De afgelopen maand viel er heel weinig regen. Bovendien is het grondwater nog aan het herstellen van de droge zomers van 2018 en 2019. Het resultaat: de grondwaterstanden staan te laag in twee derde van de Vlaamse meetpunten. Ook de peilen in beken en rivieren zijn erg laag. In verschillende natuurgebieden, vooral in Antwerpen en Limburg, is er brandgevaar. Een deel van het befaamde natuurgebied De Liereman ging in vlammen op. Al in mei werd de alarmfase code oranje uitgeroepen. Dat gebeurde nog nooit zo vroeg. Als we niet oppassen, wordt in de zomer voor de eerste keer code rood van kracht. Er gebeurt ondertussen al een en ander om de jaarlijks terugkerende droogte op te vangen. Maar er zijn ook nog veel dingen die niet gebeuren.
Wat gebeurt er al?
Sinds juni 2018 is de Droogtecommissie actief. Deze commissie van experts volgt de droogtetoestand op de voet en adviseert gouverneurs over het al dan niet invoeren van een verbod om water op te pompen uit beken en rivieren, het zogenaamde captatieverbod. Dit is het verbod dat bijvoorbeeld van kracht gaat bij code oranje. Daarnaast adviseren ze de gouverneurs over al dan niet verplichte waterbesparende maatregelen, zoals het gazon en de tuin besproeien, de auto wassen en zwembaden vullen of een sproeiverbod voor landbouwers.
Als die waterbesparende maatregelen onvoldoende werken en watertekorten optreden, maakt de Droogtecommissie afspraken om het beschikbare water te verdelen. Momenteel wordt hiervoor aan een afwegingskader uitgewerkt dat zal bepalen welk watergebruik voorrang krijgt bij waterschaarste. De milieubeweging is betrokken bij het opstellen van dit afwegingskader. Wij pleiten ervoor dat er altijd voldoende water overblijft voor kwetsbare natuurgebieden, wat nu niet altijd het geval is.
Wat kan er nog meer gebeuren
Een van de redenen waarom Vlaanderen zo kwetsbaar is voor droogteproblemen, is dat we zeer veel verharde oppervlaktes hebben. Daardoor kan het water niet langzaam in de grond dringen om het grondwater aan te vullen. Ontharden is dus de boodschap. Daarvoor zijn de eerste proefprojecten opgestart. Het blijft echter bij proefprojecten, beperkt in oppervlakte. Het is nog geen algemeen beleid.
Een infiltratiebonus kan helpen. Dat houdt in dat een heffing moet betaald worden voor verharde oppervlakten waarbij het regenwater rechtstreeks in de riolering wordt geloosd. De heffing zal mensen aanzetten om regenwater te laten infiltreren, bijvoorbeeld in de tuin, door meer gebruik te maken van grachten of regenwater op te vangen in een regenwaterput. Hierdoor moet het kostbare regenwater niet worden afgevoerd naar het rioleringsnet en houden we het langer vast. In verschillende Duitse steden bestaat zo’n systeem al jaren.
Regenwater zo lang mogelijk ophouden en zo traag mogelijk afvoeren naar zee, is altijd een goed idee. Dat kan bijvoorbeeld door rivieren weer te laten meanderen of met technische ingrepen zoals stuwen of het water terugpompen bij een sluis. Ook is het verstandig om droogtebuffers aan te leggen. Die kunnen regenwater van hevige onweersbuien opvangen, zodat het ingezet kan worden als het opnieuw te droog wordt.
Water besparen blijft uiteraard nodig. Nu wordt water besparen nog te veel als een noodmaatregel in droge periodes gezien. Het zou eerder standaard moeten worden om bijvoorbeeld je tuin niet te sproeien met water uit de kraan. Veel winst valt ook nog te boeken met het hergebruiken van water. Bijvoorbeeld door bemalingswater bij bouwwerven te hergebruiken voor tuinen of parken. Nu wordt dat vaak nog in de riolering geloosd. Of door koelwater uit de industrie te gebruiken als proceswater voor een andere industrie. Dat denken in kringlopen staat vandaag nog in de kinderschoenen. Maar het scheelt alweer een slok op de borrel.
We moeten dus voorzichtig en spaarzaam omgaan met ons water, om een volgende droge zomer te kunnen opvangen. En die komt er zeker aan - is het niet dit jaar, dan wel volgend jaar. Perioden van langdurige droogte zullen door de klimaatverandering steeds vaker voorkomen.
