Vervang fossiele subsidies voor bedrijven door investeringssteun
De energiebeleidsovereenkomsten moeten inzetten op een ware klimaatsprong. - © Mari Helin
*Dit stuk verscheen eerder in De Tijd (16/6/2022)
De Vlaamse overheid moet van de energiebeleidsovereenkomsten met bedrijven een hefboom maken om ze via modernisering klimaatneutraal te maken. Dat is in 2022 de logica zelve. Al twintig jaar zet Vlaanderen energiebeleidsovereenkomsten (EBO’s) in om energie-intensieve bedrijven aan te zetten tot meer energie-efficiëntie. Eind dit jaar lopen de huidige overeenkomsten af.
Met energiebeleidsovereenkomsten wil de overheid bedrijven stimuleren tot een meer duurzame bedrijfsvoering. Bij de huidige en vorige overeenkomsten lag de focus uitsluitend op het verbeteren van de energie-efficiëntie via investeringen die zich op korte termijn terugverdienen.
Twintig jaar terug was dat nog een nobel doel, maar met de gigantische uitdaging die voor ons ligt om klimaatneutraal te worden tegen 2050, volstaat het niet meer. Het Vlaanderen van 2050 is niet gebaat met zeer efficiënte bedrijven die niet-duurzame producten maken. De energiebeleidsovereenkomsten moeten inzetten op een ware klimaatsprong.
Doen we dat niet, dan dreigt een zogenaamde ‘carbon lock-in’, waarbij onze industrie zich voor lange tijd vastklikt aan bestaande installaties die draaien op fossiele brandstoffen. Doordat onze bedrijven in het verleden zoveel geïnvesteerd hebben in deze installaties, hebben ze de neiging die zo lang mogelijk te gebruiken.
Maar precies daar schuilt een risico: in plaats van hun processen grondig onder handen te nemen, kiezen ze voor krak hetzelfde proces met een tikkeltje groene verf. Zo missen we de boot. Op het eind van de dag blijft onze industrie dan over met installaties en processen die niets meer waard zijn. Wil de Vlaamse overheid de industrie daarvoor behoeden, dan moet ze ingrijpen in de EBO's, en een evenwicht zoeken tussen de korte termijn (kleine sprongetjes inzake energie-efficiëntie) en de lange termijn (een klimaatneutrale industrie).
Overheidssteun voor de industrie kan anno 2022 enkel als we er op het eind van de rit ook een toekomstgerichte en klimaatneutrale industrie voor in de plaats krijgen.
Strategie
Zo’n sprong maken vergt visie. Daarom is het cruciaal dat de bedrijven die instappen in de nieuwe overeenkomsten, een klimaatstrategie ontwikkelen. Ze moeten zich afvragen welke producten ze willen aanbieden in de klimaatneutrale en circulaire maatschappij van 2050. Bovendien moeten de klimaatroadmaps in alle transparantie gedeeld worden met de samenleving en het middenveld.
Tal van Vlaamse bedrijven wachten niet op een overheidsinitiatief en ondernemen al actie. Onder de paraplu van de Belgian Alliance for Climate Action (BACA) en via het internationale Science Based Targets Initiative engageren ze zich tot uitdagende klimaatdoelstellingen en ontwikkelen ze nieuwe producten die hun leidende positie in de klimaatneutrale economie van morgen moeten vrijwaren.
De nieuwe energiebeleidsovereenkomsten moeten hier een voorbeeld aan nemen. Hun doel moet zijn om de goede praktijken van deze voortrekkers gemeengoed te maken in de Vlaamse industrie. Laat Vlaanderen die kans liggen, dan riskeert onze regio voorbijgestoken te worden door andere Europese regio’s. De EU plant trouwens zelf een EU Corporate Initiative op te zetten.
Tegemoetkoming
De financiële tegemoetkoming voor deelname aan deze overeenkomsten moet grondig hervormd worden. Vandaag krijgen bedrijven korting op de kost van fossiele energie (accijnsverlaging voor aardgas) én korting op de kost van de uitstoot van CO2 (compensatie van de indirecte emissies). Dit is ronduit contraproductief en rechtstreeks in strijd met de doelstellingen van de Europese Green Deal.
Het is ook heel duur, want als we deze gunsten aan de bedrijven vergelijken met wat de huidige overeenkomsten opleveren aan CO2-reductie, dan komen we uit op een kost van ongeveer 900 euro per vermeden ton CO2. Dat is meer dan het tienvoud van wat een emissierecht in het Europees handelssysteem kost.
De Vlaamse regering moet dringend orde op zaken stellen. Overheidssteun voor de industrie kan anno 2022 enkel als we er op het eind van de rit ook een toekomstgerichte en klimaatneutrale industrie voor in de plaats krijgen. Daarom moet de regering deze fossiele subsidies vervangen door investeringssteun die de broodnodige modernisering van onze industrie aanspoort. Anders dreigen we de afspraak met de toekomst te missen.