Koopkrachtplakkaat

EnergieplakkaatC

173646265 10222054268599783 1356797931624160070 n

Delen van artikels

 

Persbericht ACV: Dringend oplossing voor stijgende vervoersarmoede onder werknemers nodig

Brussel, 17 maart 2022

Dringend oplossing voor stijgende vervoersarmoede onder werknemers nodig

Het energieakkoord zegt een geplande tariefverhoging van 4,5% voor het spoor in juni 2022 te bevriezen. Deze maatregel is positief maar onvoldoende om de stijgende kosten van werknemers zonder bedrijfswagen en tankkaart te compenseren. Meer dan 65% van de verplaatsingen naar en voor het werk gebeurt nog altijd met de wagen. Deze autoverplaatsingen nemen een steeds grotere hap uit het budget van werknemers. Vooral autoafhankelijke werknemers met lange pendelafstanden en/of veel onderbetaalde dienstverplaatsingen met de eigen wagen zijn de dupe van de huidige energiecrisis. Autoafhankelijke werknemers met een laag inkomen dreigen hun job te moeten opzeggen omdat zij de stijgende brandstofkosten niet meer kunnen dragen. Ook de jobmogelijkheden voor werkzoekenden worden gehypothekeerd. Er zijn dringend meer maatregelen nodig om de stijgende vervoersarmoede en de groeiende mobiliteitskloof onder werknemers te bestrijden.

Inflatie treft vooral die werknemers die zelf moeten opdraaien voor een deel van hun verplaatsingskosten. Dit zijn werknemers:

  • Die pendelen met de eigen wagen. De Centrale Raad van het Bedrijfsleven berekende in 2018 dat deze groep van 1,35 miljoen werknemers gemiddeld 72% van deze kosten voor hun woon-werkverkeer met de eigen wagen uit hun eigen portemonnee moet betalen.
  • Die geen recht hebben op een bedrijfswagen met tankkaart of mobiliteitsbudget die hun privéverkeer en woon-werkverkeer zo goed als gratis maakt;
  • Die veel dienstverplaatsingen moeten maken met eigen vervoer. De forfaitaire kilometervergoeding van 0.37 ct/km volstaat daar niet langer als norm. In de sector van de dienstencheques wordt er voor een dienstverplaatsing tussen twee klanten sectoraal zelf slechts tussen 0,13 en 0,15ct per kilometer gegarandeerd voor een dienstverplaatsing met de eigen wagen.
  • Die geen of een te beperkte fietsvergoeding ontvangen.
  • Die niet kunnen genieten van kosteloos openbaar vervoer (via het voor werkgevers vrijwillige 80/20 voor kosteloos woon-werkverkeer per spoor en in Brussel) en dus terugvallen op de minimumregeling in CAO 19/9. Ongeveer 35% van de treinpendelaars droeg in 2018 zelf gemiddeld 22% bij in de kost van een treinkaart.

Het ACV pleit daarom voor verhoogde tussenkomsten voor alle vervoersmiddelen om bijkomende prijsstijgingen te compenseren, en dit met extra inspanningen naar werknemers die met (combinaties van) duurzame vervoersmiddelen naar het werk komen. Alsook een onmiddellijke verhoging van het  grensbedrag van 0,37 euro voor dienstverplaatsingen (in plaats van te wachten op de indexering van 1 juli).

De tariefbevriezing van 4,5% voor het spoor dient structureel te zijn. Anders dreigt een tariefverhoging van treintarieven in het najaar van meer dan 6% à 7%. Die tariefschok zou dan volledig ten laste vallen van de tienduizenden werknemers, die vallen onder de minimumregeling in CAO 19/9 en niet kunnen genieten van de 80/20 regeling voor kosteloos woon-werkverkeer per spoor en in Brussel.

Alternatieven voor de auto moeten ook aantrekkelijk mogelijk gemaakt worden. De (elektrische) fiets is het duurzame alternatief voor korte afstanden. Het openbaar vervoer en de combinatie openbaar vervoer met fiets en gedeelde mobiliteit is het alternatief voor lange pendelafstanden.  Telewerk vermijdt verplaatsingen van en voor het werk. Het mobiliteitsbudget is het duurzame alternatief voor de bedrijfswagen. De regio’s en de federale overheid moeten dit nu dringend stimuleren door:

  • De 80/20 regeling voor het spoor en Brussel te veralgemenen naar alle vormen van openbaar vervoer zodat combinaties van trein met tram, bus en metro aantrekkelijker worden.
  • De 80/20 regeling te verplichten zodat openbaar vervoer kosteloos wordt voor elke werknemer.
  • De combinatie fiets en trein kosteloos te maken voor elke werknemer.
  • Fietsgebruik in het woon-werkverkeer verder te stimuleren door een recht op fietsvergoeding voor elke werknemer wettelijk vast te leggen.
  • Werkgevers te verplichten het mobiliteitsbudget aan te bieden aan werknemers met recht op een bedrijfswagen, als er bedrijfswagens in het bedrijf worden uitgedeeld.
  • Bedrijven, gelegen in slecht bereikbare werkgebieden met fiets en openbaar vervoer, te verplichten om hogere tussenkomsten voor eigen privé vervoer te betalen en cao’s af te sluiten over duurzame mobiliteit.
  • Een telewerkvergoeding, die de evolutie van de prijzen voor energie, water en telecommunicatie volgt, wettelijk te verplichten.