Tijdens een contact met de federale regering vorige week drong het ACV erop aan dat de regering niet enkel bedrijven en zelfstandigen zou ondersteunen, maar ook maatregelen zou nemen om werkenden te beschermen tegen inkomensverlies. De regering ging nadien deels in op de voorstellen die het ACV daartoe deed. Ze besliste vrijdag dat de uitkering bij tijdelijke werkloosheid omwille van corona verhoogt van 65% naar 70%. Het ACV wil dat dit ingaat op hetzelfde moment als de versoepelingen voor de bedrijven.
Maar het ACV vraagt ook dat de regering nu ook aan de slag gaat met de andere ACV-voorstellen:
- Eind februari keurde het parlement een reeks maatregelen goed om de gevolgen van een mogelijke no-deal Brexit op te vangen, waaronder uitgebreide tijdelijke werkloosheid. Het ACV wil dat die Brexit-regeling, met een veralgemening van de minimumtoeslag betaald door de werkgever bovenop de RVA-uitkering, veralgemeend wordt. En dus ook geldt voor wie door het coronavirus loonverlies lijdt. Die werknemer is niet minder slachtoffer dan wie door de Brexit tijdelijk werkloos wordt. Zelfs met een uitkering aan 70% van het (begrensde) loon blijft er een stevig inkomensverlies. De minimumtoeslag, die de werkgever bij economische werkloosheid betaalt, bedraagt minimum 2 euro per dag voor een arbeider en 5 euro per dag voor een bediende. Deze toeslag is voor Brexit-slachtoffers op uitdrukkelijke vraag van het ACV gelijkgeschakeld voor arbeiders en bedienden én geïndexeerd. Zo komt de toeslag voor alle Brexit-slachtoffers op 5,63 euro extra per dag of 146,38 euro per maand. Het ACV wil dat dit de algemene regeling wordt. En dus ook geldt voor de gevolgen van de corona-epidemie, ook in geval van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht. Met de indexering van maart komt dit op 5,74 euro per dag of 149,30 euro per maand (te indexeren).
- Het ACV wil dat de dagen tijdelijke werkloosheid gelijkgesteld worden voor het recht op jaarlijkse vakantie en voor het vakantiegeld.