouveaux droits: contraignant, lié à des contrôles et exigibles par les travailleurs. C’est le cas de la loi française appliquée aux multinationales. Cette loi contraint les multinationales à rendre compte de l’impact qu’elles ont ailleurs dans le monde. La Belgique peut suivre cet exemple, en rendant les entreprises actives à l’étranger pénalement responsables de violations des droits humains, des normes fondamentales du travail et des accords internationaux sur le climat et l’environnement. Y compris chez leurs sous-traitants. Cela contribuera à définir des règles européennes et internationales. Et appliquons ces normes et conditions à chaque marché public.
Sept, soutenons la transition climatique!
Nous voulons aider à la concrétiser pour la rendre socialement juste. Pas la ralentir. Mais susciter l’adhésion nécessaire. Un monde plus écologique ne nuit pas à la croissance et à l’emploi. Au contraire. C’est une condition sine qua non.
La Confédération syndicale internationale n’a de cesse de taper sur le clou: il n’y a pas d’emplois sur une planète morte. Nous voulons et pouvons encore inverser la tendance. Et non, nous ne sommes pas naïfs ou négatifs.
Au contraire, nous voulons un avenir pour nos enfants, un avenir positif.
Huit, la migration est un phénomène irréversible.
Les distances deviennent plus courtes, ce qui rend notre monde plus grand, avec une diversité croissante de couleurs, de cultures, de religions, etc. Certains abusent de cette diversité pour polariser la société, en flirtant parfois avec le racisme et la xénophobie. Pourtant, il faut éviter cette polarisation et la combattre. Pour nous tout individu et tout droit humain compte.
Negen, realiseer de SDG's
De doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties voor 2030, werden al in 2015 goedgekeurd. Binnenkort staan we vijf jaar verder, dat is al 1/3 verloren tijd. Want noch op Belgisch vlak, noch op regionaal vlak is er al een begin van uitvoering. Tenzij wat dure PR-initiatieven van bedrijven. Wij schuiven de triple R naar voor: met de R van afdwingbare rechten; de R van opgelegde resultaten; en de R van gehandhaafde regels. Anders komen we er nooit.
En als tiende transitiemaker: een ander ontwikkelingsmodel.
De economische groei slabakt. Maar willen of kunnen we nog terug naar vroegere tijden? Het oude groeimodel is behoorlijk schadelijk voor de kwaliteit van arbeid, voor de integratie van zwakkere mensen, voor klimaat en milieu ook. We moeten onze wereld dus anders ontwikkelen. Ook de OESO geeft dat nu grif toe. Dat vraagt ook meetinstrumenten om de groei en het beschavingsniveau van een land anders te boordelen. En dat vergt andere machtsverhoudingen. De economie moet weg van speculerende aandeelhouders. We moeten de wereld terug in verantwoordelijke handen nemen. Taking back control!
Dat is waarvoor we staan en waar we voor gaan.
Vrienden en vriendinnen,
ook op korte termijn staan we voor zware uitdagingen.
Op 1 november start de nieuwe Europese commissie. Onze regio’s hebben hun regering. Men begint aan een federale regering. Ik heb zowaar compassie met de onderhandelaars. Maar wellicht kunnen we ze helpen.
Want zie je het ook: sinds 26 mei wordt de post nog steeds besteld, de pensioenen en uitkeringen betaald, bus en trein blijven rijden, in klinieken verzorgt men patiënten, in de scholen geeft men les, ... België is helemaal niet stil gevallen. Omdat ons land kan terugvallen op een sterke sociale bescherming, op solide openbare diensten en stevige collectieve voorzieningen.
Om dit zo te houden, ook in de toekomst, moeten we investeren, op grote schaal. Want hoe gaan we bijvoorbeeld patiënten goed blijven verzorgen zonder voldoende handen in de zorg. We willen dat de volgende regering dus sterk investeert in de sociale zekerheid, in de sociale bescherming, kortom in de samenleving.
We hebben dit, samen met de andere vakbonden -collega's wees gegroet- duidelijk gezegd aan de, ondertussen ex-informateurs. We verwachten van de komende regering dat ze een eerlijk en rechtvaardig beleid voert om het hoofd te bieden aan de vele transities waar we door moeten. Iets anders dan wat we in de voorbije legislatuur mee maakten.
Hoe zal men onze economie ondersteunen in de vergroening ervan? Hoe zal men sectoren begeleiden?
Hoe zal men onze werknemers ondersteunen wiens werk, inkomen en leven beïnvloed worden door de transities?
Hoe zal men onze sociale zekerheid van voldoende middelen voorzien en liefst op een eerlijke manier gevraagd aan alle inkomens?
Hoe zal men onze oude dag van een degelijk pensioen voorzien?
