Laurens De Meyer
Een twintigpuntenplan dat de Vlaamse landbouw weer toekomst geeft. (foto: Julian Hochgesang)
Vorige week stelde het Europese parlement en de Europese raad erg teleur met de plannen voor het nieuw gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Helemaal verloren is het gelukkig niet, want heel wat klemtonen worden lokaal ingevuld. Afgelopen woensdag werd een speciale hoorzitting georganiseerd in het Vlaamse parlement. De inzet: rechttrekken wat Europees scheef liep.
20 puntenplan
De commissie in het Vlaamse parlement nodigde zowel landbouworganisaties, academici als de milieubeweging uit. De meest in het oog springende tussenkomst was die van Professor Van Passel. Milieu-econoom aan de UAntwerpen en erg beslagen in het complexe landbouwbeleid. Van Passel stelde 20 punten voor die volgens hem essentieel zijn om de Vlaamse invulling van het landbouwbeleid te laten slagen. Deze 20 punten zijn samen te vatten in acht cruciale aanbevelingen:
- Definieer duidelijke, meetbare doelstellingen en definieer een traject van nu tot 2027. Voer een bodempaspoort in voor het opvolgen van bodemkwaliteitsdoelstellingen. Overtuig en ondersteun landbouwers optimaal om bij te dragen aan deze doelstellingen.
- Wees, als Vlaanderen, voldoende ambitieus bij het opstellen van het strategisch plan dat de toekomst van ons landbouwbeleid schetst. Zo bouwen we een voorsprong uit op vlak van innovatie rond klimaat- en milieuvriendelijke productiemethodes. Een voorsprong die onze landbouwers ook economische winst zal opleveren.
- Zet beschikbare instrumenten maximaal in voor milieu en klimaat en kies maatregelen met een zo groot mogelijke ecologische impact. Een areaal van 10% niet-productieve elementen zoals heggen, bufferstroken, poelen en braakland is nodig om de terugval in biodiversiteit te stoppen.
- Ook de investeringssteun, het VLIF, verandert het geweer best van schouder. Vandaag gaat meer dan de helft naar investeringen in materieel, zoals gaswassers op stallen. Dit verlaagt de absolute milieudruk niet en duwt landbouwers verder in de zogenaamde ‘lock in’, waarin ze te sterk vasthangen aan gemaakte investeringen uit het verleden. Het invoeren van een milieu- en klimaattoets kan van deze investeringssteun een echte transitiemotor maken om onze productie te verduurzamen.
- Zet in op kansen voor jonge landbouwers en zorg dat ze koplopers worden in de duurzame transitie.
- De gekoppelde steun, de zogenaamde zoogkoeien en slachtkalverpremie wordt best zo snel mogelijk afgeschaft. Deze zorgt voor een te groot aanbod, te lage prijzen en dus voor welvaartsverlies. Slecht voor boer en maatschappij, dus. Een alternatief moet de focus leggen op het behoud van kruidenrijk, blijvend grasland en mag intensivering niet in de hand werken.
- Het handels- en concurrentiebeleid mag een verdere verduurzaming van de sector niet in de weg staan. Een betere afstemming met deze domeinen is nodig.
- Betrek breed alle maatschappelijke actoren voor het opstellen en opvolgen van dit landbouwbeleid. Enkel zo zal de polarisatie afnemen en geniet dit beleid een breed draagvlak.
Alle elementen zijn er dus om op Vlaams niveau recht te trekken wat op Europees niveau scheef liep.
Avanti
Vanuit de milieubeweging ondersteunen we sterk deze vragen die geformuleerd worden vanuit wetenschappelijke hoek. Ook de landbouworganisaties gaven in de hoorzitting aan dat hun sector moet bijdragen aan een beter milieu- en klimaat. Ze erkenden terecht dat dit kan bijdragen aan een beter verdienmodel voor hun boeren. Alle elementen zijn er dus om op Vlaams niveau recht te trekken wat op Europees niveau scheef liep. De boodschap aan het departement Landbouw en visserij en minister Crevits laat zich samenvatten als volgt: Avanti!