Twintig jaar geleden – op 31 oktober 2000 – stemde de VN-Veiligheidsraad unaniem Resolutie 1325 goed. Het was het eerste formele en juridische document van de Veiligheidsraad dat partijen in een conflict verplichtte om schendingen van vrouwenrechten te voorkomen, de deelname van vrouwen aan vredesonderhandelingen en de wederopbouw na een conflict te ondersteunen en vrouwen en meisjes te beschermen tegen seksueel geweld in oorlogstijd. Het was ook de eerste resolutie van de VN-Veiligheidsraad waarin de impact van conflicten op vrouwen specifiek werd genoemd.
De resolutie zette het jaarlijkse eerbetoon bij het beeld van de Onbekende Oorlogsvrouw, een initiatief van Pax Christi Vlaanderen, kracht bij. Dit beeld staat in Hasselt en werd twee jaar eerder ingehuldigd, precies in diezelfde geest als de VN-resolutie. Sinds 1998 wordt jaarlijks op 11 november hulde gebracht aan vrouwen in gewapend conflict. Lizette Stiers, al vele jaren een trouwe vrijwilliger van Pax Christi, is één van de trekkers van dit initiatief. We vroegen haar hoe het allemaal begon en waarom de Limburgse Pax Christi-groep hulde brengt aan de Onbekende Oorlogsvrouw.
Elk jaar op 11 november wordt in Hasselt hulde gebracht aan de Onbekende Oorlogsvrouw, een symbool maar ook een echt standbeeld in de stad. Wie is die Onbekende Oorlogsvrouw eigenlijk, en waarom verdient ze onze aandacht en respect?
De Onbekende Oorlogsvrouw staat symbool voor alle vrouwen overal in de wereld die in het verleden en momenteel in oorlog leven.
Elk jaar brengen mensen wereldwijd hulde bij het standbeeld van de Onbekende Soldaat. Pax Christi vond dat er ook aandacht mocht gaan naar al die vrouwen die in oorlogssituaties het beste van zichzelf geven, als verpleegster, hulpverlener, moeder, arbeidster. Vrouwen kortom die de civiele maatschappij recht houden. Wij wilden ook specifiek aandacht schenken aan de vrouwen die in oorlogssituaties extra kwetsbaar zijn, denk maar seksuele uitbuiting. Vrouwen hebben trouwens een bijzondere rol te vervullen in het bouwen aan vrede tijdens en na het gewapend conflict.
Alle reden dus om iets te doen om hulde te brengen aan die vrouwen. En dat ‘iets’ was onder meer een standbeeld in Hasselt ter ere van de Onbekende Oorlogsvrouw. Kun je iets meer zeggen over hoe het initiatief is ontstaan, en hoe er uiteindelijk een standbeeld is onthuld.
In 1998 heeft Pax Christi Vlaanderen onder impuls van toenmalig voorzitter Katlijn Malfliet en leden van de werkgroep ‘Vrouwen en Vrede’ met onder meer Bie Reynaert, Maria Donvil en mezelf het beeld van Jan Calmeyn - een mummie met opgestoken wijsvinger - aangeboden aan alle Vlaamse steden. Enkele gemeenten hebben zich vervolgens kandidaat gesteld. Stad Hasselt kwam er als beste kandidaat uit. Ze boden een prachtige locatie, garandeerden het onderhoud en namen zich voor elk jaar mee te werken aan een plechtigheid op 11 november, wat tot op heden dus nog steeds het geval is.
De onthulling vond toen plaats op 11 november: een symbolische datum waarop we in België niet alleen Wapenstilstand vieren maar ook Vrouwendag. Pax Christi wil dat moment aangrijpen om stil te staan bij de kracht van vrouwen in oorlogstijd. Want het zijn zij die op die momenten de maatschappij beredderen. Dat werd ook geduid bij de onthulling van het standbeeld, intussen meer dan 20 jaar geleden.
Dit jaar zou de huldiging voor de 22ste keer plaatsvinden. Wat gebeurt al zoal op zo’n moment?
We waren dit jaar inderdaad aan de 22ste editie toe, maar door de covidpandemie werd de huldiging bij het beeld geannuleerd. Heel jammer natuurlijk, want we vinden het belangrijk om dit elk jaar opnieuw in herinnering te brengen. De plechtigheid wordt altijd opgeluisterd door een koor en we laten witte wimpels wapperen als teken van vrede. Een belangrijk onderdeel elk jaar is een persoonlijke getuigenis van een vrouw uit een conflictgebied, vaak een vluchtelinge.
Zoals bij de Onbekende Soldaat legt iemand van het stadsbestuur een krans neer bij het beeld en volgt er een toespraak. Vanuit Pax Christi leggen wij brood en rozen bij het standbeeld. ‘Brood en Rozen’ is een bekend gedicht en lied gelieerd aan de feministische beweging van het begin van de 20ste eeuw in het Westen. Vrouwen willen niet alleen brood op de plank maar ook rozen. Daarmee willen we aangeven: vrouwen zijn niet alleen maar slachtoffers, zij leveren ook een bijdrage aan vrede en verdienen daar erkenning voor.
Op internationaal vlak gebeurde er rond die periode ook iets bijzonders. Op 31 oktober 2000 aanvaardde de VN-Veiligheidsraad resolutie 1325 over 'vrouwen, oorlog en vrede'. Kun je kort zeggen wat die resolutie inhoudt, wat het betekende toen zij werd gestemd en welke impact dat volgens jullie heeft gehad?
