Actie tegen privatisering en commercialisering van zorg
Openbare zorg noodzakelijk voor een betaalbare, zorgeloze toekomst
De Verenigde Naties riepen 23 juni uit tot Internationale Dag van de Openbare Diensten. Het is de dag waarop we de bijdrage van het personeel van de openbare diensten aan de samenleving vieren. ACOD LRB, ACV-OD en VSOA voerden daarom op 26 juni actie voor sterke openbare welzijnsverenigingen. In het Vlaamse parlement start binnenkort immers de bespreking van een verstrekkend voorstel van decreet dat de sluisdeuren openzet voor de privatisering en commercialisering van zorg. De Vlaamse regering en de drie meerderheidspartijen N-VA, Open VLD en CD&V zetten hun ondoordachte privatiseringsagenda ondanks de coronacrisis zonder schroom door.
Het ingediende voorstel van decreet moet openbare welzijnsverenigingen de mogelijkheid geven om zelf een vzw of vennootschap op te richten of er deelgenoot van te worden. De welzijnsvereniging kan aan deze privaatrechtelijke structuren dan personeel overdragen of ter beschikking stellen. Ze zouden daarin ook erkenningen, subsidies en infrastructuur kunnen onderbrengen. Vennootschappen zouden tot 49% van het kapitaal kunnen inbrengen.
Het voorstel van decreet zal het mogelijk maken om het zorgvastgoed onder te brengen in een aparte naamloze vennootschap. Beursgenoteerde investeringsmaatschappijen staan te popelen om daarin vervolgens te investeren. De voorbije jaren hebben ze op grote schaal zorgvastgoed zoals woonzorgcentra opgekocht en tegen hoge prijzen doorverhuurd aan commerciële zorgketens.
Vandaag hebben deze spelers zo’n 26 % van de residentiële ouderenzorgsector in handen. Het voorstel van decreet geeft hen een enorme duw in de rug. Een alles dominerende winstlogica leidt bij de commerciële zorgketens tot een beknibbeling op personeel, een grotere inzet van flexibele arbeidscontracten en hogere ligdagprijzen. Rendementsoverwegingen krijgen de voorrang op kwaliteitsvolle zorgverstrekking.
Het voorstel van decreet zal deze negatieve tendensen binnenbrengen in de schoot van de openbare welzijnsverenigingen. De private investeerders in bijvoorbeeld het zorgvastgoed zullen immers een vast en marktconform rendement verwachten. De uitbaters van de zorg – die het zorgvastgoed huren van de naamloze vennootschap – zullen de ligdagprijzen moeten verhogen en de vinger op de knip houden om deze hoge huurkosten te betalen. De privatisering zorgt er aldus voor dat publieke middelen wegvloeien naar private investeerders en dus niet gebruikt worden waarvoor ze eigenlijk bestemd zijn: zorg verstrekken.
Traditioneel wordt de zorgsector in België door lokale besturen of het gesubsidieerde middenveld uitgebaat. Het voorstel van decreet zet deze traditie op de helling en zal het speelveld overleveren aan financiële investeringsmaatschappijen en commerciële zorgketens. Sterke openbare zorgvoorzieningen en social profit-instellingen zetten nochtans de levenskwaliteit van de mens centraal en investeren daarom in voldoende en goed opgeleid personeel. De openbare zorgvoorzieningen staan bovendien garant voor betaalbare en voor iedereen toegankelijke zorg. En in crisissituaties kunnen ze daardoor ook vlugger en doeltreffender schakelen.
De coronacrisis heeft aangetoond dat er voor winstbejag geen plaats is in de levensbelangrijke zorgsector. We vragen het Vlaamse parlement om dit voorstel van decreet af te keuren. Onze helden van de zorg verdienen beter dan dit mes in hun rug.