Op 6 april kwam het paritair comité van het vervoer en de logistiek opnieuw samen om te onderhandelen over een tegemoetkoming voor de werknemers die vandaag in de sector nog steeds aan het werk zijn, dit vaak in uiterst moeilijke omstandigheden.
In plaats van constructief overleg, gaven de drie werkgeversfederaties Febetra, TLV en UPTR, de werknemers uit de sector gewoon een klap in het gezicht. Een premie voor deze “helden van de transportsector”, zoals de werkgeversfederaties deze werknemers in het begin van de crisis nog zelf verheerlijkten, is compleet onbespreekbaar.
Als het op beloningen aankomt, zijn deze helden van het terrein blijkbaar voor de werkgevers-federaties nu ineens van hun sokkel gevallen. Niets, geen eurocent, zijn zij waard in de ogen van de werkgeversfederaties. Niets, geen eurocent willen zij als tegemoetkoming geven voor de werknemers die in deze moeilijke tijden uren achter het stuur zitten om de winkels te bevoorraden of extra overuren kloppen in magazijnen om de logistiek te verzorgen.
Ondanks het feit dat verschillende transport- en logistieke bedrijven aan de vakbonden het signaal gaven dat zij een premie zeker een terechte beloning vinden, maar dat zij dit liever op sectorniveau geregeld willen zien.
Ondanks het feit dat er in bepaalde bedrijven zelfs al akkoorden zijn gesloten door werkgevers die hun werknemers wel naar waarde schatten. Omdat deze firma’s beseffen aan welke risico’s de chauffeurs en logistiekers worden blootgesteld. Omdat deze bedrijven beseffen dat deze werknemers al weken aan een stuk onder sterke druk staan en zelfs veel overuren doen om de bevoorrading toch maar op gang te houden.
De vakbonden hebben dus geen andere keuze dan elke werkgever individueel voor zijn verantwoordelijkheid te stellen. Dat op die manier de oneerlijke concurrentie nog meer wordt gestimuleerd? De drie werkgeversfederaties geven hier blijkbaar geen moer om.
Integendeel, zij ontkennen zelfs dat er nu tijdens de Corona-crisis, nog steeds sociale dumping wordt georganiseerd door Belgische bedrijven. Transportbedrijven die hun Belgische werknemers op tijdelijke werkloosheid zetten, maar tegelijkertijd wel de buitenlandse werknemers van hun buitenlandse dochterbedrijven de ritten van de Belgische werknemers laten rijden.
De drie werkgeversfederaties steken hun kop in het zand. Hun leden, de werkgevers uit de sector, zullen hiervoor spijtig genoeg de prijs betalen.
Wij wilden het anders. Wij wilden op sectorniveau een premie vastleggen voor alle werknemers uit de sector, chauffeurs én logistiekers. Een premie voor de helden van de transportsector, want dat zijn ze volgens ons nog steeds. Door de onwrikbare houding van de werkgeversfederaties was er echter geen enkele ruimte voor overleg.
Fleyer in PDF - Klik Hier -