30 JAAR BAPN: EEN INTERVIEW MET GUY TORDEUR
Wat roept het begrip ‘armoede’ bij u op?
Zittend hier achter mijn bureau hoor ik alleen het zachte tikken van de regen op de ruiten. Het gaat op en af, soms crescendo en dan weer stil. Een zachte symfonie. Een gelukzalig gevoel. Een warm gevoel van zich geborgen weten. Een goed gevoel maar een gevoel waarvan heel wat mensen van verstoken blijven.
Armoede is van alle tijden. Net als migratie is armoede een eeuwenoud verschijnsel met vele gezichten. Armoede is ook een probleem dat zich vaak achter vier muren verschuilt en daardoor niet altijd zichtbaar is. Het is een probleem van mensen die op verschillende domeinen (gezondheid, werk, onderwijs, vrije tijd,…) hun rechten niet kunnen laten gelden. Hoewel armoede niet herleid kan worden tot een financieel probleem, kunnen we enkel vaststellen dat het ontbreken van een waardig inkomen vaak aan de grondslag ligt van de vele andere problemen. Daarom is het een prioriteit van BAPN om samen met mensen in armoede zelf te ijveren voor toereikende en toegankelijke inkomens.
Hoe raakte u zelf betrokken bij de armoedeproblematiek en meer in het bijzonder bij het Belgisch Netwerk Armoedebestrijding?
Medio de jaren negentig kwam ik als vakbondsman in het hartje Brussel. Al vlug werd ik geconfronteerd met alle facetten van armoede. Immers in het Brusselse straatbeeld is armoede niet weg te denken. Zo is de straat voor heel wat mensen zowel hun living als slaapplaats. Men mag niet blind worden voor deze harde realiteit. Op een dag kwam er een dame “Kaatje” genoemd bij mij aankloppen om iets te doen voor mensen in armoede en daklozen in het bijzonder. Om een lang verhaal kort te maken, wij hebben samen onze schouders gezet onder de ontmoetingsplaats “vzw chez nous – bij ons”. Zo ben ik vervolgens in contact gekomen met een reeks andere geëngageerden mensen die zich inzetten voor mensen in armoede zoals bijvoorbeeld de priester Daniel Aliet. Ik leerde ook de armoedenetwerken en BAPN kennen. Op een dag heeft men mij aangesproken met de vraag om voorzitter te worden van deze organisatie. Na een korte bedenktijd heb ik ja gezegd. Ik ben er immers van overtuigd dat armoede een onrecht is. We mogen niet gewoon aanvaarden dat armoede een onderdeel is en blijft van onze samenleving. Samen met de vier regionale netwerken armoedebestrijding, hun aangesloten verengingen en de staf van BAPN werk ik mee aan het bestrijden van de structurele oorzaken van armoede en sociale uitsluiting in België maar ook in Europa. Armoede stopt immers niet aan de landgrenzen.
Hoe is volgens u de armoede de voorbije jaren geëvolueerd?
Onlangs heeft de Universiteit Antwerpen haar nieuw jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting voorgesteld. Een bijzonder verontrustende en teleurstellende vaststelling van de onderzoekers is dat de afgelopen 30 jaar, ondanks verschillende beleidsinitiatieven, de armoede op hetzelfde niveau is gebleven. Nog steeds moeten 1 op 7 Belgen zien rond te komen met een inkomen dat zich onder de Europese armoedegrens bevindt. Zelfs tijdens economisch gunstige periodes is er men niet in geslaagd om de armoede te doen dalen. Als welvarend land moet België veel beter kunnen doen.
De evolutie die we in de jongste decennia hebben meegemaakt, heeft de materiële levensvoorwaarden voor de bredere bevolkingslagen aanzienlijk verbeterd. Ondanks deze evolutie worden we nog geconfronteerd met wat men nu “moderne armoede” is gaan noemen. Naast de aanzienlijke ongelijkheden blijven er heel wat immateriële en collectieve noden en behoeften bestaan die binnen ons bestel over het hoofd worden gezien.
Kan u dit verder verduidelijken?
Wie het vandaag moet rooien met een minimumuitkering van ziekte- of werkloosheidsverzekering, met een minimumpensioen of wie moet terugvallen op een leefloon van het OCMW, redt het financieel niet. Maar we stellen ook vast dat steeds meer mensen uit de lagere middenklasse voelen hoe de vloer onder hun voeten wegzakt. De uitdagingen worden met andere woorden des te groter. We denken hierbij onder andere aan het inkomen, het klimaat en het milieu, de energiefactuur, de huurprijzen, een rechtvaardige fiscaliteit, de digitale kloof, enzovoort… De “zondvloed” van vorige zomer - hier en elders - heeft in alle scherpe nog eens duidelijk gemaakt dat mensen in armoede het scherpst worden geraakt. En dan hebben we nog niet gesproken over COVID-19, de pandemie die de armoede van mensen verder verdiepte.
