KLIMAAT, MILIEU EN BIODIVERSITEIT
Onderzoeksrapport door het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling (CDO-UGent) en het Centre d’Etudes du Développement Durable (CEDD-ULB) In opdracht van de Koning Boudewijnstichting
WAAROVER GAAT HET?
In de strijd tegen de klimaatopwarming hebben tal van spelers hefbomen voor verandering in handen: wetenschappers, beleidsmakers, bedrijven, burgers, ngo’s, journalisten, leerkrachten,... Om burgers te engageren tot begrip of actie zetten ze actief in op communicatie. Daarbij gaat het over de feiten, de dringendheid, de mogelijke keuzes,... Maar in hoeverre zet deze communicatie ook echt aan tot engagement en acties?
Het klimaatvraagstuk is een complex, systemisch probleem (wicked problem). Effectieve, engagerende communicatie is dan ook meer dan telling the science of het doorgeven van veel informatie: het gaat minstens evenzeer om het connecteren met de verschillende waarden en identiteiten van uiteenlopende doelgroepen. Pas als mensen zich in boodschappen of acties herkennen, voelen ze er zich door aangesproken.
Welke ‘brillen op de werkelijkheid’ manifesteren zich dan in elk debat en hoe zien die brillen eruit? Welke overtuigingen en wereldbeelden liggen erachter? Staat een discours eerder voor het behoud van de status quo of is het hervormings- of transformatief gericht?
Dit framingonderzoek brengt in kaart hoe het klimaatdebat zich in België vandaag rond drie concrete klimaatcontroverses ontwikkelt: de controverse rond luchtvaart (is veel vliegen nog verantwoord?), rond vleesconsumptie- en productie (vlees of geen vlees?) en de opkomende controverse rond de vraag of waterstof de sleutel is in de transitie naar een klimaatneutrale economie.
Een discours wordt beschouwd als een bundeling van verhaallijnen (wat is het probleem? Welke oplossingen worden mogelijk geacht?), wereldbeelden (door welke bril wordt er naar de werkelijkheid gekeken? Welke normatieve uitgangspunten en waarden komen terug?), rolverdelingen (wie wordt gezien als deel van het probleem, wie als deel van de oplossing?) en metaforen.
In dit onderzoek wordt een discours als zowel een vorm van tekst/taal als een sociale praktijk beschouwd: het beschrijft niet enkel de werkelijkheid, maar geeft ze ook vorm.
Behalve verschillen toont het onderzoek ook waar er overeenkomsten tussen de verschillende ‘strekkingen’ liggen en hoe een goed debat over duurzaamheidscontroverses eruit kan zien.
BIJKOMENDE INFORMATIE
Meer info en bron - klik hier -