Tycho Van Hauwaert
Zonder een helder pad richting koolstofneutraliteit, zet Arcelor Gent haar toekomst op het spel. - © Yasin Hm
Met ArcelorMittal heeft Vlaanderen een staalreus in huis. Met maar liefst 5 miljoen ton vervaardigd staal per jaar, spelen de twee hoogovens in de Champions League van de staalproducenten. Willen we dat in de toekomst zo houden, dan is de keuze voor het juiste koolstofneutrale pad cruciaal. Inspiratie daarvoor is te vinden in onze buurlanden.
Tata Steel in Nederland als voorbeeld?
De Nederlanders staan niet stil. De Rijksoverheid heeft met Tata Steel afspraken gemaakt in een Expression of Principles over haar CO2-reductie. Hierin staat dat Tata Steel de ambitie heeft om vanaf 2030 vijf miljoen ton CO2 per jaar te reduceren. Dit gaat een flinke stap verder dan de proportionele bijdrage van Tata Steel aan het Klimaatakkoord.
Tata Steel zal voornamelijk inzetten op CCS (het opvangen en opslaan van CO2) om hun uitstoot te reduceren. Tegelijkertijd woedt er ook discussie over deze voorgestelde oplossing door Tata Steel. Een groep van economen en oud-bestuurders van Tata Steel schreven in het Strategisch plan 2020-2050 dat CCS nog te weinig ontwikkeld is. Deze werkgroep wil dan ook liever inzetten op waterstof, wat minder CO2 uitstoot dan de gewone hoogovens en al commercieel kan toegepast worden (in Zweden bouwt SSAB een grote installatie). Ook het FNV (Federatie Nederlandse vakbond) plaatst vraagtekens bij de keuze voor CCS. Zij wijzen op het feit dat het geïnvesteerde kapitaal in CCS niets meer waard zal zijn als in een later stadium goedkope en massaal groene waterstof kan worden ingezet. Los van de keuze die Tata Steel zal maken, is er een duidelijk plan en een groot engagement tussen de overheid en de staalfabrikant.
Of wordt Duinkerke de spil van de staalproductie?
Ook in Frankrijk staat men niet stil. ArcelorMittal heeft vlak bij de Vlaamse grens twee grote hoogovens (de BF-BOF route waarbij cokes samen met ijzererts worden gesmolten en erna zuurstof wordt aan toegevoegd in een converter) in Duinkerke. Zij lopen tegen hetzelfde dilemma aan als Tata Steel in Nederland: CCS of waterstof.
Tot nu toe werd de bouw van nieuwe installaties die werken volgens de zogenaamde DRI-route met aardgas als middel om ijzererts te smelten, niet gezien als mogelijk. De installatiekosten zijn namelijk peperduur. Arcelor schat de uitrol van DRI zelf of 30-40 miljard €. Dit zou tegelijk betekenen dat je eerst alle bestaande infrastructuur moet afbreken en daarna opnieuw mag beginnen.
Intussen test Duinkerke een nieuwe optie, waarbij ze de DRI-route willen integreren in het klassieke proces. Men heeft daar wel een andere hoogoven voor nodig, maar de rest van de installatie kan blijven bestaan. Deze nieuwe manier van staal produceren is een soort hybride vorm tussen bestaande staalproductie (BOF) en DRI. Later zou dit type staalproces ook volledig op groene waterstof kunnen draaien.
Een ding is duidelijk: in Vlaanderen ontbreekt een toekomstvisie voor de industriële transitie. Het Nederlandse en Franse voorbeeld kunnen inspirerend werken.
En wat doet Arcelor Gent?
ArcelorMittal in Gent zet dan weer in op een mix aan oplossingen waarvan Torero en Steelanol alvast twee voorbeelden zijn. Goedbedoelde innovatieve en potentiële doorbraaktechnologieën die de staalindustrie stapje per stapje dichter brengen bij klimaatneutraliteit. Waar andere staalgiganten inzetten op een duidelijke keuze: bv. CCS, waterstof of elektrisch (vlamboogoven), gaat Arcelor in Gent voor een bonte mix van technieken. Hoewel we de noodzaak aan technologische ontwikkelingen en proeftuinprojecten omarmen, stellen we ons tegelijk vragen bij het uitfaseren van fossiele brandstoffen op deze manier. Een duidelijke toekomstvisie voor onze staalreus lijkt te ontbreken.
Bij het Steelanol-project worden hoogovengassen omgezet in ethanol. Die bio-ethanol en methanol worden echter beter gebruikt voor de chemie, in plaats van voor transport. De grootste moeilijkheid blijkt om een grootschalige koppeling te maken tussen de staalindustrie en de chemische sector. Een industrieel transitiekader dat synergieën tussen sectoren stimuleert, moet dat faciliteren.
Torero zet dan weer in op het gebruik van biomassa en afval in de bestaande installaties. Zo vervang je een deeltje van de cokes die nodig zijn in het staalproductieproces. Geen wondermiddel om de gigantische uitdaging voor Arcelor aan te gaan. De uitstoot moet naar 0 tegen 2050, op dit moment zit men aan 9 miljoen ton CO2. En helaas is het niet mogelijk om alle cokes te vervangen door biomassa en afval.
Industrieel transitiekader of transitieplan voor Arcelor Gent
Een ding is duidelijk: in Vlaanderen ontbreekt een toekomstvisie voor de industriële transitie. Het Nederlandse en Franse voorbeeld kunnen inspirerend werken: met het Nederlandse Expression of Principle maakte de Nederlandse overheid samen met Tata Steel afspraken over de weg richting koolstofneutraliteit. Dat leidt dan ook tot dubbel succes: enerzijds maakt Tata Steel snel werk van emissiereducties en tegelijk kan het zijn koploperspositie behouden in de staalwereld. Daardoor zal ook de werkgelegenheid op peil blijven en kan de verduurzaming van de site zelfs nieuwe jobs opleveren.
Ook wat er gebeurt bij Arcelor Duinkerke kan inspirerend werken. Net als Duinkerke heeft ook Arcelor Gent twee hoogovens, gekoppeld aan de BOF-route en hebben ze de voorbije decennia in die technologie geïnvesteerd. Dit betekent dat bij een omschakeling naar DRI (en later waterstof) de risico’s op stranded assets groot zijn.
Een logische uitweg voor Arcelor Gent is dan om -net als Duinkerke- enkel de bestaande hoogovens te vervangen voor waterstof en die te koppelen aan de bestaande infrastructuur. Zo hoeft Gent enkel de hoogovens te vervangen maar kan de rest van de installatie blijven en hoeven ze alvast de boeken niet dicht te doen.
Kunnen we Arcelor Gent klaarmaken voor de toekomst? Zeker, maar dan moeten we keuzes durven maken. In een industrieel transitiekader kan de Vlaamse regering de krijtlijnen voor de toekomst uitzetten, infrastructuur voorzien voor waterstof import en opvang van CO2 om te hergebruiken. Zonder plan blijven we aanmodderen en halen de staalfabrieken uit de buurlanden ons in. Zal de hoofdzetel van Arcelor dan wel nog investeren in hun Belgische site?