Koopkrachtplakkaat

EnergieplakkaatC

173646265 10222054268599783 1356797931624160070 n

Delen van artikels

 

Akkoord platformwerkers van de federale regering : goedbedoeld, maar uiteindelijk een flop

 

Op 15 februari sloot de regering in het kader van de ‘arbeidsdeal’ een akkoord over de situatie van de platformwerkers. Ondertussen ontvingen we de ontwerpteksten. Daaruit concluderen we dat dit akkoord uiteindelijk een lege doos is en totaal zijn doel voorbijschiet.

Uitbreiding van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 naar de platformwerkers

Deze uitbreiding moest gelden voor alle platformwerkers. De tekst bepaalt echter dat de uitbreiding enkel van toepassing is op platformwerkers met een zelfstandigenstatuut. Nochtans werken 85% van de koeriers voor platformen zoals Deliveroo of Uber Eats en 80% van de dienstverleners bij het platform Ring Twice in het stelsel van de deeleconomie (of P2P).  Ze zijn noch werknemer, noch zelfstandige. Bijgevolg vallen ze niet onder deze uitbreiding die daardoor volledig haar doel voorbijschiet.

Hoe kan het dat de ene werker gedekt is bij een arbeidsongeval en de andere niet, hoewel ze voor hetzelfde platform werken, onder dezelfde voorwaarden, op hetzelfde ogenblik, voor dezelfde duur en dezelfde risico’s lopen?  De regering levert op die manier nog maar eens het bewijs dat dit stelsel  van de deeleconomie werkers onterecht ongelijk behandelt en dus waarschijnlijk ongrondwettelijk is.

Het akkoord voorziet trouwens in geen enkele maatregel om manifest misbruik van het gunstig fiscaal regime van de deeleconomie te voorkomen. Oorspronkelijk was het enkel bedoeld voor klusjes onder buren.  Nu wordt het regime misbruikt door multinationale platformen die op grote schaal diensten organiseren.

Omkering van de procedurelast

De situatie van de platformwerkers kan enkel concreet verbeteren als de huidige logica wordt omgekeerd : de platformwerker moet dan geen lange gerechtelijke procedure doorlopen om zijn rechten af te dwingen. Hij kan kan dan sowieso aanspraak maken op zijn rechten behalve als het platform vooraf aantoont dat het enkel fungeert als neutraal tussenpersoon en het werk in geen enkel opzicht organiseert. In het ontwerp van minister Dermagne werd er voorgesteld dat de Commissie ter regeling van de Arbeidsrelatie (CAR) deze regulerende rol zou opnemen.

Elke verwijzing naar de CAR is echter verdwenen. Van een fundamentele verandering is er dus geen sprake. De werker moet nog altijd zelf  ‘zijn rechten afdwingen’ na een jarenlange gerechtelijke procedure. De criteria die de regering voorstelt in het ontwerp geven immers niet meer dan een aanwijzing en  overlappen bovendien met het mechanisme van vermoeden dat al bestaat.

De betrokken werkers laten zich niet afschepen met een lege doos. De regering deed hen een belofte die ze moet nakomen.