Danny Jacobs
Van de allereerste natuuractie tot de kustverdediging van de toekomst: het duinengebied is de bakermat voor de Vlaamse milieubeweging. © Hendrik Moeremans
Het kostte soms bloed, zweet en tranen, maar de voorbije 50 jaar hebben we met de milieubeweging straffe veranderingen teweeggebracht. Herbeleef in de artikelreeks 'Krachten bundelen voor de toekomst' de mooiste overwinningen en belangrijkste realisaties. Aflevering 1: het duinendecreet.
In 1993 werd de bestaande ‘Wet op het natuurbehoud bij decreet’ aangevuld met het zogenaamde ‘Duinendecreet’. Een betonstop avant la lettre, want het decreet vaardigde een heuse bouwstop uit. Op die manier zou de voortdurende achteruitgang van onze duinengordel gestopt worden. Eigenaars en bouwpromotoren verzetten zich er hevig tegen. Maar een coalitie van natuur- en milieuorganisaties (Natuurreservaten, WWF, Bond Beter Leefmilieu en Greenpeace) sprong in de bres: ze zetten een door 40.000 mensen ondertekende petitie op, die moest aantonen dat er wel degelijk draagvlak bestond. Op basis van wetenschappelijke criteria werd uiteindelijk 1000 hectare van de nog bestaande duingebieden beschermd via het duinendecreet. Privé-eigenaars werden vergoed voor hun verlies aan bouwgrond.
De Belgische kustlijn is ongeveer 65 km lang. In de 19de eeuw was dit een woest en ongerept gebied. Het bestond uit brede zandstranden waarop meestal een smalle duingordel van in totaal 5.000 ha aansloot. Tal van kleine vissersdorpen en een stad als Oostende waren hierin verweven. In de tweede helft van die eeuw ging het razendsnel. Industrialisering, de verbetering van de transportmogelijkheden en de explosieve groei van grote steden vormden de hoekstenen van een nieuwe bouwcultuur aan de kust, met de metamorfose van vissersdorpjes naar badplaatsen. De eerste hotels en villa’s werden gebouwd. Spoor- en tramlijnen werden aangelegd. Voor koning Leopold II was de kustzone ‘een goudmijn die op ontginning’ wachtte. Er kwamen prestigieuze projecten als de aanleg van de Koninklijke Baan en de Kusttram vanaf 1885.
Leopold II bekommerde zich, afgezien van zijn georganiseerde kustverstedelijking, ook over het lot van de duinen. De vorst koesterde namelijk het plan om de nog ongerepte duingebieden te laten aankopen door de staat om ondernemingen te beletten de kust blind te verkavelen en de duinen als een potentiële bouwwerf zien. Deze opdracht werd echter nooit volledig volbracht.
Eerste natuuractie
De achteruitgang van de duinen ging gepaard met de allereerste natuuractie in ons land. De in 1908 in Antwerpen opgerichte ‘Koninklijke Vereniging voor Natuur -en Stedeschoon’ (KVNS) zette zich in voor natuurbescherming, landschaps -en monumentenzorg en uit wetenschappelijke, esthetische en sociale overwegingen. Naast de bedreiging van de Kalmthoutse Heide, vormde de teloorgang van de zeeduinen aan de Westhoek een belangrijke impuls voor de vereniging om in 1912 voor het eerst actie te ondernemen. In dat jaar verscheen de monografie ‘Voor de duinen onzer Vlaamsche zeekust’ waarin A. De Lattin zijn ongenoegen uitte over het naar eigen zeggen ‘wanbeleid’ dat zich afspeelde in het duinengebied.
De goedkeuring van de ‘Wet op de Schoonheid der Landschappen’ in 1911 kon het tij niet keren. Door de veralgemening van de achturenwerkdag in 1921 en het jaarlijks betaald verlof in 1936 bleek een popularisering van kustrecreatie onvermijdelijk. Die vertaalde zich in een exponentiële stijging van het aantal kustbezoekers, maar ook in de infrastructuur en ging dus ten koste van de natuurgebieden aan de kust. Slechts twee belangrijke gebieden aan onze kust werden als landschap beschermd: het Zwin in 1939 en de duinen van de Westhoek in 1935. Men liep echter toen de kans mis, om ook andere evenwaardige duingebieden een soortgelijke bescherming te geven.
De gewestplannen bleken niet te volstaan om de wildgroei aan bebouwing in de duinen in te tomen.
