De 25e jaarlijkse klimaatconferentie eindigde op zondag 15 december in Madrid. Nooit eerder sleepten de onderhandelingen zo lang aan. Uitgestelde discussies over koolstofmarkten, minimale ambitie en teleurstelling voor ontwikkelingslanden: tussen hoge verwachtingen en kleine overwinningen in, blikken we terug op twee weken van onderhandelingen. Enkele lidorganisaties van de Klimaatcoalitie waren aanwezig in Madrid, waar ze verschillende ministers ontmoet hebben om onze aanbevelingen over te maken. Hieronder analyseren we het resultaat van de COP25.
AMBITIE VIEL VAN DE AGENDA
De COP25 werd gezien als een sleutelmoment om de wereldwijde klimaatactie aan te scherpen. In het kader van het Akkoord van Parijs moeten de landen immers hun klimaatplannen herzien ten laatste tegen de volgende klimaattop die in november 2020 in Glasgow plaatsvindt (COP26). Om de opwarming van de aarde onder 1,5°C te houden, moeten deze bijgewerkte plannen zo snel mogelijk worden ingediend, zodat er een positieve internationale dynamiek ontstaat en de globale uitstoot effectief vermindert. Helaas hebben de grootste vervuilers (Brazilië, de Verenigde Staten, Australië en Saoedi-Arabië) er alles aan gedaan om die noodzakelijke verhoging van de ambitie van de agenda te houden. Andere grote ontwikkelingslanden, zoals China en India, gaven aan dat de voorwaarde voor elke discussie over de verbetering van hun huidige doelstellingen, is dat rijke landen hun beloftes op vlak van financiering in 2020 nakomen.
Kleine eilandstaten en de minst ontwikkelde landen lieten ondanks alles wel luid hun stem horen, door de urgentie van de situatie te benadrukken en te proberen het goede voorbeeld te geven. Zo riepen de Marshalleilanden opnieuw op om zich aan te sluiten bij een coalitie van landen die bereid zijn hun klimaatambities te verhogen. Ondertussen zijn er 108 landen die hebben aangegeven dat ze in 2020 een verhoogd plan zullen indienen, samen echter maar goed voor 15% van de globale uitstoot. België sloot zich niet aan bij deze oproep.
MINIMUMBESLUIT
Omwille van scheve machtsverhoudingen en de passieve en soms zelfs giftige houding van de grootste uitstoters in de discussies, is de taal over ambitie in de uiteindelijke beslissing van de COP zeer zwak. Alle partijen worden opgeroepen om hun nieuwe klimaatplannen in 2020 te "communiceren", in plaats van ze te "updaten" of "verbeteren", zoals de wetenschap voorlegt. Als reactie op dit zwak compromis verklaarden verschillende landen tijdens de slotceremonie dat ze alsnog aandringen op meer ambitieuze taal, waarbij ze de nadruk leggen op de kloof tussen de huidige engagementen van landen en wat nodig is om de globale opwarming "ver onder de 2°C" te houden. De huidige plannen zetten ons immers op een traject van meer dan 3°C [1].
EUROPA ZET BELANGRIJKE STAPPEN
Wel een hoopvol signaal: de Europese Commissie heeft de COP25 aangegrepen om haar nieuwe klimaatactieplan, de European Green Deal [2], bekend te maken. Er rijzen nog veel vragen over de uitvoering van dit plan, met name wat betreft de financiering ervan, de engagementen van de lidstaten en het voorgestelde tijdschema voor de verhoging van de Europese doelstelling in de aanloop naar de top in Glasgow. De Europese Commissie is van plan een nieuwe doelstelling aan te kondigen van "-50%, of zelfs -55%" in broeikasgasreducties (in 2030 ten opzichte van 1990) tegen de "zomer 2020". Indien dit wordt bevestigd, is dit echter te laat. Om een internationale dynamiek van klimaatambitie in gang te zetten, zou de Europese Unie als ‘klimaatleider’ het voortouw moeten nemen en idealiter uiterlijk in het voorjaar van 2020 met een verhoogde doelstelling moeten komen. Parallel met deze aankondiging heeft de Europese Raad een doelstelling vastgesteld om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn, maar wel zonder Polen. Europa zet met deze twee aankondigingen belangrijke stappen in de richting van de noodzakelijke transitie naar een koolstofarme samenleving.
ARTIKEL 6: (OPNIEUW) UITGESTELD
In deze sfeer van lage ambitie zijn de discussies over de internationale koolstofmarkten ook dit jaar weer mislukt. De standpunten van sommige partijen, met name Brazilië en Australië, om de oude kredieten van de mechanismen van het Kyoto-protocol over te hevelen naar de nieuwe koolstofmarkt, waren onaanvaardbaar. Bovendien wilde Brazilië verhandelde uitstoot dubbel tellen, een standpunt dat onverenigbaar is met de geest van het Akkoord van Parijs en de posities van zo goed als alle andere landen, waaronder de Europese Unie.
Als reactie op deze standpunten, die een gevaar vormen voor de milieu-integriteit en de mensenrechten, heeft een alliantie van zo'n 30 landen onder leiding van Costa Rica en met inbegrip van grote Europese landen aangedrongen op strenge regels [3]. Deze landen waren van mening dat het beter was om geen afspraken te bekomen dan slechte afspraken over koolstofmarkten, die het hele Akkoord van Parijs dreigden te ondermijnen. De Klimaatcoalitie is verheugd over de beslissing van België om zich in de laatste uren van de top bij deze alliantie aan te sluiten. Het uitstellen van de discussie is dus eigenlijk goed nieuws, ook al zet het de onderhandelingen van volgend jaar extra onder druk.