Wij willen over al deze vragen een gestructureerd sociaal overleg. Dat vereist dus een andere politieke aanpak. Ik ga het proces van de regering niet meer maken. “Non bis in idem”, zeggen juristen: je mag niemand voor hetzelfde vergrijp twee keer straffen. En de kiezer heeft dat regeringsbeleid op 26 mei al afgestraft. Ik kan alleen de puinhoop opmeten. We stevenen af op een tekort van 13 miljard. Dat voor de helft voortkomt uit de gebroken belofte om de tax shift en de lagere vennootschaps-belasting budgettair neutraal te maken.
Onze sociale zekerheid kan binnen enkele jaren kampen met een onderfinanciering van 5,9 miljard. Vooral door het gratuit snijden in de inkomsten, op allerlei manieren.
Onze woon- en werkwereld worden niet groener. Het beleid faalt in de strijd tegen klimaatverhitting en het realiseren van SDG’s.
En, ergst van al, het maatschappelijke ongenoegen neemt alleen maar toe. De gewone mensen hebben er hun buik van vol. Ze voelen zich niet gerespecteerd. Ze zien en voelen de ongelijke behandeling toenemen. Resultaat van vorig beleid dat de vorige regeringspartijen nochtans graag hadden verder gezet.
Maar de verkiezingsdag heeft hen tot inkeer gebracht. De rechtse partijen gaan er nu prat op dat ze eindelijk begrepen hebben – ik citeer – dat de lasten en de lusten niet eerlijk verdeeld zijn. Dat daar dringend meer evenwicht in moet komen. Dat lijkt verdacht veel op ons syndicale verhaal. Wij leggen al jaren met handen en voeten uit dat de lasten niet eerlijk verdeeld zijn.
Il y a deux ans, le Professeur britannique, Timothy Garton Ash, expliquait le succès du populisme de droite. Selon lui, ce succès est lié aux inégalités.
Ce phénomène découle du fait que les citoyens observent que les riches sont systématiquement avantagés. En outre, Ash estime qu’à la disparité de revenu et de patrimoine s’est ajoutée une frustration née de l’inégalité d’attention, de respect et de compréhension.
Bon nombre de citoyens estiment qu’ils sont laissés pour compte. C’est bien là que le bât blesse. Beaucoup de travailleurs ont le sentiment d’être abandonnés à leur sort, que l’on ne s’intéresse guère à eux et qu’on leur manque de respect. Trop ont le sentiment que la politique mente, obéit surtout aux ordres des lobbys économiques et financiers. Voilà ce que des citoyens dénoncent dans l’isoloir. C’est ce qu’ils revendiquent. Du respect pour leur travail.
Du respect pour la contribution qu’ils apportent au bien-être collectif.
De la compréhension pour les difficultés qu’ils rencontrent dans leur vie.
De l’attention pour ce qu’ils ont à dire. Et c’est cette attention, cette compréhension et ce respect que la CSC continuera de défendre.
Cela commence par le respect envers ceux qui travaillent dure ou ont travaillé dure et qui chaque mois, chaque année, contribuent sans détours à la sécurité sociale, aux services collectifs et à la dette de l’Etat, alors que d’autres, aidés par une armée de conseillers fiscaux, passent entre les mailles du filet.. Voilà le premier axiome du droit au respect: la fiscalité juste. Une contribution juste et équitable de chacun à la société!
Cela passe aussi par le respect de la juste rémunération des personnes qui travaillent dur. Notre position est claire, nous devons sortir du carcan dans lequel est enfermée la politique des salaires. La loi de 2017 ainsi que les éléments contraignants de la loi de 1996 doivent être supprimés.
Le salaire minimum doit être relevé d’urgence. Nous nous sommes mis d’accord sur ce point dans le cadre du projet d’AIP. La CSC a approuvé ce projet, qui a ensuite été adopté par tous les partenaires sociaux au CNT. Cet accord prévoyait déjà une première augmentation de 1,1% au 1er juillet de cette année. Et pour le 30 septembre, nous devions nous concerter au CNT sur une deuxième augmentation substantielle. Depuis, la première augmentation a été bloquée. Par conséquent, les bénéficiaires du salaire minimum perdent 17,5 euros par mois. Dans l’intervalle, ce montant représente déjà 70 euros. Ce qui a déjà fait économiser aux employeurs plus de 16 millions d’euros. La CSC veut une augmentation plus importante pour les salaires les plus bas. Mais nous ne comprenons pas qu’on laisse passer une première augmentation. Cette perte n’est ni justifiable ni acceptable.
Compréhension pour les travailleurs qui subissent des accidents de parcours, respect pour ceux qui partent à la pension. Cela signifie que nous devons renforcer notre protection sociale. Cela signifie qu’il faut percevoir de nouvelles recettes. Des choix politiques ont mis notre système au régime . On peut parfaitement infléchir ces choix politiques. En trouvant d’autres recettes.
