Laurens De Meyer
Door nalatig om te springen met onze bodems, hypothekeren we onze voedselzekerheid nu en in de toekomst. © Dylan De Jonge
Het is niet goed gesteld met onze Vlaamse bodems. Tot die conclusie komt de KVAB (Koninklijke Vlaamse academie voor Wetenschappen en Kunst) op basis van een onderzoek uitgevoerd door buitenlandse experts. Dat heeft te maken met intensieve landbouw, klimaatverandering, verharding en verontreiniging. Om de aan intensieve landbouw gelinkte problemen het hoofd te bieden, is een bodempaspoort nodig, gekoppeld aan randvoorwaarden van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).
Bodem als publiek goed
Onze bodems zijn het bruine goud: het fundament waarop ons voedingssysteem is gebaseerd. Door er nalatig mee om te springen, hypothekeren we onze voedselzekerheid nu en in de toekomst.
Gezonde bodems zijn van algemeen belang en kan je best zien als een publiek goed. Eens bodems degraderen, duurt het millennia om ze weer gezond op te bouwen. Het is een eindige bron die we best goed beschermen en niet uitputten. Daar slagen we vandaag onvoldoende in: de onderzoekers laken het gebrek aan urgentie bij onze beleidsmakers wanneer het aankomt op bodemgezondheid. Er is geen geïntegreerde aanpak of brede visie. Bovendien bestaat er geen kader om de bodemkwaliteit in Vlaanderen op te volgen.
De marges op deze contractteelten zijn flinterdun, waardoor de gronden vaak hyperintensief worden bewerkt. Zo dreigt al snel een “après nous le déluge”-mentaliteit.
Contractteelt als boosdoener
Specifiek binnen de landbouw komen de grootste problemen voor bij seizoenspacht of contractteelt. Hierbij wordt de grond voor slechts één groeiseizoen gehuurd. De marges op deze contractteelten zijn flinterdun, waardoor de gronden vaak hyperintensief worden bewerkt. Zo dreigt al snel een “après nous le déluge”-mentaliteit.
Dat laat zijn sporen na in de vorm van koolstofverlies, erosie en compactie. Net het koolstofgehalte en een goede doorlaatbaarheid is nodig om onze bodems weerbaarder te maken tegen de gevolgen van klimaatverandering zoals lange droogtes of periodes met extreme neerslag.
Bodempaspoort
Hoe kunnen we dit oplossen? Met een bodempaspoort. Zo’n paspoort is perceelsgebonden en houdt bij hoe er met de grond wordt omgegaan. Parameters zoals organische koolstof, bodembedekking, structuur, bodembiodiversiteit, nutriënten, pH-waardes en de aanwezigheid van contaminanten zitten er best in vervat.
Dit paspoort alleen zal uiteraard de bodemkwaliteit niet verbeteren. Een flankerend beleid maakt een verbetering van de bodemkwaliteit ook afdwingbaar. Door de resultaten van het bodempaspoort op te nemen in de randvoorwaarden van het landbouwbeleid, krijgen alle landbouwers een stimulans om van bodemzorg een prioriteit te maken in hun bedrijfsvoering. Toegang tot de hectaresteun kan dan enkel als een goede bodemkwaliteit wordt behouden
Tegelijk wordt zo het signaal gegeven dat bodemkwaliteit beschermen een publieke taak is, in de eerste plaats in het belang van de landbouwers zelf. Zonder gezonde bodems is een een rendabele voedselproductie onmogelijk. Een extra, stimulerend beleid afgestemd op dit bodempaspoort, kan landbouwers belonen die de bodemkwaliteit verbeteren.
In 2023 gaat het nieuwe landbouwbeleid van start. We roepen minister Crevits en het departement Landbouw en Visserij op om voorrang te geven aan deze essentiële schakel in onze voedingsketen.