Er zit veel eten en drinken in de Europese Green Deal van de nieuwe Commissie, zo ontdekten we bij de aankondiging in december al. Intussen vond het eerste voorgerecht zijn weg naar onze tafel: het gelekte Actieplan Circulaire Economie, dat officieel pas op 10 maart wordt geserveerd. Na een eerste lezing likken we voorzichtig onze duimen en vingers af. Hiermee kan Europa potten breken.
Een sappige brok van formaat
De inleiding is meteen raak: voor de eerste keer stelt de Commissie openlijk voor de Europese materialenvoetafdruk te halveren (al is het ambitieniveau nog onderwerp van discussie) en onze consumptie in lijn te brengen met de planetaire grenzen. Dit is potentieel een gamechanger in de aanpak van de grondstoffenproblematiek. Het voornemen verschijnt kort na de recente consumptiedoelstellingen die in Vlaanderen (en Nederland) zijn opgesteld, een onderbelicht fenomeen waarover we recent schreven.
De Commissie volgt deze twee koplopers op de voet, al moet gezegd dat het actieplan op een halvering mikt tegen 2050 in plaats van 2030. Dat volstaat niet, en sowieso is 2050 te ver weg om te wegen op het politiek debat vandaag. Toch is deze actie zeer welkom. Het pionierswerk in Vlaanderen op vlak van indicatoren kan hierin nog een grote rol spelen.
Afval en verpakkingen
Een andere opgemerkt actieterrein: afvalreductie. Gemiddeld produceert elke EU-burger 488 kg (!) huishoudelijk afval per jaar. Bedoeling is dat te halveren. Ook al doen we het in België en Vlaanderen gemiddeld wat beter, ook wij zullen de zeilen fors bijzetten. Hoe dan ook is het een vereiste om onze klimaatdoelstellingen te halen. Tegen 2030 wil het klimaat- en energieplan van Vlaanderen ruim 25 procent van de verbrandingsemissies reduceren. Onze verbrandingsovens zijn vandaag niet uitgerust met koolstofafvang en -opslagsystemen (carbon capture storage/usage, CCS/U), de CO2 die vrijkomt bij de verbranding van afval kunnen we niet opnieuw uit de lucht halen. Dat betekent dat we minder zullen moeten verbranden. Minder afval produceren dus.
Op het vlak van verpakkingsafval hebben we in Europa nooit eerder zoveel geproduceerd: 173 kg per persoon (in 2017). Dat gaat de Commissie nu ook aanpakken, door wijzigingen aan te brengen in de zogenaamde essentiële vereisten waaraan verpakkingsproducenten moeten voldoen. Bedoeling is deze te richten op hergebruik en recycleerbaarheid. Dat klinkt als muziek in onze oren, al blijft de eerste prioriteit in ons land wel de handhaving. Er zíjn vandaag al regels rond het beperken van verpakkingen tot het strikt noodzakelijke. Alleen trekken tal van producenten zich daar niets van aan.
Vooral wat hergebruik betreft is die nieuwe insteek een goede zaak. Want het maatschappelijk doel van de organisaties voor verpakkingsbeheer (zoals Fost Plus en Val-i-Pac) is niet op hergebruik gericht, net zomin als de samenwerkingsovereenkomst tussen de drie gewesten over verpakkingsafval. We hopen dat dit actieplan een nieuw momentum op gang brengt om hergebruik, in het bijzonder voor huishoudelijk verpakkingsafval, centraal te zetten.
Interessant is alleszins dat de Commissie expliciete reductiedoelstellingen voor de productie van verpakkingsafval overweegt. Dat is een stuk beter dan de recyclagedoelstellingen die de EU vandaag hanteert. Ook al zijn die in recente herziening van de afvalwetgeving opgetrokken, als we meer verpakkingen produceren leidt dat niet noodzakelijk tot een daling van de milieu-impact. Een rebound-effect dus. Bovendien maakt het beleid geen onderscheid tussen hoogwaardige en laagwaardige (ook wel downcycling genoemd) recyclagetoepassingen.
Duurzaam en circulair productdesign
De Commissie voorziet een nieuw initiatief rond duurzaam productdesign, gericht op circulair ontwerp en een verminderde milieu- en sociale impact over de hele levenscyclus. We herkennen een aantal goede principes in de tekst: prioriteit voor hergebruik en preventie, en een verbod op de vernietiging van bederfelijke producten (zoals voedsel). Tegen 2021 wil de Commissie duidelijke doelstellingen in stelling brengen om voedselverlies te reduceren (in lijn met de SDGs).
