Artikels/Articles Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (2011)
| 
Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (2011)
Door het Verdrag moeten Europese landen maatregelen nemen ter bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld en dit op vier grote domeinen: de preventie van geweld, de bescherming van slachtoffers, de vervolging van daders en de ontwikkeling van geïntegreerde, globale en gecoördineerde beleidsmaatregelen.
De Vrouwenraad vertaalde een flyer van de Raad van Europa met een samenvatting van de volledige tekst van het Verdrag.
België ondertekende het Verdrag op 11 september 2012 en ratificeerde het op 14 maart 2016. Het Verdrag heeft betrekking op federale, gewestelijke en gemeenschapsbevoegdheden.
Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen is officieel aangeduid als het orgaan dat verantwoordelijk is voor de coördinatie, uitvoering, opvolging en evaluatie van de Belgische beleidslijnen en maatregelen in het kader van dit verdrag.
Voor de vrouwenbeweging is het Verdrag een werkinstrument om het beleid in België en Vlaanderen op te volgen en om aanbevelingen te formuleren.
België heeft op 15 februari 2019 zijn eerste staatsrapport (FR) officieel ingediend bij de Raad van Europa. Wat er met dit rapport gebeurt kan u lezen onder het trefwoord geweld bij de rubriek ‘GREVIO Evaluatierapport geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld in België’
10 jaar Verdrag in 2021
Ter gelegenheid van de tiende verjaardag van het Verdrag bracht de Europese Vrouwenlobby op 14 april 2021 een rapport uit: Towards a Europe Free from Male Violence Against Women and Girls. De EWL Observatory on Violence Against Women and Girls (VAWG) stelde dit document op en gaat na hoe het staat met de uitvoering en de impact van het Verdrag in de context van een alarmerende toename van geweld van mannen tegen vrouwen en meisjes als gevolg van de COVID-19-crisis.
De analyse geeft een overzicht van de resultaten in de 23 landen die het Verdrag hebben geratificeerd en onderstreept de sleutelrol van het Verdrag bij het stimuleren van positieve veranderingen op het gebied van preventie, vervolging en beschermingsmaatregelen. De belangrijkste bevindingen zijn onder meer:
- In 14 van de 23 geanalyseerde landen (61%) zijn de inspanningen om geweld tegen vrouwen en meisjes en huiselijk geweld te voorkomen, opgevoerd.
- In 15 van de 23 onderzochte landen (65%) zijn er al verbeteringen zichtbaar inzake onderzoeken en vervolging.
- 19 van de 23 onderzochte landen (83%) hebben de beschermingsdiensten voor vrouwelijke slachtoffers van geweld en slachtoffers van huiselijk geweld verbeterd.
Het rapport focust verder op de diepe en hardnekkige ongelijkheden die vooruitgang bij het uitbannen van geweld van mannen tegen vrouwen en meisjes belemmeren en luidt de alarmbel over de huidige groeiende politieke weerstand tegen het Verdrag in sommige Europese landen. De EWL sprak een ernstige bezorgdheid en veroordeling uit naar aanleiding van de terugtrekking van Turkije uit het Verdrag en het aangekondigde voornemen van Polen om hetzelfde te doen. Het rapport bevat daarom ook aanbevelingen voor een dringende collectieve aanpak van deze weerstand en belemmeringen.
Bron: http://www.vrouwenraad.be/page?orl=1&ssn=&lng=1&pge=217&sare=816
