MEESTE DISCRIMINATIES VAN VROUWEN GEBEUREN OP HET WERK, VOORAL BIJ ZWANGERSCHAP EN MOEDERSCHAP
In 2021 heeft het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen 16% meer meldingen van genderdiscriminatie ontvangen dan het jaar voordien. De meeste meldingen gaan over gendergerelateerde discriminatie op de werkvloer. Maar ook over seksuele intimidatie en de zogenaamde ‘wraakporno’ wordt het Instituut steeds vaker gecontacteerd.
Het Instituut kreeg vorig jaar 1.020 meldingen. Het grootste deel zijn klachten, met een stijging van 51% ten opzichte van 2020. Daarna volgen de vragen om juridische informatie, die met 12% stijgen, en mededelingen, die met 13% dalen.
Discriminatie op het werk
De meeste meldingen gaan over gendergerelateerde discriminatie op de werkvloer (34%). Het ging daarbij vooral over de arbeidsomstandigheden en het loon, de toegang tot een baan en het einde van de arbeidsrelatie. Bijna een op de drie meldingen rond werk (30%) hield verband met zwangerschap of moederschap.
“Het is opvallend dat zwangerschap en moederschap in de loop der jaren nog steeds gronden voor discriminatie of intimidatie op het werk blijven”, aldus Liesbet Stevens. “En dit cijfer is nog maar het topje van de ijsberg, want weinig vrouwen durven hun rechten te laten gelden. Moeder worden is nog al te vaak een belemmering voor de carrière van vrouwen.”
Seksistische/seksuele intimidatie in de openbare ruimte
Na discriminatie op de werkvloer gaan de meeste klachten over seksistische intimidatie in de openbare ruimte (21%). Daar hoort ook het internet bij. Het aantal meldingen van online-intimidatie blijft toenemen (+23%). Dit kan te maken hebben met het feit dat het Instituut sinds 4 mei 2020 ook slachtoffers van wraakporno ondersteunt.
“Het Instituut ontvangt een groot aantal meldingen met betrekking tot niet-consensuele verspreiding van intieme beelden of andere vormen van digitaal seksueel geweld, zoals voyeurisme of het dreigen met de verspreiding van intieme beelden om bijvoorbeeld geld af te persen”, constateert Liesbet Stevens. “Door van het Instituut een centraal aanspreekpunt te maken voor de bijstand van slachtoffers van digitaal seksueel geweld komt de wet tegemoet aan een reële behoefte.”
Ook het aantal meldingen van straatintimidatie is sterk gestegen (+75%), wellicht als gevolg van de toenemende bewustwording rond dit probleem. Toen het nachtleven weer openging, doken veel verhalen op van seksuele intimidatie, met een brede protestbeweging tot gevolg. Daarnaast experimenteren sommige politiezones, zoals Luik of Brussel-Noord, met agenten in burger om overtredingen gemakkelijker te kunnen vaststellen. Deze methodes hebben tot meerdere vaststellingen en pv’s geleid. Sommige gevallen werden al voor de rechter gebracht.
De meldingen over seksuele intimidatie op het werk stegen met 37% ten opzichte van 2020, en dit ondanks de aanzienlijke stijging van telewerken als gevolg van de pandemie.
Meer meldingen van transmensen
In 2021 had 13% van alle meldingen betrekking op de discriminatie van transpersonen. Er is een stijging met 28% ten opzichte van 2020. Deze meldingen gaan voornamelijk over problemen die zich voordoen bij het wijzigen van de geslachtsregistratie in een officieel document. Deze vertegenwoordigen 19% van het thema ‘trans’-discriminatie en zijn meer dan verdubbeld ten opzichte van 2020. Dit is gedeeltelijk te wijten aan het feit dat steeds meer transgenders deze stap zetten. De andere gebieden zijn ‘openbare ruimte’ (17%) en ‘werk’ (16%).