Heleen De Smet
Toewerken naar een kleinere veestapel is cruciaal. Als de overheid niet ingrijpt, dan stevenen we vermoedelijk ook af op een verkleining van de sector, maar dan één waarin de familiale landbouwers verdwijnen ten voordele van uit hun voegen gebarsten stallen van grootbedrijven. - © Diego San
Minister van Landbouw Hilde Crevits maakte 16 miljoen euro vrij om de schade in de varkenssector te beperken. De crisis waarin de sector zich bevindt, zorgt voor schrijnende situaties bij landbouwers. De houdbaarheidsdatum van het huidige model is ruim overschreden. De 16 miljoen euro lijkt daarom eerder een doekje voor het bloeden, dan een structurele oplossing.
Vlaanderen telt 3800 varkensboeren die samen jaarlijks 11 miljoen varkens produceren. Zo’n 60% daarvan gaat naar het buitenland, zowel naar onze buurlanden als naar verdere afzetmarkten zoals Zuidoost-Azië. Nu Duitse varkenshouders met de Afrikaanse varkenspest te maken krijgen, mogen ze niet buiten de Europese Unie exporteren. Gevolg: de Europese markt is meer dan verzadigd. Tel daar de hoge prijzen van varkensvoer bij, en dan kom je al snel tot de situatie waarin varkensvlees verkocht wordt aan een lagere prijs dan de productiekost. Zoals elke ondernemer zal beamen: dat is niet houdbaar.
In het volgebouwde Vlaanderen hebben we gewoonweg niet de milieugebruiksruimte om zo waanzinnig veel varkens te produceren.
Maak van de nood een deugd
Landbouworganisaties vragen steun om de varkenssector uit deze crisis te trekken. Europa ging niet in op de vraag naar crisissteun, maar Vlaanderen kende alvast 16 miljoen euro toe. Dat budget zal gebruikt worden om varkenshouders te stimuleren in te zetten op kwaliteitslabels, tussen te komen in de vaste kosten en het promoten van lokaal varkensvlees.
Beter zou het zijn om van de nood een deugd te maken. Als we deze varkenscrisis slim aanpakken, dan beantwoorden we meteen tal van andere uitdagingen waar de hele landbouwsector voorstaat, zoals de stikstofproblematiek of het mestbeleid. Hoe kunnen we dat dan doen? Stop de expansiedrang van de sector: de Belgische en Europese markt is verzadigd. In het volgebouwde Vlaanderen, waarin we gewoonweg niet de milieugebruiksruimte hebben om zo waanzinnig veel varkens te produceren, is dat de enige logische keuze.
Op papier volgt de sector deze logica: in hun gezamenlijke positie voor de stikstofcrisis stellen ze “voedselproductie in eigen land als deel van de oplossing” voor. In de praktijk zien we dat de focus toch vooral op export blijft liggen: met websites als europeanpork.be of deze reclameclip met Koreaanse ondertitels.
Toewerken naar een kleinere veestapel is cruciaal. Een doordachte aanpak leidt naar meer grondgebonden veeteelt waarin familiale landbouwers maximaal ondersteund worden. Als de overheid niet ingrijpt, dan stevenen we vermoedelijk ook af op een verkleining van de sector, maar dan één waarin de familiale landbouwers verdwijnen ten voordele van uit hun voegen gebarsten stallen van grootbedrijven. Een tendens die we absoluut moeten tegenhouden en waarin onder andere een slimme toepassing van nutriëntenemissierechten (NERs) een oplossing zou kunnen vormen. Nu publiek geld inzetten om Belgen méér varkensvlees te laten kopen, staat haaks op diverse beleidsinitiatieven, zowel op Vlaams als op Europees niveau.
Nu publiek geld inzetten om Belgen méér varkensvlees te laten kopen, staat haaks op diverse beleidsinitiatieven, zowel op Vlaams als op Europees niveau.
Verantwoordelijkheid van de hele keten
Terecht wordt er naar de verantwoordelijkheid van de hele keten gekeken. Zo dient de retail, de grootwarenhuizen dus, al lang een andere rol op te nemen in ons voedingssysteem. Het grootste deel van het varkensvlees in de Belgische supermarkten is al lokaal, nu moet er nog werk gemaakt worden van een eerlijke prijs. Miljoenen inzetten om de verzadigde lokale markt te vergroten gaat echter het probleem van structurele overproductie niet oplossen, zal geen invloed hebben op de prijs en getuigt enkel van een gebrek aan visie. Ook de winnaars van dit gebroken model mogen expliciet ter verantwoording geroepen worden: spelers als banken, studiebureaus, veevoederbedrijven en vleesverwerkers hebben er alle baat bij dat onze productie de hoogte in geduwd wordt en houden zo dit achterhaald systeem in stand. De belangen van deze sector wegen echter vaak zwaarder door dan de belangen van de landbouwer.
Wat doen we beter niet? Geld pompen in een systeem dat op z'n grenzen gebotst is en dat blijft inzetten op schaalvergroting. Wat wel? De veehouderij fundamenteel hervormen, zodat die hier een rechtszekere en duurzame toekomst heeft. En daarvoor mag gerust meer dan 16 miljoen euro geïnvesteerd worden.