“Hogere marges voor de loonstijgingen in sectoren die het goed doen zijn mogelijk. Dat signaal gaf de federale regering eerder deze week ook aan de sociale partners”, zegt Conner Rousseau. “Ik snap dat de bomen vandaag niet overal tot in de hemel groeien, maar in sectoren waar ferme winsten zijn geboekt, moeten werknemers die voor die winsten gezorgd hebben daarvoor beloond worden. Dát is voor mij ook solidariteit.”
De sociale partners in de Groep van Tien onderhandelen sinds begin dit jaar over de loon- en arbeidsvoorwaarden. Die onderhandelingen verlopen erg moeizaam omdat de marge over een eventuele opslag door de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven op 0,4 procent bepaald is. Dat is voor vakbonden onaanvaardbaar. Het gevolg is dat er plannen gesmeed worden voor een algemene staking op 29 maart.
“Een staking is het allerlaatste redmiddel dat vakbonden en werknemers hebben om hun onvrede te uiten. Volgens mij kunnen we alleen tot een oplossing komen door met elkaar in overleg te blijven gaan. Ik hoop dan ook dat vakbonden en werkgevers opnieuw rond de tafel gaan zitten”, zeg Rousseau.
“Want het is een zwaar jaar geweest voor iedereen. Al zijn er ook sectoren die dankzij de coronacrisis enorme winsten hebben gemaakt. Ik vind het niet meer dan normaal dat daar een eerlijk deel van terugvloeit naar het personeel dat voor die winsten heeft gezorgd en daar vaak risico’s voor genomen heeft. Mensen vragen me vaak: “Wat is solidariteit?” Wel, dát is voor mij de definitie van solidariteit.”
“Ik hoop dan ook dat alle betrokken hun verantwoordelijkheid opnemen om in een constructieve sfeer tot een akkoord te komen zodat iedereen erop vooruit kan gaan,” besluit Rousseau.