De vakbonden van de openbare diensten hebben al enkele keren gevraagd om met de Eerste Minister en de bevoegde ministers en deelregeringen te overleggen in het Comité A. Tot op heden wordt dit als voorbarig bestempeld.
We hebben nochtans pertinente en dringende vragen:
- De organisatie van het werk in de kritieke diensten of de diensten van de civiele veiligheid
- De naleving van de bepalingen in het raam van de lockdown en quarantaine wanneer personeelsleden van deze diensten in contact zijn geweest met personen, die besmet zijn met Covid-19.
- Het feit dat Covid-19 niet als beroepsziekte wordt erkend voor de meerderheid van de werknemers van de zogenaamde kritieke diensten of van de civiele veiligheid (zie beslissing Fedris).
- Voor het contractuele personeel van de overheidsdiensten moet het loon aan 100% gewaarborgd kunnen blijven.
- Compensatiemaatregelen voor de leden van de overheidsdiensten, die prestaties hebben verricht in de zogenaamde kritieke diensten of diensten van de civiele veiligheid
Ongetwijfeld dienen nog andere punten aan deze lijst te worden toegevoegd. Momenteel vermelden we alleen de meest dringende bekommernissen.
De openbare diensten zijn de ruggengraat van dit land. Het personeel staat in direct contact met de bevolking en neemt zo de nodige risico’s om de essentiële dienstverlening te blijven garanderen. Het is mooi dat zij nu als helden gelauwerd worden, maar het zou ook passend zijn hen van een materiële vorm van waardering te voorzien.
Als ons land in het buitenland lof krijgt voor de manier waarop we deze crisis aanpakken, dan is het omdat we over een breed sociaal vangnet beschikken onder de vorm van onze sociale zekerheid en openbare diensten. We hopen dat wanneer we deze crisis teboven zijn gekomen, de openbare diensten niet vergeten zullen worden. Hun belang en waarde moeten bevestigd worden en de aanvallen en besparingen moeten stoppen.
Namens het gemeenschappelijk vakbondsfront