Vrouwen, gender en klimaat
Inleiding:
De klimaatopwarming en de daarmee gepaard gaande crisissen manifesteren zich wereldwijd steeds sterker. Niet alle regio’s en niet alle mensen worden er in dezelfde mate door getroffen. De gevolgen verschillen naargelang regio, leeftijd, klasse, inkomen, beroep, sekse, validiteit, … en genderongelijkheid. De impact van de klimaatverandering is niet genderneutraal. Vrouwen worden disproportioneel getroffen door de gevolgen van de klimaatcrisis. Dit hangt samen met maatschappelijke ongelijkheid: beperkte rechten, kansen en vrijheden van vrouwen.
Uit onderzoek 1 weten we bijvoorbeeld dat significant meer vrouwen dan mannen sterven door natuurrampen en dat dit verschil hoofdzakelijk te verklaren is door genderongelijkheid: de verschillende maatschappelijke positie, normen, rollen en rechten van mannen en vrouwen in de samenleving. Er bleek ook een direct verband tussen de mate van ongelijkheid en de sterftekloof. Hoe groter de sociaaleconomische ongelijkheid, hoe groter de sterftekloof en hoe kleiner de sociaaleconomische ongelijkheid, hoe geringer het sterfteverschil tussen vrouwen en mannen bij natuurrampen.
Genderongelijkheid en de bestaande machtsverdeling en machtsdynamiek tussen de seksen vergroten de kwetsbaarheid van vrouwen voor de gevolgen van de klimaatverstoringen en beperken hun actiemogelijkheden tot mitigatie en adaptatie. 2 Tegelijk is vastgesteld dat de klimaatverandering bestaande ongelijkheden, zoals genderongelijkheid, versterkt.
Natuurrampen versterken de bestaande ongelijke arbeidsverdeling en ongelijke kansen tussen de seksen. In vele landen zijn vrouwen en meisjes verantwoordelijk voor de voorziening van energie, water en voeding voor het gezin. Taken die als gevolg van natuurrampen zoals overstroming, verwoestijning, enz. meer tijd vergen, zwaarder, risicovoller of zelfs onhaalbaar worden. Hierdoor verzwaart hun onbetaalde arbeidslast en hebben ze geen of minder kansen op onderwijs, deelname aan betaalde arbeid, inkomen, sociale bescherming.
Daar komt bij dat vrouwen dikwijls uitgesloten zijn van macht, overleg en besluitvorming. Een ongelijkheid die zich op alle niveaus – van het lokale tot wereldwijd – manifesteert. Hierdoor ontbreekt hun perspectief op de kwestie en hebben ze minder of weinig tot geen toegang tot middelen en budgetten die beschikbaar worden gesteld om de klimaatcrisis tegen te gaan. Kortom, een genderrechtvaardige klimaattransitie dringt zich op.
Deze realiteit is nog niet volledig ingebed in onderzoeken, beleidsdebatten en programma’s om de klimaatopwarming te temperen. Vele analyses en beleidsresponsen zijn genderblind: ze houden geen rekening met ongelijkheid en verschillen in de maatschappelijke positie vanvrouwen en mannen. Een positie die het vermogen van mensen sterk beïnvloedt om keuzes te maken en om te ageren en reageren op de levensomstandigheden en op de klimaatcrisis.
Deze genderblindheid bestendigt de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen en voegt ook een nieuwe dimensie toe aan de ongelijkheid: ongelijkheid in het vermogen tot adaptatie en mitigatie in relatie tot de klimaatcrisis. Dit geldt voor vrouwen en mannen als individu én voor de gemeenschappen waarvan ze deel uitmaken, als geheel.
Vrouwen zijn echter niet alleen extra kwetsbaar en slachtoffer. Ze zijn ook krachtige actoren voor verandering die een leidende rol kunnen hebben in de strijd tegen de klimaatopwarming. In Afrika hebben vrouwen bijvoorbeeld een cruciale rol in de strijd tegen armoede, ondervoeding en honger op het platteland. Zij zijn de ruggengraat van gezinnen en gemeenschappen en van de plattelandseconomieën, met een belangrijke rol in de voedselproductie, voedselverwerking en voedselverkoop en voor de gezonde voeding van de gezinnen. Gendergelijkheid en empowerment van vrouwen is echter nodig voor de transitie van het landbouwsysteem.
Duurzame maatschappelijke ontwikkeling en een klimaatveilige wereld vereisen gendergelijkheid en empowerment van alle vrouwen. Sociaaleconomische gelijkheid, gelijke rechten, vrijheden, kansen en empowerment zouden bijgevolg een centrale plaats moeten krijgen in alle klimaatgebonden mitigatie- en adaptatiestrategieën; en waarbij rekening gehouden word met intersectionele factoren die personen of groepen meer kwetsbaar maken voor de gevolgen van de klimaatcrisis en/of meer beperken in hun handelingsvermogen.
Een genderrechtvaardige transitie is een must voor het opvangen en counteren van de opwarming van de aarde en de daarmee samenhangende crisissen, voor het behoud van ‘het goede leven’ en voor het overleven van de mensheid. Een genderbewust en rechtvaardig klimaatbeleid zal de structurele ongelijkheden tussen vrouwen en mannen aanpakken en zal daarbij rekening houden met de intersectionele aspecten van de klimaat- en omgevingscrisis die mensen extra kwetsbaar maakt of hun actiemogelijkheden beperkt, zodat niemand achtergelaten wordt.
Reorganisatie van de arbeidsmarkt, van productie en consumptie, herverdeling van macht, budgetten en middelen, gelijke toegang tot besluitvorming en respect voor de draagkracht van de planeet zijn noodzakelijk en dringend, willen we deze crisis een halt toeroepen zonder daarbij iemand achter te laten.Een opwarming van maximaal 1,5 C°, extra financiering voor ontwikkelingslanden – erover wakend dat dit geen extra belasting inhoudt voor de meest kwetsbaren in alle landen – en een sociaalrechtvaardig economisch model zoals de Donuteconomie 4 moeten hierbij het baken zijn.
NEDERLANDSTALIGE VROUWENRAAD – MIDDAGLIJNSTRAAT 10, 1210 BRUSSEL +32 2 229 38 19 www.vrouwenraad.be
Lees het de volledige Bijdrage HIER
Bron: http://www.vrouwenraad.be/file?fle=104709&ssn=