Vorige week schreven we nog dat we met ons nucleair afval een vergiftigd geschenk achterlaten voor de mensheid. Deze week maakte een RTBF-reportage dat pijnlijk duidelijk. Je zou hopen dat al het kernafval veilig opgeborgen is. Helaas tonen de feiten het tegengestelde.
Nucleair stort in Olen
Als we aan de nucleaire industrie denken, hebben we spontaan de kerncentrales van Doel en Tihange voor ogen. Toch was ook Umicore, het vroegere l'Union Minière, in de vorige eeuw lange tijd het zenuwcentrum van de winning van radium en uranium uit ertsen uit onze voormalige kolonie. Hierbij kwamen veel residuen vrij, die eveneens in zekere mate radioactief zijn. Die werden deels op de fabriekssite zelf opgeslagen en deels op een terrein aan de andere kant van het kanaal. Umicore zelf schat het volume in op 20.000 tot 30.000m³. Volgens het NIRAS zou het stralingsniveau van zo'n 10.000 m³ zo hoog zijn dat het ondergronds gestockeerd zou moeten worden. Dat gebeurt dus niet toonde de RTBF-reportage aan.
Een simpele omheining
Aan de reportage werkte Jan Vande Putte van Greenpeace mee; een internationaal gerenommeerde expert inzake radioactiviteit met meer dan 25 jaar ervaring. Hij liep met de tv-ploeg samen rond het bewuste stort, gewapend met een gammaspectrometer. Het stort is enkel afgesloten met een gewone omheining, toch zijn de residuen er beladen met radium 226 dat een halveringstijd van 1.600 jaar heeft. Nergens is een bord te bespeuren dat de achteloze passant of de onwetende buurtbewoner informeert over het gevaar.
Met verstomming geslagen
Plots stootten ze op een hotspot waar de gammaspectrometer een hoge stralingsdosis aangeeft en dat buiten het stort, op openbaar domein. Vande Putte heeft al veel gezien, maar zelfs dit sloeg hem met verstomming: "Zo'n hoge dosis heb ik nog nooit gemeten in België! In Fukushima of Tsjernobyl zou dit gebied deel uitmaken van de rode zone!" Hij nam een grondstaal in Olen; de analyse ervan toonde een gehalte van radium 226 aan. Dat 400 maal hoger dan de natuurlijke achtergrondwaarde. “Zaak is nu om dit zo snel mogelijk op te ruimen, te onderzoeken waar die vervuiling vandaan komt en het stort te saneren,” vindt Vande Putte.
De resultaten zijn alvast voorgelegd aan het FANC. Wordt dus vervolgd.