Farmabedrijf Janssen strooit kwistig met kaderfuncties: werknemers relatief goedkoop paaien met een fraaie titel en ondertussen in één klap de cao’s, de sociale verkiezingen en de vakbonden het gras voor de voeten wegmaaien. De syndicale delegaties van Janssen vechten in het belang van alle werknemers dit beleid nu voor de rechtbank aan.
De campagne voor de sociale verkiezingen is voor de vakbonden van farmabedrijf Janssen slecht van start gegaan. De beslissing van de directie over de indeling van de beroepscategorieën (“X-35” binnen de procedure van de sociale verkiezingen), heeft als resultaat dat de vakbonden de belangen van nauwelijks 40% van de werknemers zouden mogen vertegenwoordigen.
“Onze directie meent dat er nu al 2900 kaders zijn op 4800 werknemers, dus 60% kaderfuncties”, laten de vakbonden weten. “Dat was in 2004 nog zo’n 30% en in 2016 zo’n 50%. De verhoudingen zijn hier compleet zoek, er wordt oneigenlijk gebruik (ja, zelfs bewust misbruik) gemaakt van het begrip kader in de procedure van de sociale verkiezingen 2020.”
De directie vindt eveneens dat de vakbonden deze beroepscategorie niet langer mogen vertegenwoordigen. De delegaties hebben daarom op het bedrijf het initiatief genomen om op 15 januari bij de arbeidsrechtbank een verzoekschrift neer te leggen tegen deze beslissing.
Directie strooit zand in de ogen
Is de kaderfunctie een vorm van erkenning voor de werknemer? Daar speelt de directie gretig op in. Toch is de delegatie er niet alleen van overtuigd dat er nu kaders zijn wiens beroep niet in het minst overeenkomt met de functie (zoals het uitvoeren van operationele taken eigen aan bedienden in shiften en onder een directe leidinggevende), maar ook dat deze classificatie hen op termijn nadelig uitkomt door voordelen te ontzeggen die men als bediende wel zou krijgen.
Een kader kan volgens de regeling op het bedrijf immers niet rekenen op sectorcao’s, bedrijfscao’s, herstructurering-cao’s, arbeidsduur-reglementering noch de syndicale bijstand.
En zo laat het akkoord dat in 2019 werd bereikt over het afschaffen van het begrip arbeiders een wrange nasmaak na. “Toen had de directie in de media de mond vol van het wegwerken van discriminatie onder de werknemers en het goede sociale overleg op het bedrijf. Ondertussen voert ze aan de andere kant een nieuwe discriminatie in onder de werknemers door oneigenlijk gebruik te maken van het begrip kader en probeert ze het sociaal overleg tegelijkertijd monddood te maken.”
De vakbonden dringen er op aan de kaders beter te kunnen vertegenwoordigen, ondersteunen en verdedigen.
Verloop:
De zaak zal gepleit worden op vrijdag 31.1.2020 (vermoedelijk om 9u30, doch dat is nog niet formeel bevestigd), waarna vonnis uiterlijk vrijdag 7.2.2020.
Voor alle verder toelichting en standpunt van ABVV Scheikunde kan u bij Serge Seret terecht.