Persbericht GVF: dienstencheques: één stap vooruit, twee achteruit
Op 16 december werd er opnieuw onderhandeld in de sector van de dienstencheques. Ondanks een serie acties heeft werkgeversfederatie Federgon nog steeds niet begrepen hoe penibel de situatie van de huishoudhulpen is.
De huishoudhulpen horen bij de laagst betaalde werknemers van het land.
Daarenboven worstelen ze al jaren met veel te lage verplaatsingsvergoedingen. Dat wil in realiteit zeggen dat de huishoudhulpen moeten betalen om te kunnen gaan werken. De laatste maanden stijgen onder andere de brandstofprijzen enorm. De situatie wordt dus steeds penibeler.
Het is dan ook onbegrijpelijk dat de werkgevers vandaag opnieuw enkel marginale verbeteringenvan de verplaatsingsvergoedingen voorstellen.
De loonstijging van 0,4% zou ook pas ingaan op 1 januari 2022. Zo missen de werknemers al een jaar loonopslag (IPA = 2021-2022!
Ondanks de verdiende winsten en de uitgekeerde dividenden willen de werkgevers liever de middelen van het Sociaal Fonds gebruiken om het akkoord te financieren.
Ter herinnering: in 2020 stelden de werkgevers nog dat het Fonds onvoldoende middelen had om de dagen tijdelijke werkloosheid gelijk te stellen voor de eindejaarspremie van de huishoudhulpen.
“Het lijkt wel een omgekeerde processie van Echternach. Telkens we denken dat we een stap vooruit kunnen zetten, zet Federgon er twee achteruit”, zeggen de vakbonden. “Schandalig dat de 150.000 werknemers de feestdagen tegemoet moeten gaan zonder een correct sociaal akkoord.”
De commerciële bedrijven hebben vandaag een duidelijk gebrek aan respect getoond ten opzichte van die duizenden vrouwen die de aandeelhouders rijk maken.
Het gemeenschappelijk vakbondsfront had reeds een stakingsaanzegging lopende. Deze blijft geldig. De komende weken zullen er dan ook opnieuw acties plaats vinden.