Koopkrachtplakkaat

EnergieplakkaatC

173646265 10222054268599783 1356797931624160070 n

Delen van artikels

Olivier Beys
DSC 1761
Een belangrijk vertrekpunt voor de discussie over het industriebeleid van de toekomst. (foto Hendrik Moeremans)

Minister van Innovatie Hilde Crevits lanceerde deze week een Vlaio-studie die zware industriële sectoren zoals de chemie, staal en raffinage moet helpen om hun koolstofuitstoot te doen dalen, na tien jaar stilstand op dat gebied. BBL geeft een korte reactie, een meer doorwrochte inhoudelijke analyse volgt later.

Startschot voor industriële transitie
De voorbije tien jaar slaagden industriële sectoren zoals de chemie, staal en raffinage er niet in om hun klimaatuitstoot te verminderen. Dat is een enorm ecologisch én economisch risico. Daarom vraagt de milieubeweging al jaren om het Vlaams en Belgisch industriebeleid een versnelling hoger te schakelen. Die oproep krijgt eindelijk gehoor in de studie naar het transitiepotentieel van de industrie. Daarmee is het zaadje van de klimaattransitie geplant. Nu moeten we dit voldoende water geven door een inclusief, transparant en sociaal rechtvaardig transitiekader op te richten. Dit is de eerste prioriteit voor de Vlaamse regering.

Vlaanderen op achterstand
Vlaanderen begint de transitie met een achterstand ten opzichte van buurlanden zoals Nederland en Duitsland. Beide landen hebben de voorbije jaren ambitieuze klimaatwetten voor 2050, met tussentijdse doelstellingen opgesteld, inclusief actieplannen en ruime financieringsbronnen.

Ook het maatschappelijk draagvlak hinkt nog achterop in Vlaanderen. Zo werd in Nederland enkele jaren geleden al een klimaatakkoord gesloten, waarbij alle relevante spelers, inclusief het middenveld, mee aan tafel zaten. Dit bleek een doorslaggevende succesfactor.

Om de klimaattransitie te doen slagen, moet Vlaanderen nu inzetten op een sociaal rechtvaardig, breed maatschappelijk gedragen en transparant proces, naar Nederlands model.

Inclusieve aanpak nodig
Die aanpak heeft de Vlaamse overheid tot dusver niet gevolgd. Ook in deze studie werden de aannames, afbakening en context mede door de industrie bepaald. Het is bemoedigend dat de industrie ook haar schouders wil zetten onder een klimaattransitie, maar het risico is niet ondenkbaar dat het tot een sterk vertekend beeld leidt: het is alsof je aan een automobilist die naar de keuring gaat, zou vragen om zelf de normen voor de milieutest te bepalen.

En net over de diverse aannames en aanbevelingen die de industrie doet, bestaat veel discussie. Het is dan ook van essentieel belang om een transparant, inclusief en ambitieus transitiekader op te richten, waar ook maatschappelijke belangen zoals sociale rechtvaardigheid centraal staan.

Van een klimaatsprong naar een klimaatpact
De nieuwe studie is een belangrijk vertrekpunt voor de discussie over het te voeren industriebeleid. Ze bevat een schat aan informatie en waardevolle aanbevelingen. Het is nu zaak om de resultaten van het technisch potentieel in te bedden in een breed maatschappelijk debat over onze economie, gericht op het invullen van onze behoeften.

Om een echte klimaatsprong te maken, is nood aan een klimaatpact tussen industrie en maatschappij: de burger en overheid engageren zich als durfinvesteerder om de nodige infrastructuur en ondersteuning te voorzien, op voorwaarde dat ze een stem krijgt via een participatief transitiekader waar de industrie zich voor engageert.

Bron: https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/nieuwe-studie-legt-eerste-bouwsteen-voor-industrieel-klimaatpact?utm_source=Mailing+Lijst&utm_medium=email&utm_campaign=Inzicht+201113