GEEN EXTRA FINANCIERING VOOR KLIMAATSCHADE
Een ander belangrijk onderwerp van deze onderhandelingen was de herziening van het Warsaw International Mechanism on Loss and Damage (WIM). De uitvoering van de derde pijler van dit mechanisme, namelijk financiële steun en capaciteitsopbouw, zorgde voor de meeste spanningen. De ontwikkelingslanden hebben zich onder de paraplu van de G77 en China verenigd om met één stem te eisen dat er een nieuw financieel mechanisme zou worden opgericht om de kwestie van klimaatschade aan te pakken met éxtra middelen. Lijnrecht daartegenover stonden de rijke landen, die van mening zijn dat er voldoende financiële instrumenten bestaan om deze kwestie aan te pakken.
Na lange gesprekken op hoog niveau is uiteindelijk een compromis bereikt: de discussie wordt volgend jaar verder gezet en een groep van experts zal verder nadenken over de financiering van klimaatschade in ontwikkelingslanden. Die expertengroep zal met name onderzoeken hoe het Green Climate Fund een rol kan spelen in de aanpak van klimaatschade. Zonder extra geld bestaat echter een groot risico dat de klimaatslachtoffers worden gecompenseerd met middelen die voorzien zijn voor aanpassing en koolstofarme ontwikkeling, die nu al onvoldoende zijn [4].
KLIMAATFINANCIERING: HOGE VERWACHTINGEN VOOR 2020
Bovendien zijn er geen garanties dat de rijke landen de nodige middelen zullen voorzien om de doelstelling van 100 miljard dollar per jaar te halen tegen 2020. In de aanloop naar de deadline van 2020 vrezen de ontwikkelingslanden een halflege enveloppe te ontvangen. Het is duidelijk dat de realiteit veraf staat van de belofte, in tegenstelling tot wat sommige analyses beweren, en dat de kwaliteit van de toegekende financiering niet altijd optimaal is. Zo wordt een groot deel van de voorziene financiering niet gegeven maar geleend en is het bovendien niet ‘nieuw en additioneel’. In het kader hiervan was in Madrid de herfinanciering van het Green Climate Fund ook een belangrijke kwestie. De Klimaatcoalitie vroeg om een verdubbeling van de Belgische bijdrage en kreeg gehoor van de Federale regering: minister Marghem kondigde in haar speech een bijdrage van 100 miljoen euro aan.
IEDEREEN AAN BOORD?
Talrijke deelnemers van de top - zowel van het middenveld als delegaties van ontwikkelingslanden - hebben Madrid verlaten met een gevoel van uitsluiting. Vooral voor de meest kwetsbare landen bereikten de spanningen een hoogtepunt toen ze werden uitgesloten van onderhandelingen over koolstofmarkten die achter de schermen tussen enkele grote landen plaatsvonden. Deze gebeurtenis - die sterk deed denken aan de laatste uren van de mislukte top in Kopenhagen in 2009 - zette de onderhandelingen onder grote druk en leidde bijna tot een totale mislukking.
Ook het middenveld voelde zich niet begrepen noch echt gehoord in Madrid. Daarom hebben we een alternatieve slotceremonie georganiseerd. Ngo’s, vakbonden, vrouwenorganisaties en inheemse bevolkingen kwamen samen om de inertie van de twee weken van onderhandelingen aan de kaak te stellen, die in schril contrast stond met de roep van miljoenen burgers op straat en de vele alarmsignalen van wetenschappers doorheen 2019. Zij wezen ook op het gebrek aan integratie van respect voor mensenrechten in de gesprekken. Ambitie is cruciaal om de doelstellingen van het Akkoord van Parijs te respecteren en onze uitstoot drastisch te beperken, maar de maatregelen om ze te realiseren moeten eerlijk en inclusief zijn.
Wat wél een positieve stap voorwaarts was in Madrid, is de goedkeuring van een nieuw genderactieplan (GAP) voor de integratie van gendergelijkheid in alle klimaatmaatregelen en -besluiten voor de komende vijf jaar. In het plan wordt duidelijk verwezen naar mensenrechten, de nood aan een rechtvaardige transitie en toekomstige financiering.
2020: GEEN TIJD MEER TE VERLIEZEN!
2020 moet het jaar worden waarin de druk van de burgers zich omzet in een drastische omslag in het beleid en de samenleving. De miljoenen mensen die al maanden op straat komen, de ondubbelzinnige wetenschappelijke rapporten en het groeiende succes van duurzame alternatieven zoals het bankproject NewB in België, tonen dat de transitie al is ingezet. We hebben elf maanden de tijd om deze transitie op het juiste spoor te zetten en een decennium om de nodige maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn om de beloofde koolstofneutraliteit in 2050 mogelijk te maken. Laten we geen tijd meer verspillen.
[1] Zie het laatste rapport van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties, waarin wordt aangekondigd dat we momenteel evolueren naar 3,2°C globale opwarming: https://wedocs.unep.org/bitstream/handle/20.500.11822/30797/EGR2019.pdf?...
[2] De tekst van de Green Deal is hier beschikbaar: https://ec.europa.eu/info/sites/info/files/european-green-deal-communica.... Voor meer informatie over de inhoud van deze Green Deal: https://www.politico.eu/wp-content/uploads/2019/12/Presentation_de_la_co...
[3] Verklaring van San Jose: https://cambioclimatico.go.cr/press-release-leading-countries-set-benchm...
[4] Volgens het Milieuprogramma van de Verenigde Naties, zou de jaarlijkse kost voor adaptatie, alleen in de ontwikkelingslanden, kunnen oplopen tot 300 miljard dollar tegen 2030. Zie UNEP (2016), Adaptation Gap Report 2016.
Bron: http://www.klimaatcoalitie.be/nieuws/analyse-de-klimaatcrisis-niet-voelbaar-op-klimaattop-madrid