Het actieplan gaat specifieker in op nieuwe wetgeving op vlak van batterijen. Welkom, want het is een serieuze bekommernis gelet op de verwachte toename in elektrisch vervoer. De ontwerpstandaarden van batterijen worden verduurzaamd, er komen regels rond ‘recycled content’ en in de inzamel- en recyclagepercentages moeten fors omhoog, al wordt nog geen duidelijke doelstelling voorgesteld. Wij mikken op minstens 90 procent (en meer waar mogelijk) inzameling en recyclage van de belangrijkste batterijcomponenten.
Verder scharen we ons achter de aanbevelingen van Transport & Environment: (1) garanties op een zo laag mogelijk koolstofvoetafdruk gemeten over de hele waardeketen en productiecyclus, (2) ethische en verantwoordelijke ontginning en aankoop van ruwe grondstoffen (door het verplichten van de OECD Guidelines on responsible business), (3) Een circulair ontwerp dat hergebruik, herbestemming, remanufacturing en uiteindelijk recycling toelaat, en gebruik maakt van gerecycleerde materialen; (4) en een robuust digitaal en transparant batterijpaspoort (met adequate tracering).
Een aantal van deze zaken zien we gelukkig terugkomen in de tekst. Alleen de voorwaardelijke formulering is nog ietwat zorgwekkend, maar we houden dit scherp in de gaten.
Het Europees productpaspoort
Wat dat laatste punt betreft: het elektronisch productpaspoort krijgt een prominente vermelding, een uitstekende zaak. Dit paspoort is een instrument waarmee je de milieuvoetafdruk, sociale indicatoren, beschikbaarheid van wisselstukken en informatie rond uitgebreide producentenverantwoordelijkheid kan traceren. Hiermee kan informatie over de hele waardeketen met elkaar verbonden worden, wat essentieel is voor producenten (en gebruikers) die grondstoffen hergebruiken, recycleren enzovoort. Zo weet een bedrijf dat bijvoorbeeld batterijen recycleert hoe het die kan demonteren en welke stoffen ze bevatten.
Zo’n instrument is echt geweldig belangrijk. De Commissie stelt voor om sectorale akkoorden te sluiten die bepalen welke informatie daarin vervat wordt. Om de veiligheid en vertrouwelijkheid te bewaren voorziet de Commissie een ‘European Circular Dataspace’, waarin allerlei datasets rond hergebruikte materiaalstromen worden samengebracht. Een ambitieus en noodzakelijk project om industriële symbiose en circulaire waardeketens te creëren.
Right to repair komt eraan
Het initiatief rond duurzaam productdesign voorziet ook allerlei ondersteuningsmaatregelen om het delen, repareren, hergebruiken, upgraden en remanufacturen van producten te versterken. Het pièce de résistance is een ‘right to repair’ in het Europees consumentenrecht. Dat zorgt ervoor dat ook gewone burgers gebruik kunnen maken van wisselstukken, herstelgidsen, hersteldiensten, verbruiksgoederen en dergelijke die tot dusver niet beschikbaar waren, ofwel enkel toegankelijk waren in een professionele context. Dat zijn geen overbodige maatregelen, want we moeten dringend onze kar keren.
Een voorbeeld: het volume aan elektronisch afval groeit met 3 tot 5 procent per jaar in de EU. En dus ook de klimaatimpact. Onze collega’s van EEB hebben aangetoond dat een verlenging van de levensduur van smartphones in de EU met een jaar een daling van de uitstoot oplevert die hetzelfde is als die van 2 miljoen wagens (4 miljoen ton CO2). Als we de levensduur met vijf jaar verlengen, dan halen we 5 miljoen wagens van de weg. Dat zijn ongeveer alle wagens in België. En toch daalt de levensduur van elektronische toestellen. De Commissie zal rond smartphones werken aan betere ecodesignvereisten en het standaardiseren van de laders, en de behandeling van elektronisch afval verder harmoniseren in Europa.
Overheden zijn aan zet
De Commissie wil ook verplichte minimumcriteria voor publieke aanbestedingen instellen, vanuit de vaststelling dat het bestaande en reeds herziene kader rond zogenaamde ‘green public procurement’ simpelweg niet volstaat om ‘groene aankopen’ te mainstreamen. Dat is interessant, want publieke overheden in de EU kopen voor een biljoen euro (1.000 miljard!) per jaar aan goederen. Daar kan je een en ander mee in beweging zetten. De overheden in ons land letten dus maar beter goed op de Europese initiatieven, want ook in het Vlaamse regeerakkoord zijn circulaire aankopen een prioriteit.
