Voedselbanken in België: opnieuw triest recordjaar
Tussen het politieke nieuws en corona-updates door, trof een klein, onopvallend bericht onze aandacht: in 2021 deden maandelijks meer dan 177.000 Belgen een beroep op de voedselbank. 177.000? Voedselbanken? We zochten het uit en kwamen een beetje onthutst terug.
Samen solidariteit voeden. Dat is het eerste dat je leest op de website van de Belgische Federatie van Voedselbanken. Het deed ons vanzelfsprekend onmiddellijk denken aan ‘samen sterk’ van het ABVV.
Oorsprong
Het concept van de voedselbank ontstond in 1967, toen John Van Hengel in de Verenigde Staten een weduwe, moeder van tien kinderen, ziet zoeken in de vuilnisbakken van een kruidenierswinkel. Hij helpt haar, vindt verschillende producten die nog perfect eetbaar zijn, en start met een strijd tegen honger en voedselverspilling. Hij overtuigt de kruideniers om hun overschotten af te staan en de eerste voedselbank is een feit.
Anno 2022 telt de Belgische Federatie van Voedselbanken (BFVB) negen provinciale voedselbanken, en is lid van de Europese Federatie van Voedselbanken (24 leden), die op haar beurt in contact staat met het Global Foodbanking Network.
Elke Voedselbank organiseert zich zoals een logistiek bedrijf en de Federatie verzekert de coördinatie en ondersteunt. De belangrijkste bevoorradingsbronnen zijn de voedingsindustrie, de voedingsdistributie, de groenten- en fruitveilingen, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) en de inbreng van het grote publiek via jaarlijkse voedselinzamelingen georganiseerd in de supermarkten van hun partners.
Niet alleen voedsel
De voedselbanken zamelen niet alleen levensmiddelen in, maar ook producten voor hygiëne en onderhoud voor wie het financieel moeilijk heeft. Ze proberen een zo ruim mogelijk gamma aan producten voor een evenwichtige voeding aan te bieden.
Eens ingezameld controleren vrijwilligers de kwaliteit van de producten en bereiden de pakketten voor de aangesloten caritatieve verenigingen voor. Dit uitgebreid distributienet, dat bestaat uit 654 lokale aangesloten verenigingen, is van zeer uiteenlopende aard: erkende sociale centra; verenigingen die werken met kinderen, adolescenten, mannen en vrouwen zonder inkomen; de verschillende hulpcentra; sociale restaurants …
Naast 37 medewerkers, zijn er honderden vrijwilligers bij de voedselbanken, en duizenden vrijwilligers in het sociale distributienet. Dit beperkt de werkingskost. De voedselbanken krijgen immers geen overheidssubsidies. De werkingsmiddelen zijn in hoofdzaak afkomstig van particuliere giften.
“De Voedselbanken draaien op een 340-tal vrijwilligers”, zegt Jef Mottar, gedelegeerd bestuurder van de BFVB. “Het is dankzij hun belangeloze inzet dat wij deze volumes kunnen verwerken, en dit aan een werkingskost van 0,288 € per kilo. De grootste kostenposten zijn transport en infrastructuur. Dergelijk lage werkingskost betekent dat elk fiscaal aftrekbare gift van €40 ons in staat stelt om maar liefst 280 maaltijden te leveren aan het netwerk van verenigingen.”
Toenemende vraag
De vraag naar voedselhulp in België blijft recordjaar na recordjaar stijgen. In 2021 verdeelden de voedselbanken maar liefst 22.229 ton voedsel. Alles samen zijn dat zo’n 44 miljoen maaltijden.
Mottar: “Dit was een rechtstreeks gevolg van de impact van de gezondheidscrisis op een deel van de Belgische bevolking. De situatie was dusdanig ernstig dat we, tegen onze normale werking in, belangrijke hoeveelheden voedsel hebben moeten aankopen om voedseltekorten te voorkomen.”
Met de huidige stijging van de energieprijzen zal de situatie er niet beter op worden. Deze hebben de inflatie naar het hoogste peil sinds 1983 gestuwd en bedroeg in februari 2022 maar liefst 8,04 procent. Anders gezegd: het leven is nu 8,04 procent duurder dan een jaar geleden. Voor een winkelkar die vorig jaar €100 kostte, betaal je nu ruim €108.
Nieuwe profielen
Armoede neemt dus toe. Dit vertaalt zich rechtstreeks in een ander profiel van wie van de voedselbank gebruik maakt. Vroeger waren het vooral alleenstaande vrouwen, kinderen, werkzoekenden en mensen van allochtone origine. De ‘nieuwe profielen’ die opduiken, zijn laaggeschoolden met een onzeker werkstatuut en jobstudenten.
Nochtans groeit de Belgische economie. Die groei is echter onevenwichtig: van 63% in 1996 daalde het loonaandeel in de Belgische economie naar 56% in 2019. Dit betekent dat een kleiner deel van de opbrengsten uit de productie naar lonen en sociale bijdragen gaat, en een groter, toenemend deel naar ‘de kapitaalkant’: uitgekeerde winsten, vergoedingen bestuurders, …
Index
De loonsverhogingen begin 2022 omwille van de automatische indexering, moeten we niet zien als opslag, maar als het aanpassen van de lonen aan de stijgende levensduurte. Op deze manier zorgt ons stelsel van sociale zekerheid ervoor dat je je koopkracht behoudt. De economie groeit echter vooral onder invloed van de financiële sector, terwijl de lonen niet verhoudingsgewijs volgen. Wie onderaan zit qua inkomsten, zakt nog verder weg. Dat blijkt uit het gestegen aantal aanvragen voor een leefloon. Twee derde van die nieuwe aanvragen in Vlaanderen worden door vrouwen gedaan. Volgens onderzoek van de Universiteit Antwerpen, de KULeuven en de Universiteit Gent bij de Vlaamse OCMW’s, zijn het voornamelijk alleenstaanden en mensen met een gezinslast (vooral vrouwen), maar ook jongeren en studenten, die geen andere uitweg zien dan het leefloon.
Deze onevenwichtige economische groei is en blijft het resultaat van beleidskeuzes in een verhardend politiek klimaat. Wie weinig of minder kansen in het leven heeft, wordt beschouwd als zogezegd ‘werkonwillig’, terwijl grootverdieners ongegeneerd met behulp van juridische constructies hun inkomsten naar het buitenland versluizen. Ondertussen worden de denkbeeldige rijen aan de poorten van de voedselbanken langer en langer, en schoven er in 2021 per maand gemiddeld 177.238 mensen aan. Het is het zoveelste recordjaar op rij wat betreft mensen in België die voedselhulp nodig hebben.