Europese ambities voor groene scheepvaart dreigen te zinken
De maritieme sector zit in de rats: de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen is enorm en de emissies stijgen alsmaar. Beloftevolle oplossingen als e-fuels staan nog in hun kinderschoenen en hebben ondersteuning nodig. Maar het Europese beleidsvoorstel FuelEU Maritime dat momenteel op tafel ligt, zet de deur wagenwijd open voor LNG (fossiel gas) en schuift het gros van de reducties ver voor zich uit. Daarmee torpedeert de Europese Commissie haar eigen ambities om scheepvaart emissievrij te maken tegen 2050.
De maritieme sector is vandaag bijna volledig afhankelijk van fossiele brandstoffen. En de emissies nemen alleen maar toe. De EU erkent het probleem en heeft het doel geformuleerd om de emissies in de hele Unie tegen 2030 met -55% te verminderen ten opzichte van 1990. Tegen het midden van de eeuw moet de sector volledig koolstofvrij zijn.
De oplossingen bestaan nochtans. Groene brandstoffen op basis van waterstof (ook bekend als "e-fuels"), met name e-hydrogeen en e-ammoniak geproduceerd uit elektrolyse op basis van hernieuwbare elektriciteit, bieden een duurzaam en schaalbaar alternatief. Maar omdat deze technologieën nog in de kinderschoenen staan, zijn ze duurder en vergen ze investeringen in nieuwe scheepstechnologie en haveninfrastructuur. Daarom hebben e-brandstoffen vandaag specifieke ondersteuning nodig. Het is net op dat punt dat de FuelEU-initiatief tekort schiet. Schepen zullen volgens de verordering namelijk niet alleen e-fuels mogen gebruiken, maar ook goedkopere fossiele brandstoffen, zoals LNG.
Dit is niet in overeenstemming met de doelstellingen van het Parijsakkoord, en rijmt ook niet met het ReFuelEU Aviation-initiatief voor luchtvaartbrandstof. Die laatste regelgeving verplicht hernieuwbare brandstoffen en maakt géén fossiele uitzonderingen Twee maten en twee gewichten dus.
87% van het werk moet nog gebeuren na 2039
Het voorstel van de FuelEU Maritime mikt op een beperkte ambitie tot 2039. Schepen zouden hun CO2-uitstoot met amper 2% verminderen tot 2029, met 6% tot 2034 en met slechts 13% tot 2039.
Dat betekent dat de scheepvaartsector voor de resterende 87% van hun energie zullen moeten overschakelen op duurzame alternatieven in de daaropvolgende 11 jaar. Volkomen onrealistisch. Bovendien zal het lange uitstel om emissies te reduceren ervoor zorgen dat de totale (cumulatieve) uitstoot groter is dan wanneer sneller actie ondernomen zou worden.
(figuur T&E)
Het huidige voorstel torpedeert de Europese ambitie richting een emissievrije scheepvaart.
Decennialang vastgeklikt aan LNG
Uit de analyse van T&E blijkt dat fossiel LNG (liquid natural gas) tegen 2030 zou pieken tot 23% van het totale energieverbruik in de Europese scheepvaart. Het lijkt wel of de Europese Commissie het laatste rapport van de Wereldbank over het gebruik van LNG als scheepsbrandstof negeert.
Het rapport van de Wereldbank riep de regelgevers expliciet op om overheidssteun voor LNG in de maritieme sector te vermijden, en ze ook uit te sluiten als zogenaamde transitiebrandstof, vanwege het risico op ‘stranded assets’, investeringen die op termijn niets meer waard zullen zijn.
Uit de analyse van T&E bleek eerder al dat LNG verwaarloosbare voordelen heeft qua broeikasuitstoot ten opzichte van bestaande scheepsbrandstoffen en, afhankelijk van de scheepsmotor, mogelijk zelfs een negatiever klimaateffect kan hebben dan de brandstof die ze zou vervangen.
Europees parlement moet voorstel bijsturen
Het huidige voorstel torpedeert de Europese ambitie richting een emissievrije scheepvaart. Groene e-brandstoffen zullen moeilijk hun weg vinden naar de scheepvaartsector als er geen specifieke eisen en stimulansen zijn om de invoering ervan te ondersteunen. Bovendien moeten ook de duurzaamheidscriteria en het algemene handhavingskader van de voorgestelde verordening worden versterkt.
In september dit jaar buigt de plenaire vergadering van het Europees Parlement zich over de FuelEU Maritime-verordening. We roepen de Belgische MEPs op om (1) de vraag naar duurzame e-brandstoffen met specifieke quota's en ondersteuning te stimuleren, (2) de invoering van fossiel LNG te beperken via regelgeving, (3) het algemene ambitieniveau van de verordening te verhogen en (4) de handhaving van de verordening te verbeteren.