Pour mieux faire face aux besoins en matière de soins, au coût du vieillissement, à la pauvreté, etc. Notre société peut opter pour une bonne dose supplémentaire de solidarité. C’est cela respecter les êtres humains et la dignité humaine. C’est cela opter pour le changement!
Ce scénario n’est pas naïf du tout. Nous pensons vraiment qu’il est possible de construire une société meilleure, ouverte, sereine, inclusive, pacifique, où ce ne serait pas chacun pour soi, et Dieu pour tous. Nous préférons prendre en main la solidarité, ici dans ce monde et dans cette vie.
Nous demandons le respect pour ceux qui, chaque jour, s’investissent dans les services collectifs, que ce soit dans le non-marchand, dans le secteur public ou dans l’enseignement. Souvent, la force d’une société ne se mesure qu’à la manière dont elle s’organise collectivement. C’est la seule façon d’édifier un socle , des infrastructures, des fondements communs... Non pas en choisissant la voie du mercantilisme et de la privatisation. L’obsession d’un Etat «plus maigre» est souvent synonyme d’obésité pour les entreprises.
Nous demandons que l’on soit attentif aux générations futures. Au travers de ses actions pour le climat, la jeune génération se mobilise. Elle nous motive pour lutter contre le déréglement climatique et pour une transition juste. Mieux que nous, elle réussit à vraiment agacer le camp des conservateurs. Elle est notre alliée dans notre combat pour un monde plus durable. Ensemble, nous continuerons d’exiger du gouvernement fédéral et d’une Commission européenne, qu’ils soient conscients d’avoir rendez-vous avec l’Histoire avec un grand H. C’est maintenant ou peut-être plus jamais.
Respect voor wie zich engageert voor een betere samenleving. Zolang je stil en ongedwongen hulp biedt aan mensen in nood is er geen probleem. Zolang je met soep bedeling en zwerfvuil opruimen de gaten vult die overheid, non-profit en markt laten is er geen probleem. Maar een middenveld dat er op wijst dat een betere wereld niet alleen loopt via liefdadigheid, maar ook via de politiek, wordt wel als politiek probleem gezien.
Nochtans is het onze rol en verantwoordelijkheid om, ook tussen twee verkiezingen in, onze stem te laten horen. Omdat we een andere sirene laten horen dan het korte signaal dat politici menen te ontwaren in de stembusresultaten. Wij zijn er van overtuigd dat een democratie sterker wordt als ze goed luistert naar haar sociale, culturele, maatschappelijke dynamiek eerder dan die af te zwakken of monddood te maken.
Daarom blijven we ook sterk inzetten op samenwerking met het brede sociale middenveld dat werkt aan een betere wereld op vlak van armoedebestrijding, leefmilieu, klimaat, diversiteit, integratie, gender, cultuur, democratie, duurzaamheid, ...
Samen maken wij een betere wereld. En de rol van vakbonds-mensen is daarin van cruciaal belang. Jullie staan tussen jullie collega's. Jullie horen, zien en spreken op de werkvloer. Jullie geven stem aan jullie collega's op die werkvloer maar ook ver daarbuiten. Jullie zorgen er voor dat hun stem niet enkel om de vijf jaar eventjes en kort gehoord wordt. Jullie houden de beleidsmakers bij de les. Ook al vergt dat soms acties. Maar dat hoort nu eenmaal bij een sterke democratie.
In veel andere landen is het nog moeilijker om een sterke stem te laten horen. Van de Filippijnen over Zimbabwe tot Colombia. Op te veel plaatsen worden syndicalisten van hun vrijheid beroofd, worden hun families geïntimideerd, worden ze met de dood bedreigd, worden ze vermoord. Omdat ze opkomen voor hun fundamentele rechten. Hun situatie krijgt onze solidaire aandacht, ons begrip, ons respect én onze steun. Friends of unions worldwide, we pay you our deepest respect and we salute you!
Vriendinnen, vrienden,
Ik sluit af met een laatste wel gemeend respect. Het respect dat jullie toekomt. Jullie gaven de voorbije jaren weer het beste van jullie zelf. Jullie maakten dit Congres weer tot een verrijkend en hartverwarmend gebeuren. Met duidelijke besluiten. Met een duidelijke marsrichting voor de transities waar we door moeten. Velen van jullie smijten zich opnieuw in de campagne voor de sociale verkiezingen. Om een bedrijfsbeleid te krijgen, om sociale akkoorden te maken, om een politiek te krijgen die recht doet aan gewone mensen. Omdat gewone mensen het belangrijkste zijn.
Dikke, dikke, dikke merci daarvoor. Waarmee ik dit 36ste federale Congres van het ACV officieel voor gesloten verklaar. Je déclare le 36ème congres national clôturé.