Terzijde: rond circulair ICT leverde Bond Beter Leefmilieu recent nog dit standaardbestek op (dat we in een vervolgtraject in de praktijk zullen brengen in samenwerking met de provincie Antwerpen). Naast verplichtingen komt de Commissie ook met begeleiding, training en verspreiding van best practices. Overheden zullen er dus heus niet alleen voorstaan. De Commissie zal bovendien zelf een ‘sustainable procurement strategy’ ontwikkelen, en zo het voorbeeld geven voor andere overheden.
Plastics opnieuw in het vizier
De Commissie gaat voort op het elan van de voorbije twee jaar: ze gaat zich nu ook richten op microplastics afkomstig van banden, textiel en pelletverlies. Belangrijk, want die vormen een groter gevaar dan de grotere stukken plastic in onze oceanen, zoals het IUCN aangeeft. Labeling, certificering en gelukkig ook regelgeving behoren tot mogelijke instrumenten om deze microplastics aan te pakken. Ook de duurzaamheidsclaims van bioplastics en biodegradeerbare plastics zullen aangepakt worden.
Zoals deze brochure van Ovam aangeeft, is het niet eenvoudig om door het bos de bomen te zien. Greenwashing is de orde van de dag. De Commissie zal verduidelijken wanneer dergelijke plastics al dan niet een impact hebben op het milieu, en zal criteria opstellen voor de mogelijke toepassingen van deze materialen. Dat kader zal ook kijken naar de herkomst van de materialen, want ook die moet duurzaam zijn. Het kan niet de bedoeling zijn om fossiele bronnen te vervangen door organische als we daarvoor alle bossen moeten kappen.
Ook positief is dat de Commissie chemisch recycleren voorstelt als complementair aan mechanisch recycleren na effectieve selectieve inzameling. Chemische recyclage heeft een belangrijke toekomst, maar gelet op de hoge energievraag voor dergelijke installaties beperken we dit best enkel voor plastics die nu eenmaal niet op een andere manier gerecycleerd worden. We voegen daar aan toe dat verwerken van plastic afval tot brandstoffen geen recyclage inhoudt, en dus geen toekomst heeft.
Als bonus zullen publieke overheden verplicht worden drinkbaar water beschikbaar te stellen in publieke plaatsen, wat in lijn ligt met de richtlijn rond drinkbaar water. Een kleine maar symbolisch belangrijke stap om water in flessen in te dammen. Zoals onze lidvereniging Robinetto zeg, drinken we jaarlijks meer dan 1,4 miljard liter flessenwater: ruim vijf keer meer dan de Nederlanders. Hoog tijd dus om af te kicken van de flesverslaving, mede dankzij Europa.
Jobs, jobs, jobs
Jawel, de circulaire economie heeft veel nieuwe jobs in petto. De Commissie wil die positieve jobcreatie een duwtje in de rug geven, in het bijzonder om achtergestelde regio’s te stimuleren en waarde lokaal te laten circuleren. Ze stelt een ‘Skills Pact’ voor, een soort multistakeholder partnerschap om de digitale en circulaire economie ingang te doen vinden in strategische sectoren en waardeketens. We moeten nog bekijken wat dit behalve deze trendy begrippen effectief inhoudt, maar de aandacht voor opleiding en begeleiding naar nieuwe circulaire jobs is prima en zeer terecht.
Vanaf 2021 zal het European Social Fund+ maatregelen ontwikkelen voor educatie en training, en levenslang leren. Ook sociale innovatie en nieuwe (circulaire) businessmodellen wil de Commissie hierin integreren. Het veelbesproken Just Transition Fund, waar Vlaanderen weliswaar niet veel uit zal persen, richt zich hoofdzakelijk op achtergestelde gebieden.
We kunnen daarentegen onze pijlen richten op de lokale Circular Economy Action Plans. Ook hier moet meer concrete informatie volgen, maar wij wijzen nu al op dit nieuwe initiatief van de Europese Investeringsbank: de circular city funding guide. Op een wat grotere schaal zullen InvestEU, Horizon Europe en het Innovatiefonds belangrijke financieringsbronnen vormen. Het innovatiefonds in het bijzonder zal zich op de omslag naar een klimaatneutrale economie richten.
Circulaire producten en het creëren van de markten hiervoor staan centraal in de aanbevelingen van het Masterplan voor de energie-intensieve industrieën. Daarnaast wil de Commissie ook uitzoeken hoe de richtlijn industriële emissies de circulaire economie in de industrie kan bevorderen. Wie op zoek is naar een nieuwe jobmotor, kijkt dus best naar de hele hypetrein van de circulaire economie.
