Koopkrachtplakkaat

EnergieplakkaatC

173646265 10222054268599783 1356797931624160070 n

Delen van artikels

De Tijd van 20 augustus 2020 (‘VUB vangt miljoenen voor robot die arbeiders van rugklachten spaart’) berichtte over het innovatief onderzoek van een consortium rond de VUB om een ergonomische robot in te zetten op de werkvloer. Met de focus op relance en herstel in een wereld met Covid-19 in onze maakindustrie kan men deze innovatie enkel toejuichen. We zien bijvoorbeeld dat robotisering het werk van arbeiders fysiek heeft verlicht.

De VUB werkt zo verder op de reeds opgedane expertise en innovatie met het ClaXon-project bij Audi Brussels. De ontwikkelde robot ‘Baby Geert’ werkte zij aan zij met de werknemers. Het project heeft steeds de steun en medewerking van ACV-CSC METEA gekregen bij Audi Brussels. Ook al leefde er bij de start een gevoel dat robots jobs zullen afpakken. De arbeiders bij Audi Brussels zijn inderdaad trots en denken nu mee na over de inzet van technologie op de werkvloer. Meer nog: de werknemers zijn tot op vandaag nog vragende partij om dit ook bij de productie van de E-tron toe te passen. Deze kennis en expertise mag niet onder de radar verdwijnen. Ze vrezen dat de samenwerking en innovatie met ‘baby Geert’ met het badwater wordt weggesmeten.

Vanuit dit positief verhaal voor werknemers en onderneming maken de onderzoekers in het artikel (opnieuw) een grote denkfout. Bij de uitrol van een nieuw project tussen de academische wereld en bedrijven om een cobot met respect voor de ergonomie van de arbeiders wordt ‘het niet hebben van een vakbond’ in een onderneming als een voordeel gezien. Betrokkenheid en overleg met werknemers voor de invoering van nieuwe technologieën is nochtans cruciaal op het welslagen zoals Audi Brussels aantoont.

Nieuwe technologieën focussen zelden of nooit op het perspectief van de werknemer. Nochtans zijn het de werknemers die met deze technologieën aan de slag moeten. Het valt ons op dat de werknemers niet per se negatief zijn over technologische innovaties, maar dat ze zich wel zorgen maken. Dit kan voor een deel opgevangen worden door hen al bij de start van de implementatie van nieuwe technologieën te betrekken en hen bovendien goed op te leiden om de technologie te gebruiken. Dat is één van de belangrijkste conclusies van een recent onderzoek van HIVA, het onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving[1]. Dit onderzoek focust als één van de eerste op de rol en impact van de werknemer.

Meer dan de helft van de werknemers stelt echter dat ze hier zelden tot nooit bij betrokken worden. In de meeste gevallen gebeurt dit pas als de technologie daadwerkelijk in gebruik wordt genomen. Nochtans rapporteren werknemers die wel betrokken worden bij de invoering van nieuwe technologieën ook hier een positieve werkbeleving, meer autonomie en minder onzekerheid. Werknemers geven zelf aan dat ze extra verantwoordelijkheden kunnen opnemen, zoals het onderhoud van de machine.

In deze dialoog tussen bedrijven en werknemers mogen we zeker niet de werknemers negeren die dreigen uit de boot te vallen. Voor deze werknemers hebben we de verantwoordelijkheid om achterom te blijven kijken als sociale partners en overheid. Er zijn werknemers die niet kunnen bijblijven door de automatisering. Op welke manier zullen we hen omkaderen en een perspectief geven? Dit werd bijvoorbeeld aan de start van de vakantieperiode duidelijk bij de herstructurering van de Limburgse toeleverancier in de automobiel VCST.

Gezinnen met een baby op komst stellen zich veel vragen, maar een goede omkadering en betrokkenheid van de beide partners is essentieel voor de ontwikkeling van het kind. Dit is niet anders dan bij de invoering van nieuwe technologieën in de maakindustrie zoals ons Congres in november 2019 besliste. Laten we ‘baby Geert’ implementeren in ondernemingen met een goede betrokkenheid van alle sociale partners. Enkel op deze manier kunnen we met innovatie in de maakindustrie aan de slag in een wereld met Covid-19.

Voorzitter ACV-CSC METEA: William Van Erdeghem

[1] Meylemans e.a., 2019. Aanwezigheid en impact van nieuwe technologieën in sectoren van ACV-CSC METEA, KU Leuven - HIVA Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving