De Vlaamse regering heeft nieuwe maatregelen getroffen in de sector dienstencheques. Zo zal de geldigheidsduur van de dienstencheque met 3 maanden verlengd worden tot 15 maanden, en zullen de bedrijven die open blijven een extra stimulans krijgen. Hiermee komen ze dus tegemoet aan de klanten en de werkgevers. Wie wordt hier opnieuw ‘vergeten’? Juist: de werknemers in de sector.
De voorbije weken hebben we reeds meerdere malen aan de Vlaamse regering gevraagd om maatregelen te nemen voor de werknemers in de sector dienstencheques. Enerzijds hebben we gewaarschuwd voor de gezondheidsrisico’s voor de werknemers én de klanten, anderzijds hebben we gewezen op de financiële compensaties die nodig zijn voor de werknemers, bij wie het water nu reeds aan de lippen staat. Als je dan de maatregelen leest die de Vlaamse regering neemt, dan kunnen we alleen maar concluderen dat men onze bezorgdheden straal genegeerd heeft.
We horen Hilde Crevits, Vlaams minister van Werk het volgende zeggen: “Dankzij de voorliggende ondersteuningsmaatregelen kunnen we bedrijven die operationeel zijn extra middelen geven om extra kosten ten gevolge van deze crisis, zoals beschermingsmateriaal voor werknemers, op te nemen.” Wij hebben hier onze bedenkingen bij. Zal de werkgever voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking hebben? Kan men voldoende aan ‘social distancing’ doen bij de klanten aan wie gevraagd is om zoveel mogelijk thuis te blijven? Is de werknemer voldoende opgeleid om hiermee om te gaan (mondmaskers,…)?
Een andere frustratie is dat op dit ogenblik de Vlaamse regering in feite geld opzij kan zetten omdat er minder uren gepoetst wordt (en dus ook minder moet gesubsidieerd worden). Het is de federale regering die namelijk instaat voor de tijdelijke werkloosheid. Als we de huidige (minieme) tewerkstelling bekijken en vergelijken met de vorige jaren, komen we uit op een besparing in de uitgaven van ongeveer 78 miljoen per maand. Is het dan echt teveel gevraagd om deze gerecupereerde middelen voor een deel in de werknemers zelf te investeren? Laat ons niet vergeten dat de fameuze maatregelen van de federale regering bij tijdelijke werkloosheid voor deze groep van werknemers verre van de gouden bergen zijn die sommigen veronderstellen. Wanneer we de berekening maken houdt een werknemer dienstencheques iets meer dan de helft over van zijn loon. Voor een deeltijdse werknemer, zoals het merendeel in de sector, die 11.50 euro per uur verdient betekent dit ongeveer 600 euro netto per maand, in plaats van ongeveer 1000 euro. Onnodig te zeggen dat het water aan de lippen staat, voor zover dat nog niet het geval was.
Bedrijven een extra stimulans geven om terug open te gaan, gecombineerd met werknemers die, onder druk van hun lage uitkering, terug aan het werk zullen gaan zonder opleiding of bescherming is vragen om problemen. Laten we ook niet vergeten dat de verhoogde subsidie niet terug moet keren naar de werknemer: die blijft voor hetzelfde loon werken. Deze maatregel is dus niet minder dan een afkoopsom ten koste van de gezondheid van de huishoudhulpen; nogmaals een voorbeeld van de waarde die de Vlaamse Regering hecht aan deze sector.
Daarom herhalen wij onze eisen: ” Sluit de sector en garandeer het inkomen van de huishoudhulpen.”
ABVV – Issam Benali – federaal secretaris
ACV Voeding en Diensten – Bart Vannetelbosch – nationaal secretaris
ACLVB – Tommy Jonckheere – Nationaal sectoraal verantwoordelijke