Gaat minister Demir de mestkar eindelijk keren?
Het mestrapport 2021 toont -voor een zoveelste keer- bloedrode cijfers: de impact van bemesting op de waterkwaliteit blijft desastreus. Mestactieplan 6 (MAP6), dat in 2019 van start gegaan is, heeft het tij niet kunnen keren. En ondertussen begint het nieuwe mestseizoen, zonder de beloofde opvolger (MAP6+). Waar wacht minister van Omgeving Demir op om de mestkar te keren?
De Vlaamse landbouwpolitiek moet het jarenlang aanslepend probleem met de waterkwaliteit doortastend aanpakken. Ze moet controlerend en bestraffend optreden, wat in 2020 en 2021 zeker frequenter is gebeurd, maar ze moet tegelijkertijd eerlijk erkennen dat de mestproductie simpelweg niet meer in verhouding staat tot wat ons leefmilieu aankan. Om die situatie kordaat recht te trekken, is politieke moed nodig en een groot budget om een sociaal bloedbad te vermijden.
Europa toont de weg: de nitraatrichtlijn
Zuiver water is van vitaal belang en waterlopen houden zich niet aan de landsgrenzen. Een Europese aanpak van watervervuiling is dus logisch. De nitraatrichtlijn schrijft al sinds 1991 voor om de vervuiling te beperken van oppervlakte- en grondwater met nitraten uit agrarische bronnen.
De mestactieplannen (kortweg MAPs) zijn de concrete invulling van de eisen uit de Europese nitraatrichtlijn op Vlaams niveau. Maar het resultaat laat te wensen over. Na 20 jaar en 5 MAPs bleef het probleem groot: in 2018 overschreed 35% van de meetpunten de doelstellingen.
In MAP6 (voor de periode 2019-2022) werd daarop een beperkt verbeterdoel vooropgesteld. Geen wonder dat de mestrapporten over 2019 en 2020 opnieuw een achteruitgang van de waterkwaliteit meldden, vooral in de gebieden die voordien al slecht scoorden. In winter ‘20-’21 werd op 31% van de meetplaatsen minstens éénmaal de drempelwaarde overschreden voor oppervlaktewater. Voor grondwater is het resultaat gevarieerder en globaal stagnerend. Geen sprake dus van een globaal positieve trend.
De droge zomers droegen nog extra bij aan dit barslechte resultaat. De hogere kans op droge zomers omwille van de klimaatopwarming vraagt bijgevolg om een bijkomende voorzichtigheidsmarge voor de bemesting. In 2021 werd de handhaving gevoelig verhoogd en werden fraudeurs aangepakt, voornamelijk in de mestverwerkingssector. Maar ook dit leidde niet tot een magische oplossing op het terrein, zo getuigt het laatste mestrapport.
Door de vertraging van MAP6+ is een kans gemist om de mestkar bij te sturen aan het begin van het mestseizoen.
En toen werd het stil
Minister van Omgeving Zuhal Demir heeft in 2020 al vastgesteld dat het eerste loopjaar van MAP6 tot een grondige bijsturing noopte. Die kwam er in beperkte mate door herziening van de MAP-gebiedsindelingen. Half 2021 kwam er een evaluatie: opnieuw werd vastgesteld dat er eerder achteruitgang was dan stabilisatie, laat staan verbetering. Terstond werd een MAP “6+” beloofd, een ingreep om het tij alsnog te keren. Een heleboel gesprekken en voorstellen volgden vanuit de administratie. En toen werd het stil.
Intussen doemt de Europese stok achter de deur op: elk land dat verzuimt om de nitraatrichtlijn adequaat af te dwingen, riskeert juridisch te worden aangepakt. De richtlijn vraagt vooral om een positieve trend te realiseren. Lukt dat niet, dan volgen sancties. Dat dat geen loos spierballengerol is, toont de recente stap van de Europese Commissie richting Spanje: het land wordt na waarschuwingen in 2018 en 2020 nu voor het Europese Hof van Justitie gedaagd.
Na jarenlange ontkenningspolitiek is er nood aan stimuli om te evolueren naar een juistschalige landbouw.
Staat MAP7 voor een onmogelijke taak?
De opvolger van MAP6, MAP7, dat van start gaat in 2023, zal op korte tijd bergen moeten verzetten. Als een MAP6+ de landbouwers niet alvast in de goede richting stuwt, zal het uitstel de sector alleen maar extra pijn doen. Begin 2021 werd de Vlaamse Overheid al eens in gebreke gesteld door milieu-organisatie Dryade, die eiste om MAP6 op korte termijn aan te passen.
Intussen boert de boer voort: 16 januari trok de bemesting van het land weer op gang, om vanaf 16 februari op volle snelheid te komen. Door de vertraging van MAP6+ is een kans gemist om de mestkar bij te sturen aan het begin van het mestseizoen. Denk bijvoorbeeld aan: het meer uitgebreid bemestingsadvies in gebieden die nu al overbemest zijn en het inperken van de teeltvrijheid op locaties waar jaar na jaar de nitraatgrenzen overschreden worden.
Het beleid moet een landbouw stimuleren die in evenwicht is met de draagkracht van het milieu. Het moet de toekomst ervan veiligstellen, in plaats van die te bedreigen.
Na jarenlange ontkenningspolitiek is er nood aan stimuli om te evolueren naar een juistschalige landbouw. De Vlaamse overheid zal hoe dan ook diep in de buidel moeten tasten om de schade op milieuvlak te herstellen en om eventuele sociale schade te compenseren. Omdat het beleid het probleem jarenlang bleef negeren, heeft de milieuschade enorme proporties aangenomen. Zachte heelmeesters maken nu eenmaal stinkende wonden.