Gans deze situatie doet me onwillekeurig denken aan de woorden van de indrukwekkende Amanda Gorman op de inauguratie van Joe Biden: “ The Hill We Climb.”
“Als het dag wordt, vragen we ons af wanneer zien we ooit het licht in deze eindeloze nacht? Elk verlies dat we dragen, is een zee waar we door moeten waden. We trotseerden de buik van het beest….” (sic). Met dat beest bedoelde ze niet zozeer het coronavirus. Maar je moest er onwillekeurig aan denken.
De heuvel die mensen in armoede beklimmen is inderdaad enorm. Nu het einde van het coronatijdperk in het zicht is, is de vraag op ieders lippen: hoe ziet de wereld er morgen uit? Het antwoord op de vraag zal geen uitkomst van een blind mechanisme zijn, maar het resultaat van een gevoerd beleid, van gemaakte keuzes en ideeën hier, in Europa en in gans de wereld. Ideeën die de weergave zijn van een opvatting over mens en maatschappij.
Welke oplossingen ziet u dan concreet?
Ik denk voornamelijk aan onze sociale zekerheid en hoe deze sinds haar oprichting na W.O. II haar verdiensten heeft bewezen en ook nu weer in volle crisisperiode – COVID 19 en bij uitbreiding omikron – als katalysator fungeerde. Het heeft een groot gedeelte van onze bevolking tegen een grote verarming beschermd. Het heeft ook onze samenleving laten standhouden tegen de zwaarste externe schok die we sinds de tweede wereldoorlog hebben gekend. Toch heeft de coronacrisis de pijnpunten van onze sociale zekerheid en bescherming ook blootgelegd. Vooral mensen met een laag inkomen en degenen met een kwetsbaar profiel op de arbeidsmarkt (atypische contracten, werkzaam in kwetsbare sectoren zoals de kunstsector of de horeca,…) vielen door de mazen van het net. Ze werden onvoldoende of in sommige gevallen zelfs helemaal niet beschermd door onze welvaartsstaat. Deze problemen zijn helaas niet nieuw. We kunnen niet langer aanvaarden dat in onze samenleving het net de meest kwetsbaren zijn die het minst door onze overheid beschermd worden. Laat de coronacrisis daarom een kantelmoment zijn om de gaten in de sociale zekerheid te dichten.
Deze sociale zekerheid is het resultaat van een positief mensbeeld en de idee dat een betere samenleving mogelijk en wenselijk is. Anderzijds mogen we de rol en het belang van openbare sector en collectieve diensten niet uit het oog verliezen. Deze zijn meer dan nodig. Men vergeet al te gemakkelijk dat onze samenleving eenvoudigweg niet behoorlijk werkt zonder een goed uitgebouwde overheidssector (cf. onder andere het noodweer van deze zomer). Meer nog : het optreden van de overheid, goed uitgebouwde collectieve voorzieningen en ons stelsel van sociale zekerheid vormen belangrijke hefbomen voor onze welvaart en het welzijn. Met andere woorden laat ons het gezegde “Principiis obsta” indachtig zijn: pak de oorzaken aan en niet alleen de symptomen of de gevolgen!
Hoe kan BAPN hier volgens u aan bijdragen?
Het beleid in België moet participatiever zijn voor mensen in armoede en het sociale perspectief moet vooraan op de agenda geplaatst worden bij de beleidsmakers. BAPN wil samen met de vier netwerken (Het Netwerk tegen Armoede, Het Brussels Platform armoede, Réseau Wallon de Lutte contre la Pauvreté en Le Forum - Bruxelles contre les inégalités) op een gestructureerde wijze de ervaringen van mensen in armoede blijven verwoorden en concentreert zich daarvoor op het adviseren, ondersteunen en beïnvloeden van het federaal en Europees beleid – sociale rechtvaardigheid, wordt niet begrensd door een continent of de kleur van de huid – en vertrekt hiervoor steeds vanuit de ervaringen van mensen die armoede leven. Een ander beleid wordt pas mogelijk als we de mensen in armoede daadwerkelijk mee betrekken. We kunnen niet langer alleen “niet kwetsbare” laten definiëren wat het sociaal perspectief moet zijn. Enkel door hun voldoende te betrekken kunnen we komaf maken met de “zij” en de “wij”. Ook mensen in armoede maken deel uit van deze democratische samenleving. Laten we dat vooral niet vergeten! Het is daarom belangrijk dat BAPN een gestructureerde verankering krijgt binnen het beleid.
Wil u nog graag iets toevoegen aan dit interview?
Ik zou graag willen afronden met een passend citaat van Victor Hugo:
‘ De geest wordt rijk door wat hij ontvangt, het hart wordt rijk door wat het geeft!’
Bron: https://bapn.be/nl/bericht/30-jaar-bapn-een-interview-met-guy-tordeur