Stevige toekomstvisie voor onze natuur
Natuurpunt bestaat 20 jaar. En zoals dat past bij een verjaardag, wordt dan ook vooruitgeblikt. Natuurpunt tekende samen met haar duizenden leden een toekomstvisie voor de Vlaamse natuur in 2050 uit. Belangrijke boodschap: als we de biodiversiteit willen redden, zal dat niet in de reservaten alleen lukken. Ook het landbouwgebied, de woonomgeving en de bedrijvenzones vergroenen mee. In feite vergroent heel Vlaanderen mee. Of zoals de slagzin bij de visie zegt: natuur in het hart, van iedereen. Het contrast met het Vlaanderen van vandaag is echter groot. Hoe transformeer je een natuur-arme, versnipperde en dichtbevolkte regio naar deze uitdagende natuurbeelden?
Vijf landschapstypes
De toekomstvisie vertrekt van vijf landschapstypen, die allemaal een andere aanpak vragen om de natuur weer kansen te geven. De grote valleigebieden zoals Schelde, Maas of Leie worden de groene ruggengraat van Vlaanderen. Hier wordt in de eerste plaats ruimte teruggegeven aan water. Door rivieren opnieuw te laten meanderen en natuurlijke overstromingsgebieden te herstellen, ontstaan plas-draszones waar de bever en de otter zich thuis voelen.
Voor steden en dorpen staat de bouwshift centraal. Door dichter bij elkaar te bouwen, blijft er meer ruimte voor groen in de buurt. Door in te zetten op ontharding, kan overtollig regenwater verwerkt worden en wordt het grondwater aangevuld. Groendaken, geveltuintjes en nestkasten voor gierzwaluwen of vleermuizen zorgen ervoor dat ook onze woningen een biotoop worden voor extra natuur.
In zandig Vlaanderen (de Kempen en een deel van Limburg) worden bossen uitgebreid en onderling verbonden, zodat fauna en flora makkelijk kan migreren van het ene naar het andere gebied. Die boscomplexen worden afgewisseld met heidelandschappen en landduinen. Graslanden worden minder bemest, er is geen netto-uitstoot van stikstof meer door intensieve veeteelt en de bodem bruist weer van het leven.
Voor de kuststreek is een goede wisselwerking tussen de zee en het strand van belang. Om ons te wapenen tegen de zeespiegelstijging worden er duinen vóór de dijk ontwikkeld. Er is weer een natuurlijke overgang van het strand over de duinen naar de achterliggende polders. Op de Noordzee zelf komt er een marien reservaat en worden de oesterbanken en grindbedden hersteld.
In heuvellandschappen tenslotte, zoals de Vlaamse Ardennen of het Pajottenland, is er plaats voor landbouw op de hoger gelegen plateaus. Erosie wordt tegengegaan door hagen en houtkanten te planten op de hellingen. In de lager gelegen valleien is er ruimte voor water en natuur. Overstroombare graslanden en broekbossen langs de rivieren zijn dan weer een prima biotoop voor dotterbloemen en ijsvogels. Wonen doen we in aangename en compacte dorpen, die dooraderd zijn met groene vingers vanuit het omliggende landschap.
Ronde van Vlaanderen
Dit is een stevige visie voor de toekomst van onze natuur. Het contrast met het Vlaanderen van vandaag is echter groot. Hoe transformeer je een natuur-arme, versnipperde en dichtbevolkte regio naar deze uitdagende natuurbeelden?
Dat zal een langdurig volgehouden overleg vragen. Deze toekomstbeelden zijn dan ook de start van een maatschappelijk debat. Met de landbouwsector, de bouwwereld, lokale overheden, het verenigingsleven: Natuurpunt zoekt partners om samen oplossingen te zoeken en de zo noodzakelijke verandering op gang te brengen. Daarvoor trekt Natuurpunt een ‘ronde van Vlaanderen’ op gang. Wordt dus nog stevig vervolgd.
Erik Grietens
Ruimtelijke ordening kent geen geheimen meer voor Erik Grietens. Betonstop, kernversterking of de kostprijs van onze versnipperde bebouwing? Erik bijt zich er al 20 jaar in vast.