Redden wat nog te redden valt
Van de duingordel, die vroeger aaneengesloten was, raakten uiteindelijk vele delen versnipperd. In 1987 bleef er van de ruim 5000 ha oorspronkelijke duinen nog ongeveer 2700 ha over. Tegelijkertijd bleef de druk op duingebieden zeer hoog door de drang naar declassering of wijziging van bestemming tot woonuitbreidingsgebied, dat gebeurde bijvoorbeeld met de Houtsaegherduinen in De Panne en de Zwinbosjes in Knokke. Eind jaren tachtig, begin jaren negentig is nog eens zo’n 500 ha duingebied verloren gegaan.
Uit de voorgeschiedenis van het Vlaamse duingebied kwam één zaak duidelijk naar voren: het gebrek aan een overkoepelende ruimtelijke planning leidde tot een wildgroei aan bebouwing, met als gevolg de teloorgang van het natuurlijk kustdecor en een verkwanseling van het duingebied. Medio jaren zeventig kwam er in deze precaire situatie verandering dankzij de implementatie van de gewestplannen, die voor de eerste keer reële beperkingen oplegden aan de ruimtelijke willekeur. Deze regelgeving bleek echter niet voldoende om de chaotische bouwuitbreiding in het duingebied in de kiem te smoren. Een specifieke set van beschermingsmaatregelen was nodig om voor eens en voor altijd duidelijk vast te leggen welk gebruik van de duinen nog was toegestaan en tegen welke voorwaarden. De opmaak van een decreet ter vrijwaring van de maritieme kustduinen werd aangevat.
Het Duinendecreet van 1993 is uiteindelijk het resultaat van informeel overleg, samenwerking en netwerkvorming met de verschillende middenveldorganisaties. Te veel om op te sommen… De inzet van Natuurreservaten vzw. De petitie van Natuurreservaten, WWF, Bond Beter Leefmilieu en Greenpeace die na 2,5 maanden - in het pre-internet tijdperk - resulteerde in 40.000 handtekeningen. Tal van parlementaire voorstellen van politici uit Vlaams-nationale, groene en socialistische hoek. De enkele bouwpromotoren die doorhadden dat het probleem zich aan het keren was tegen hun kernactiviteiten. Burgemeesters met een hart voor natuurbescherming.
Het duinendecreet beschermde 1000 hectare duingebied, maar het blijven eilanden in de betonnen zee van onze kust.
En wat nu?
Het duinendecreet beschermde 1000 hectare duingebied, maar het blijven eilanden in de betonnen zee van onze kust. Om onze kust beter te beschermen tegen de gevolgen van de klimaatverandering, zullen we weer meer en robuuste duinen moeten creëren. “We hebben eerder de teloorgang van de duinen gestopt en grondspeculatie afgeremd. Nu moeten we investeren in natuurlijke kustverdediging met een hoge biodiversiteitswaarde. “Tegen het versterken van de bestaande duinengordel en investeren in nieuwe duinvorming kan geen enkele stenen en betonnen kustwering op”, zegt huidig BBL-voorzitter Vera Dua, begin jaren ‘90 een van de parlementaire voortrekkers van een betere juridische bescherming van de duinen.
Het kan hoe dan ook klein beginnen, zoals in Zeebrugge. Stoppen met machinale strandreiniging is dan een essentiële eerste stap. Daarnaast zijn er verschillende kansen om een duin aan te leggen voor de dijk. Het zal even wennen zijn aan het andere zicht vanop de dijk, maar de voordelen zullen snel duidelijk zijn tijdens en na een storm. De strijd gaat dus door. Deze keer voor bijkomende duincreatie en voor een betere aansluiting van de duingordel bij de achterliggende poldergebieden.
Bronnen:
Pauline Van Bogaert, Het Duinendecreet: Een historische wandeling doorheen de grote polemiek over het Vlaamse klein duintje. Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van Master in de Geschiedenis Academiejaar: 2013-2014, Ugent
Dirk Bogaert, Natuurbeleid in Vlaanderen Natuurontwikkeling en draagvlak als vernieuwingen?, Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, 2004
Welkom in de duinen. Reflecties en aanbevelingen omtrent natuur en recreatie aan de Vlaamse Kust, studie van Westtoer, 2008
Dirk Vanhoecke, Natuurpunt Middenkust & Krien Hansen, Natuurpunt Beleid, 25 jaar na de dag dat duinnatuur zegevierde: waar staan we nu?, website Natuurpunt, september 2018