Heleen De Smet
In ons land daalt de vleesconsumptie, maar wereldwijd zien we een omgekeerde tendens. - © Rickie Tom Schunemann
Recent werd de Meat Atlas 2021 gepubliceerd. Daaruit blijkt dat de wereldwijde vleesconsumptie de laatste 20 jaar verdubbeld is, en dat de veehouderij verantwoordelijk is voor 14,5% van de totale broeikasgasuitstoot. Ondanks een sterk dalende consumptie in ons land, groeit onze regio intussen uit tot een van dé vleesleveranciers voor ons continent. En dat op een plek waar open ruimte en milieu zo onder druk staan.
Vleesverbruik daalt in België
Hoewel geschat wordt dat de wereldwijde vleesconsumptie met 13% zal stijgen tegen 2028, voornamelijk door inkomensstijging en bevolkingsgroei, zien we in landen als België een fikse daling in de vleesconsumptie. Volgens Statbel at de Belg vorig jaar gemiddeld 75 kg vlees, in 2010 kwam er nog 82 kg op ons bord. Die tendens zien we bij zowat alle vleessoorten, maar vooral bij rund- en kalfsvlees. Ondanks een stijging in wit vlees, voorspelt de Europese Commissie een algemene daling van 1,1 kilogram vlees per persoon tegen 2030, gedreven door sociale, ethische, ecologische en gezondheidsredenen. De groeiende groep individuen die bewust minder vlees eet, zijn vaak jongeren, (jonge) vrouwen, individuen met een hoger inkomen en/of hogere studie.
Heeft het überhaupt zin om via overheidsinitiatieven te mikken op een daling in vleesconsumptie als we tegelijk via ons landbouwbeleid onverstoord blijven inzetten op de productie en promotie van vlees? Dat is dweilen met de kraan wijd open.
Toch geen dalende productie door groei export
De dalende consumptie zet zich voorlopig niet verder in de productie, die een zware last vormt voor ons milieu. Hoe dat komt? Door overproductie in de veesector zetten we steeds meer in op export. Maar liefst 66% van onze varkens en runderen zijn bedoeld voor export, en daarmee is België één van de grote spelers in Europa. We exporteren ons varkens- en rundvlees letterlijk richting de halve wereld (meer dan 60 landen) ter waarde van zo’n 2 miljard euro in 2019, volgens cijfers van Belgian Meat Office.
Ook voor kippen zijn we de zesde grootste exporteur ter wereld. Onze buurlanden blijven onze favoriete exportlanden, maar we zoeken het ook verder. In 2020 gaat 35% van het Belgisch kippenvlees naar derde landen, met Afrika op kop: zo exporteerden we maar liefst 84.000 ton kippenvlees alleen al naar het West-Afrikaanse land Ghana, in 2018 en 2019.
De website www.europeanpork.eu bevestigt de Belgische focus op export: de Europees klinkende website is letterlijk een verkoopkanaal voor Belgisch vlees. Naast Engels, kan je er kiezen voor een interface in Vietnamees, Koreaans, Japans of Chinees: het doet vermoeden dat we onze export niet enkel willen uitbreiden naar onze buurlanden. Dat deze website mee ondersteund wordt door de Europese middelen hoort na een broodnodige herziening van het Europees promotiebeleid hopelijk tot de verleden tijd. In dat promotiebeleid gaat nog steeds 32% van het budget van 777 miljoen euro richting zuivel & vlees.
Tijd voor reflectie
Deze stevige exportcijfers nopen tot reflectie: waarom zouden we, in een regio waar ruimte en milieu zo onder druk staan, ambiëren om de vleesleverancier van de wereld te worden? Zeker in tijden waarin geen enkele van onze waterlopen aan de Europese norm voldoet en een stikstofcrisis onze biodiversiteit (en onze economie) bedreigt.
Maar nog fundamenteler: heeft het überhaupt zin om via overheidsinitiatieven in te zetten op een daling in vleesconsumptie als we tegelijk via ons landbouwbeleid onverstoord blijven inzetten op de productie en promotie van vlees? Dat is dweilen met de kraan wijd open.