Het coronavirus legde zo’n jaar geleden ons land lam. In sommige sectoren werd tijdelijke werkloosheid in het leven geroepen, terwijl andere als essentieel werden bestempeld.
Het coronavirus legde zo’n jaar geleden ons land lam. In sommige sectoren werd tijdelijke werkloosheid in het leven geroepen, terwijl andere als essentieel werden bestempeld. En terwijl witte doeken ons land kleurden, werd de impact van de crisis steeds duidelijker in de textielverzorging: er is een lagere productie, bedrijven sluiten of worden opgeslorpt door grotere concurrenten, de tewerkstelling blijft dalen,… en dat met enorme gevolgen voor de werknemers. Zij, die de bouwstenen van deze crisis zijn, worden helemaal vergeten.
De textielverzorging bestaat uit twee grote luiken: enerzijds bedrijven die afhankelijk zijn van de horecasector en droogkuis en anderzijds (industriële) wasserijen en linnenverhuurders.
De werknemers uit de eerste groep kregen al snel te maken met tijdelijke werkloosheid wegens de sluiting van cafés, hotels, vakantiecentra enzovoort. “Tijdens de eerste lockdown ging onze fabriek dicht en werden we technisch werkloos. Daarna gingen we terug werken. Niet fulltime natuurlijk, gezien veel zaken gesloten zijn en er geen communie- of trouwfeesten meer plaatsvinden. Nieuwkuis wordt niet meer binnengebracht en het horecalinnen blijven ook weg. Als je dan ook nog deel uitmaakt van de oudere generatie, kan je op nog minder werk rekenen. Het zijn vooral de jonge en snelle werknemers die aan het werk worden gezet, met alle financiële gevolgen van dien.” Stefanie – werkneemster gemengd bedrijf wasserij/dienstencheques.
De werknemers uit de tweede groep werden ondertussen overspoeld met werk. Wasserijen, die ziekenhuizen en andere gezondheidsinstellingen van linnen voorzien, draai(d)en bijvoorbeeld op volle toeren. En ook al gaat de totale tewerkstelling in deze sector achteruit, daalt het aantal werknemers, is de onderlinge concurrentie steeds heviger en worden de lonen steeds meer in vraag gesteld… de werknemers uit de textielverzorging blijven (over)uren presteren. “Als essentiële sector wassen wij ziekenhuislinnen. We hebben heel veel overuren gedaan, en zelfs zaterdagen gewerkt. De werkomstandigheden waren niet altijd veilig, waardoor de schrik om besmet te raken zeker aanwezig was.” Bart – werknemer in de textielverzorging.
Hun bedanking? Het behouden van hun verwaarloosbare loon, zonder veel meer. “Bij ons in het bedrijf kregen we als bedanking een premie van € 2,55 per gewerkte dag voor de maanden maart en april 2020. Dat komt neer op zo’n € 85, terwijl de werkgever extra winst maakte met het behandelen van coronawas”, aldus Bart. Daarbij worden Belgische textielverzorgers weggeconcurreerd door werknemers uit Frankrijk en Nederland waar het minimumuurloon nog lager is dan het laagste baremaloon in België (slechts €11,56 bruto per uur). Dat is een onaanvaardbare vorm van social dumping! Deze lage lonen gecombineerd met de 0,4% die de regering de Belgische werknemers gunt de komende twee jaar, dat is peanuts. Met zo’n loonsverhoging gaan zij het echt niet redden.
Zo’n laag loon, dat is toch niet normaal?!
We vragen als Algemene Centrale – ABVV daarom meer respect en waardige lonen voor de werknemers van beide categorieën. Enerzijds voor zij die als essentieel bestempeld werden en het ziekenhuistextiel onderhielden tijdens deze gezondheidscrisis. En anderzijds vragen wij om de textielverzorgers die afhankelijk zijn van de horecasector niet te vergeten.
De Algemene Centrale – ABVV is vastberaden om de stem van deze werknemers te laten horen en zal niet aarzelen om actie te ondernemen als we geen adequaat antwoord krijgen.
Annelies Deman
Federaal secretaris