De afgelopen maand viel er heel weinig regen. Bovendien is het grondwater nog aan het herstellen van de droge zomers van 2018 en 2019. Het resultaat: de grondwaterstanden staan te laag in twee derde van de Vlaamse meetpunten. Ook de peilen in beken en rivieren zijn erg laag. In verschillende natuurgebieden, vooral in Antwerpen en Limburg, is er brandgevaar. Een deel van het befaamde natuurgebied De Liereman ging in vlammen op. Al in mei werd de alarmfase code oranje uitgeroepen. Dat gebeurde nog nooit zo vroeg. Als we niet oppassen, wordt in de zomer voor de eerste keer code rood van kracht. Er gebeurt ondertussen al een en ander om de jaarlijks terugkerende droogte op te vangen. Maar er zijn ook nog veel dingen die niet gebeuren.
Wat gebeurt er al?
Sinds juni 2018 is de Droogtecommissie actief. Deze commissie van experts volgt de droogtetoestand op de voet en adviseert gouverneurs over het al dan niet invoeren van een verbod om water op te pompen uit beken en rivieren, het zogenaamde captatieverbod. Dit is het verbod dat bijvoorbeeld van kracht gaat bij code oranje. Daarnaast adviseren ze de gouverneurs over al dan niet verplichte waterbesparende maatregelen, zoals het gazon en de tuin besproeien, de auto wassen en zwembaden vullen of een sproeiverbod voor landbouwers.
Als die waterbesparende maatregelen onvoldoende werken en watertekorten optreden, maakt de Droogtecommissie afspraken om het beschikbare water te verdelen. Momenteel wordt hiervoor aan een afwegingskader uitgewerkt dat zal bepalen welk watergebruik voorrang krijgt bij waterschaarste. De milieubeweging is betrokken bij het opstellen van dit afwegingskader. Wij pleiten ervoor dat er altijd voldoende water overblijft voor kwetsbare natuurgebieden, wat nu niet altijd het geval is.
Wat kan er nog meer gebeuren
Een van de redenen waarom Vlaanderen zo kwetsbaar is voor droogteproblemen, is dat we zeer veel verharde oppervlaktes hebben. Daardoor kan het water niet langzaam in de grond dringen om het grondwater aan te vullen. Ontharden is dus de boodschap. Daarvoor zijn de eerste proefprojecten opgestart. Het blijft echter bij proefprojecten, beperkt in oppervlakte. Het is nog geen algemeen beleid.
Een infiltratiebonus kan helpen. Dat houdt in dat een heffing moet betaald worden voor verharde oppervlakten waarbij het regenwater rechtstreeks in de riolering wordt geloosd. De heffing zal mensen aanzetten om regenwater te laten infiltreren, bijvoorbeeld in de tuin, door meer gebruik te maken van grachten of regenwater op te vangen in een regenwaterput. Hierdoor moet het kostbare regenwater niet worden afgevoerd naar het rioleringsnet en houden we het langer vast. In verschillende Duitse steden bestaat zo’n systeem al jaren.
Regenwater zo lang mogelijk ophouden en zo traag mogelijk afvoeren naar zee, is altijd een goed idee. Dat kan bijvoorbeeld door rivieren weer te laten meanderen of met technische ingrepen zoals stuwen of het water terugpompen bij een sluis. Ook is het verstandig om droogtebuffers aan te leggen. Die kunnen regenwater van hevige onweersbuien opvangen, zodat het ingezet kan worden als het opnieuw te droog wordt.
Water besparen blijft uiteraard nodig. Nu wordt water besparen nog te veel als een noodmaatregel in droge periodes gezien. Het zou eerder standaard moeten worden om bijvoorbeeld je tuin niet te sproeien met water uit de kraan. Veel winst valt ook nog te boeken met het hergebruiken van water. Bijvoorbeeld door bemalingswater bij bouwwerven te hergebruiken voor tuinen of parken. Nu wordt dat vaak nog in de riolering geloosd. Of door koelwater uit de industrie te gebruiken als proceswater voor een andere industrie. Dat denken in kringlopen staat vandaag nog in de kinderschoenen. Maar het scheelt alweer een slok op de borrel.
We moeten dus voorzichtig en spaarzaam omgaan met ons water, om een volgende droge zomer te kunnen opvangen. En die komt er zeker aan - is het niet dit jaar, dan wel volgend jaar. Perioden van langdurige droogte zullen door de klimaatverandering steeds vaker voorkomen.