It’s the economy, stupid
Om de omslag juist te krijgen, moet ook het economisch kader goed zitten. De Commissie zal de nieuwe verordening rond de ‘taxonomie’ gebruiken om circulaire economieprojecten te beoordelen (bv. via Ecolabelcriteria voor financiële producten). Dit betekent in gewone mensentaal dat investeringsbeslissingen op basis van transparante criteria zullen plaatsvinden, zodat greenwashing en dergelijke minder kans krijgt. De verwachting is dat grote kapitaalfondsen op die manier hun financiële slagkracht gebruiken op een manier waar we allemaal beter van worden.
Ook staatssteunregels worden herzien om te sturen richting circulaire economie. Denk bijvoorbeeld aan onderzoek- en innovatiesteun of ondersteuning om meer recyclagecapaciteit in onze havengebieden te bouwen. De Commissie zal nieuwe boekhoudprincipes ondersteunen die toelaten om financiële gegevens te koppelen aan prestaties op vlak van circulaire economie.
Er komt ook een wetsvoorstel om duurzaamheidscriteria in bedrijfsstrategieën op te nemen, naar analogie met de plicht tot due diligence (of gepaste zorgvuldigheid). Door negatieve impacts op sociaal en milieuvlak te identificeren in de hele waardeketen, is het voor een bedrijf niet meer mogelijk (of op zijn minst niet meer zo gemakkelijk als voorheen) om deze straal te negeren. Denk aan grote fashionketens die met onderaannemers in arme landen werken en de kantjes er al eens vanaf lopen als het gaat over vervuiling en sociale werkomstandigheden.
De Commissie laat tussen neus en lippen door weten dat ze nog steeds denkt aan de invoering van de befaamde plastic taks, een ideetje dat al even meegaat maar tot dusver nog geen voet aan de grond kreeg. Het zou gaan om een heffing op niet-gerecycleerd plastic verpakkingsafval, een concept dat we ook in ons land kunnen toepassen om de producentenverantwoordelijkheid flink aan te scherpen.
Wat die uitgebreide producentenverantwoordelijkheid betreft, wil de Commissie de bestaande systemen versterken, in het bijzonder op vlak van eco-modulatie van de producentenbijdragen aan collectieve beheerssystemen. Dat betekent dat producenten minder moeten bijdragen als ze herbruikbare of minder vervuilende verpakkingen of producten op de markt brengen, en omgekeerd als ze net moeilijker te recycleren of hergebruiken zijn. In België zien we bij Fost Plus sinds hun nieuwste erkenning een eerste beweging richting eco-modulatie van verpakkingen. De bedoeling zou zijn om die lijn verder door te trekken naar andere productcategorieën.
Kers op de taart: verband tussen circulariteit en klimaat
Tot slot erkent de Commissie nu heel expliciet dat 66 procent van onze directe CO2-uitstoot verbonden is aan ons materiaalgebruik. Circulariteit is dus een krachtige motor voor klimaatneutraliteit. Er komt daarom een methodologie om de impact van circulariteit op klimaatverandering (mitigatie en adaptatie) te meten. Dat ligt mooi in het verlengde van de boodschap van Ovam, de Vlaamse afvalstoffenmaatschappij die dit recent op de agenda zette in eigen land, en ongetwijfeld ook op Europees vlak, in dit achtergrondrapport (en in brochurevorm).
Via die methodologie zal de Commissie het mitigatiepotentieel van de circulaire economie opnemen in de boekhouding van de Europese uitstoot, en de modellen die het hanteert in de strijd tegen de klimaatcrisis. Ze zal dit zelfs opnemen in de volgende herziening van de nationale energie- en klimaatplannen in 2023-2024. Het is ontzettend belangrijk te beseffen welke circulaire strategieën de grootste impact opleveren. Zoals we hier al schreven, is de koolstofvoetafdruk van de Vlaamse consumptie groter dan onze territoriale voetafdruk. We importeren met andere woorden uitstoot via de producten die van buiten Europa bij ons terechtkomen.
Een lokaal verankerde, circulaire economie kan een antwoord bieden. Om dat te bereiken, moeten we dit wel in onze beleidsplannen opnemen. Dit initiatief blijft hopelijk overeind in de finale versie van het actieplan. In elk geval ligt er voldoende werk op de plank. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de industriële strategie, die ook op 10 maart verschijnt en ongetwijfeld een zwaar luik circulaire economie zal bevatten.
Wie nu nog niet heeft begrepen dat de circulaire economie tot de kern van het economisch debat behoort, die zal het binnenkort waarschijnlijk aan den lijve ondervinden.