Koopkrachtplakkaat

EnergieplakkaatC

173646265 10222054268599783 1356797931624160070 n

Delen van artikels

Brussel, 21 oktober 2021 - Het ACV vroeg al herhaaldelijk aan de federale regering om de gelijkstelling voor de jaarlijkse vakantie van de coronawerkloosheid in 2021 te regelen. Net zoals ze dat deed voor coronawerkloosheid in 2020. Want tijdelijke werkloosheid is geen eigen keuze en zorgt al voor stevig inkomensverlies. Dat werknemers het jaar daarop nog een tweede keer zouden verliezen is geen optie. Het ACV is tevreden dat hier in het kader van de begrotingsbesprekingen nu duidelijkheid is over gekomen.


Deze vraag werd door alle sociale partners in een gemeenschappelijk advies van de Nationale Arbeidsraad ondersteund. Zonder die gelijkstelling zouden honderdduizenden werknemers die ook in 2021 getroffen werden door tijdelijke werkloosheid als gevolg van corona (veel) minder vakantiegeld en vakantiedagen hebben in 2022. In april 2021 waren bijvoorbeeld nog 425.120 mensen tijdelijk werkloos.

In het kader van de begrotingsbesprekingen is de regering nu volledig ingegaan op deze vraag en dit zowel voor het enkelvoudig vakantiegeld, het dubbel vakantiegeld als het aantal vakantiedagen. En niet enkel voor de tijdelijke werkloosheid ingevolge de coronacrisis, maar ook voor de werknemers die in tijdelijke werkloosheid wegens overmacht werden geplaatst door de overstromingen van deze zomer. Dit geeft een eenmalige meerkost voor de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (voor arbeiders) en voor de werkgevers (voor bedienden). De regering besliste daarin tussen te komen voor 154 miljoen euro. De sociale partners kregen de vraag op korte termijn een voorstel te doen voor de verdeling van dat geld.