Laurens De Meyer
Welk eten we consumeren en hoe we dat produceren, is allesbepalend voor onze biodiversiteit. Een nieuwe studie in Nature toont aan dat we ons voedingssysteem onder de loep moeten nemen als we de toekomst van onze biodiversiteit willen veiligstellen. Welke lessen kunnen onze beleidsmakers trekken op het globale, Europese en Vlaamse niveau?
Mondiaal perspectief
De uitdagingen voor ons voedingssysteem verschillen erg van streek tot streek. De verwachte bevolkingsgroei, landbouwmethoden en het type biodiversiteit zijn onderhevig aan typische lokale factoren. Algemeen zijn vier oplossingsrichtingen aan de orde: de productiekloof dichten tussen Noord en Zuid, gezondere diëten met minder dierlijke producten, minder voedselverspilling en betere ruimtelijke planning.
Wat is de rol van Europa? Kennis en technologie inzetten om in het Zuiden de productiviteit te verbeteren. De onderzoekers erkennen dat we de gemaakte fouten in het Westen niet mogen herhalen. Ook INBO toonde in zijn Natuurrapport aan dat de blinde focus op productiviteit ons landschap compleet uitgekleed heeft. Samen met het overvloedig gebruik van (kunst)mest en pesticiden heeft dit tot een instorting van onze biodiversiteit geleid. Een productiviteitsstijging in het Zuiden komt er dus best via slimme technologie en het verder ontwikkelen en toepassen van agro-ecologische principes.
Een gedeelde uitdaging voor Noord en Zuid ligt in het reduceren van voedselverlies. Bepaalde verliezen zijn niet te vermijden, toch zou een halvering realistisch zijn. Wel zijn er andere klemtonen. In het Zuiden ligt de focus op een betere oogst en bewaring bij de productie en verwerking. Bij ons zijn vooral de consumenten de grote verspillers.
Onze intensieve productie van vlees en zuivel zorgt zowel bij ons als in het buitenland voor het verlies aan biodiversiteit.
Europa focust best op voeding en ruimte
Wat leert dit onderzoek voor het Europese (en Vlaamse) voedselsysteem? Hier liggen de prioriteiten vooral bij anders eten en een betere ruimtelijke ordening. Een beter evenwicht tussen dierlijke en plantaardige voeding staat bovenaan de prioriteitenlijst. Onze intensieve productie van vlees en zuivel zorgt zowel bij ons als in het buitenland voor het verlies aan biodiversiteit. Bij ons als gevolg van de stikstofuitstoot, elders verdwijnt regenwoud door de productie van soja en granen die verdwijnen in het krachtvoer van onze dieren.
Het verlies van biodiversiteit stoppen vraagt een ruimtelijke aanpak. Natuur krijgt te weinig plaats en ligt versnipperd in ons landschap. Robuuste natuurgebieden, verbonden met groenblauwe aders doorheen het landschap, zijn nodig. Zones voor agro-ecologische en intensieve productie worden best slimmer ingepland in de open ruimte.
Wat met productiviteit?
In Europa lijkt nog verder intensiveren realistisch, noch nodig. De grootste uitdaging hier ligt in het bewaren van onze productiviteit. Niet het verhogen van de productiviteit is nodig, maar wel het veerkrachtiger maken van ons productiemodel. Enkel zo kunnen we het hoofd bieden aan een steeds onstabieler klimaat. Kringlopen beter sluiten, technologische ontwikkelingen en een toegenomen focus voor agro-ecologische principes vormen hiervoor de basis.
Zowel op Europees als Vlaams niveau hebben we nood aan een landbouw-, voedings en en ruimtelijk beleid dat volop deze uitdagingen aangaat.
lees het artikel in Nature
Bron: https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/voedselproductie-en-natuur-vriend-vijand?utm_source=Mailing+Lijst&utm_medium=email&utm_campaign=InZicht+210108