De sociale partners ondertekenden vandaag in de Nationale Arbeidsraad de cao’s die uitvoering geven aan het sociaal akkoord 2021-2022 voor de privésector. De federale regering heeft van haar kant vandaag ook het licht op groen gezet voor de volledige uitvoering van het akkoord. De afgesproken forse verhoging van het minimumloon, landingsbanen vanaf 55 en SWT vanaf 60 zijn zo definitief verworven.
Het ACV is bijzonder tevreden dat de werknemers met de laagste lonen daarmee eindelijk uitzicht krijgen op belangrijke loonstijgingen. Het laagste minimumloon zal in drie stappen stijgen met 147,68 euro bruto per maand (voor een voltijdse werknemer), waarvan al 76,28 euro op 1 april 2022. Daarmee komt er ook een gelijke behandeling van jonge werknemers van 18 tot 20 jaar. Deze verbetering leidt voor alle werknemers met een brutoloon beneden de 2.612 euro per maand (op voltijdse basis) ook tot een verhoging van het nettoloon, doordat de sociale werkbonus (vermindering van persoonlijke bijdragen) en fiscale werkbonus (vermindering van de bedrijfsvoorheffing) automatisch mee omhooggaan.
Dit akkoord legt tevens de basis voor de invoering in de sectoren van landingsbanen (zowel halftijds als 4/5) vanaf 55 jaar voor zware beroepen en lange loopbanen en voor afspraken in de bedrijven in moeilijkheden of herstructurering om via dergelijke landingsbanen naakte ontslagen te vermijden. In 2021-2022 was een halftijdse landingsbaan pas mogelijk vanaf 57 i.p.v. 55 jaar.
Tegelijk komt er ook voor oudere werknemers die de komende jaren worden ontslagen (tot 30 juni 2023) eindelijk duidelijkheid over de SWT-regelingen vanaf 58 jaar (medisch SWT) en vanaf 60 jaar (zware beroepen, lange loopbanen, bedrijven in moeilijkheden en herstructurering), in afwijking op de algemene regel van 62 jaar.