Dat deze resolutie over Vrouwen, Vrede en Veiligheid unaniem door de VN-Veiligheidsraad werd aangenomen, was een mijlpaal. Een historisch moment waarop vrouwen voor het eerst in de geschiedenis internationaal erkend werden als slachtoffers van oorlog, maar tegelijk ook als vredesonderhandelaars en beleidsmakers bij het voorkomen en oplossen van gewapende conflicten. Dat paste volledig in de visie van Pax Christi. Resolutie 1325 was en is nog steeds een bijzonder sterk signaal. Ik erken wel dat het in de praktijk nog beter kan, maar we zien toch een eerder positieve evolutie.
Voor zover mij bekend is dit initiatief om een standbeeld op te richten voor de Onbekende Oorlogsvrouw uniek in de wereld. In deze betekenis althans. Er bestaan wel monumenten voor vrouwelijke ‘strijders’, maar de centrale gedachte daarachter is toch meestal het klassieke heldendom door oorlogsvoering en strijd. Binnenkort krijgt jullie initiatief navolging: in Leuven ging normaal gezien op 11 november namelijk ook een standbeeld voor de Onbekende Oorlogsvrouw opgericht worden. De huldiging werd echter door covidmaatregelen nu even uitgesteld. Wat vind je daarvan? Hebben jullie door de jaren heen niet de hoop gekoesterd dat het idee zijn weg ging vinden in andere steden?
Ja, die hoop was er zeker en is er nog steeds. Dit jaar geeft Leuven het goede voorbeeld, en hopelijk volgen er nog steden. Het is jammer voor Leuven dat de inhuldiging door de coronamaatregelen niet kan plaatsvinden op 11 november.
Welke momenten zijn je bijgebleven als je terugblikt op die 22 jaar? Iets dat je geeft geraakt, een bijzondere ontmoeting of engagement?
Elke getuige greep me aan. Of het nu een Palestijnse, een Afrikaanse of een Syrische getuige was, je kunt hun kracht en moed alleen maar bewonderen. De boodschap van de Afghaanse getuige die sprak over het werk met vrouwen in Istalif was zo hoopvol. Dat blijft me altijd bij. Ze was er betrokken bij het vrouwenhuis van Jennie Vanlerberghe. De situatie is voor vrouwen in Afghanistan allesbehalve eenvoudig. Maar ze had maar een klein zetje nodig voor ze helemaal ontbolsterde en daardoor andere vrouwen inspireerde en uiteindelijk zelfs Afghaanse mannen meenam in haar verhaal voor meer vrede en vrouwenrechten. Te midden van zoveel ellende sprak daar zoveel kracht uit. Voor mij staat deze vrouw symbool voor zovele vrouwen die met een kleine beetje meer ruimte of ondersteuning helemaal in hun kracht komen.
Tot slot: als je nadenkt over de ‘Onbekende Oorlogsvrouw’ en ‘resolutie 1325’, heb je dan het gevoel dat er nu in onze samenleving, en ruimer, in de wereld meer aandacht is voor deze thematiek en dus voor ‘vrouwen in oorlog, vrouwen in vrede’?
Er is meer aandacht, maar we moeten ook erkennen dat dat zeker niet in alle landen het geval is, en dat er nog veel werk moet verzet worden. Daarom hebben wij als vredebeweging de opdracht om de kracht van vrouwen mee uit te dragen en zijn wij hoopvol dat dat met zoveel krachtige vrouwen op de wereld wel moét lukken.
Wat houdt Resolutie 1325 precies in?
Met Resolutie 1325 dringt de Veiligheidsraad bij de VN-lidstaten aan op een grotere vertegenwoordiging en deelname van vrouwen op alle besluitvormingsniveaus voor het voorkomen, beheersen en oplossen van conflicten, en daartoe een strategisch plan op te stellen. Zij moeten de rol van vrouwen bij VN-missies uitbreiden, en vredeshandhavingsoperaties en vredesakkoorden vanuit genderperspectief benaderen.
De Veiligheidsraad verzoekt de lidstaten om trainingsprogramma’s en -materialen te voorzien over de bescherming, rechten en de bijzondere behoeften van vrouwen, en hun belang bij vredeshandhaving en vredesopbouw. Zij moeten genderbewuste opleidingsinspanningen leveren, en daar financiële, technische en logistieke middelen voor uittrekken.
De Veiligheidsraad roept alle partijen in gewapende conflicten op om de bepalingen uit het internationaal recht die van toepassing zijn op de rechten en bescherming van vrouwen en meisjes (als burgers) volledig te eerbiedigen, en maatregelen te treffen tegen gendergerelateerd (seksueel) geweld. De lidstaten moeten de verantwoordelijken voor genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden – waaronder seksueel geweld – vervolgen, en deze misdaden uitsluiten uit amnestie-akkoorden.
Voorts nodigt de Veiligheidsraad de secretaris-generaal van de VN uit om een studie uit te voeren naar de impact van gewapende conflicten op vrouwen en meisjes, de rol van vrouwen bij vredesopbouw en de genderdimensies van vredesprocessen en conflictoplossing.
Lees de volledige tekst van VN-Resolutie 1325 in het Engels of in het Frans