Een wandeling in het park, een fietstochtje door de natuur: niets bleek ons meer tot rust te brengen tijdens de coronaperiode. Alleen bleek vaak dat we een prangend tekort hebben aan zulke plekken. Het belang van groen, bomen en water werd voor iedereen duidelijker dan ooit: investeren in groen is investeren in levenskwaliteit.
Parken zijn de nieuwe tuinen
We gingen langs bij Queenie, die samen met haar vriend op een appartement in Jette woont. Door corona werd het huis ook de werkplek. En meer dan ooit is het belangrijk geworden om daarbuiten te kunnen ontspannen. Onderzoek toont aan dat meer groen in de buurt het mentale welzijn verhoogt. Ook voor Queenie is dat zo. Dankzij de nabijheid van een park en een bos kan ze het werk loslaten en de dag ontspannen afsluiten. Zeker voor appartementsbewoners zonder een eigen tuin is dat essentieel.
Veelheid aan functies
Groen in de buurt heeft veel meer voordelen dan enkel het mentale welzijn. Parken en waterlopen milderen het hitte-eilandeffect en bieden verkoeling op warme zomerdagen. Struiken en bomen filteren vervuiling uit de lucht, bijen en insecten bestuiven onze gewassen. Een groene dooradering van onze wijken en het omringende landschap zorgt ervoor dat planten en dieren zich beter kunnen verplaatsen en meer kansen krijgen. Natuur is daarnaast ook belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen en biedt volop speelruimte.
Gemeenten aan zet
Natuur in de buurt is bij uitstek het werkterrein voor het gemeentebestuur. Als lokale overheid kan je via een groennorm een minimale oppervlakte aan publiek groen per inwoner vastleggen. Of je kan eigen gronden, wegbermen of waterlopen op een natuurlijke manier beheren. Verder kan je als gemeente nieuwe gronden aankopen om er natuur te ontwikkelen, bijvoorbeeld in nauwe samenwerking met natuurverenigingen.